Kala staat t/m 3 september in de Luisterpaal
“M.I.A. is coming back with POWER/POWER!”, dicteert Mathangi Arulpragasam droog, maar dwingend in openingsnummer Bamboo Banga. Terug is ze zeker. Sterker nog: deze dame met de grote mond zet met haar nieuwe plaat Kala meteen een paar stappen extra. Daarmee is Kala deze week: Album van de Week.
Debuutplaat Arular uit 2005 werd goed ontvangen, maar deed niet wat velen hadden verwacht. De faam van M.I.A. nam verre van Missy Elliot-achtige proporties aan. Was de plaat té politiek of wellicht té moeilijk. Er waren immers nog geen labels om deze Britse schone van Sri Lankaanse origine mee te beplakken. Is het hiphop, grime, baile funk of wereldmuziek? Bij dergelijke hokjesvragen gaan de voelsprieten van de fijnproevers uitzetten. Soms levert het een oortergende act als Enter Shikari op, in het geval van M.I.A een nieuwe ster aan het firmament.
Op het moment dat M.I.A. Kala al voor het grootste gedeelte af had ging ze nog even langs bij topproducer, Timbaland. In eerste instantie werd Mathangi, vanwege de militant-politieke achtergrond van haar vader (een hoge Tamil-strijder) de toegang tot de VS ontzegd. De samenwerking werd gereduceerd tot één redelijke bonustrack op Timbalands soloplaat en is als laatste nummer ook nog terug te vinden op Kala. Is M.I.A. dus toch té politiek?
Ja, maar gelukkig is M.I.A. er de strijder niet naar om na één album overstag te gaan. Zinnen als: “I hate money coz’ it makes me numb” (uit Hussel) of “Do you know that cost of A.K.’s (machinegeweren red.) up in Africa. 20 dollars ain’t shit to you but that’s how much they are. So they gonna use this shit just to get by.” (uit 20 dollar) kunnen bij velen een schamper lachje teweeg brengen. M.I.A. is hier verre van opportuun en gelooft in haar verhaal. Ook op Kala speelt ze met de constante strijd tussen entertainment en boodschap. Waar dit in het verleden bij veel, ja héél veel artiesten storende en belerende albums opleverde, blijft Kala geloofwaardig en krachtig. Het past in de tijd van Coolpolitics en politiek correcte, duurzame, linksdraaiende T-shirts en is toch een stuk interessanter dan een jumpende Hilbrand Nawijn.
M.I.A. is de leukste (okay én lekkerste) maatschappijlerares die men zich kan wensen. Zeker daar ze ook nog eens van heel goede muziek houdt. Want ook wanneer je alle teksten, pistoolschoten en Afrikaanse tribalkoren negeert is dit een geweldig album. Naar nu blijkt zijn de productionele credits van debuutalbum Arular te veel richting producers Diplo en Switch gegaan. Of zoals M.I.A. in een interview met Pitchfork aangaf: “Blijkbaar kan ik als vrouw geen credits krijgen. Volgens de media ben ik een marionet van een aantal mannen.” Met singles Birdflu, Boyz en het nog niet in Nederland verschenen Jimmy verdient M.I.A. postuum een diepe buiging. Andere dansvloer knallers zijn Hussel, World Town en XR. Ook in de rustigere nummers komen zoveel productionele hoogstandjes langs dat je internationale douaniers op je blote knietjes dankt voor het blokkeren van een verdere samenwerking tussen M.I.A. en Diplo of Timbaland. Niets ten nadele van de begenadigde producers, maar de producties op Kala gaan vérder en zullen ook weer horden beatmakers inspireren om het kunstje weer nét iets anders uit te voeren dan de rest.
M.I.A. is als MC en vocaliste ook weer verder dan ten tijde van Arular. Op de debuutplaat werd ze nog regelmatig gedubd (met de karakteristieke valse uithaal aan het einde van een bar) Op Kala is het stemgeluid een stuk compacter en basaler gehouden. Net als Missy Elliot durft M.I.A. nu ook meer te zingen. Waar dat live vooral werd gedaan door de backup-mc, is dit op plaat erg geslaagd vastgelegd. Bollywood-knaller Jimmy en de gevoelige nummers The Turn en Paper Planes zullen naast oude fans ook nieuwe geïnteresseerden overtuigen. Alle hokjes die inmiddels voor M.I.A. waren gecreëerd, schopt ze lekker omver. Commercieel verstandig zal het vast niet zijn. In ieder geval blijft M.I.A. trouw aan zichzelf en de muziek.
Kala staat t/m 3 september in de Luisterpaal