De tweede ronde voor de festivalregeling van 2007 is afgelopen week gesloten. Het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing (FPPM) verstrekt een paar keer per jaar in opdracht van het Ministerie voor Onderwijs en Cultuur (OCW) subsidies aan podia en festivals op het gebied van podiumkunsten en marketing. Het afgelopen jaar heeft het FPPM ruim 1,4 miljoen euro kunnen bieden aan 37 festivals. Helaas komt maar een klein deel van de aanvragen uit de popsector, vertelt directeur Martin van Ginkel. En dat terwijl het FPPM vaak acte-de-présence geeft op grote popfestivals als Noorderslag.
Het FPPM is in 2002 in het leven geroepen om de verscheidenheid in het aanbod van Nederlandse podiumkunsten te bevorderen. Maar vooral om te zorgen dat het aanbod zijn weg vindt naar een publiek. Het FPPM oogstte in het begin veel kritiek, als samenvoeging van kleinere subsidiepotten. Gevreesd werd dat losse onderdelen binnen de festivalregeling zouden ondersneeuwen in het overkoepelende orgaan. Maar vier jaar later zijn veel opstartproblemen opgelost. "We dachten eerst dat kleinschalige podia onder druk zouden komen te staan," vertelt Van Ginkel. "Maar we merken dat er een ongelofelijk aantal grote en kleine subsidie-aanvragen binnenkomt. Veel daarvan kunnen worden gehonoreerd."
Het FPPM heeft de popsector bestookt met een stevige reclamecampagne. "We hebben het afgelopen jaar 220 aanvragen binnengekregen binnen de festivalregeling," vertelt Van Ginkel. "Daarvan kwam maar iets van tien procent uit de pophoek." Dat heeft volgens hem grotendeels te maken met de gecompliceerdheid van de regeling. "Je moet ongelofelijk veel tijd en energie steken in de aanvraag," weet Van Ginkel. Bovendien moet je ruim een jaar van te voren al weten wat je van plan bent. Overigens ziet Van Ginkel de popsector verre van ondersneeuwen. Het aantal aanvragen mag minder zijn, de hoeveelheid geld is niet te versmaden. Van Ginkel: "We bieden bijvoorbeeld ieder jaar honderdduizend euro aan de Friese popsector."
In het begin honoreerde het FPPM subsidies alleen aan samenwerkingsverbanden. Maar dat bleek een onredelijke eis voor veel evenementen. "Festivals moeten zich kunnen onderscheiden," vindt Van Ginkel. "Dus hebben we de samenwerkingseis geschrapt uit het regelement." Het is voor het FPPM vooral van belang dat organisatoren zich ervan bewust worden, dat ze bij het opzetten van een festival een publiek moeten bereiken. Dat besef begint volgens van Ginkel wel steeds meer te leven bij de meesten. "Wat dat betreft zijn we goed op weg," vindt hij. "De vraag 'Wat wil ik met mijn publiek' staat bij veel nieuwe organisaties wel op het netvlies gebrand."
FPPM krijgt weinig subsidie-aanvragen uit popsector
Lonkende potje festivalregeling wordt niet vaak benut door popevenementen
Het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing (FPPM) heeft onlangs de tweede ronde voor de aanvragen festivalregeling gesloten. 1,4 miljoen euro werd verdeeld over 37 projecten. Maar een klein deel van de aanvragen kwam uit de popsector. En dat terwijl het FPPM toch genoeg aan reclame maakt. Maar de aanvraag is dan ook ingewikkeld, weet directeur Martin van Ginkel.