Illegale muziekuitwisselaars kunnen voorlopig nog anoniem blijven

Inhuren Amerikaans internetrecherchebureau mag niet van rechter

Antipiraterij waakhond Stichting Brein heeft een proefproces tegen vijf grote Nederlandse internetproviders verloren. Daarmee wilde ze adresgegevens afdwingen van illegale muziekuitwisselaars. De rechter oordeelde dat Brein zonder toestemming gebruik maakte van een Amerikaans internetrecherchebureau en ook fouten gemaakt had in tijdstippen. Brein denkt in hoger beroep te zullen winnen.

Inhuren Amerikaans internetrecherchebureau mag niet van rechter

Vijf grote internetproviders zijn voorlopig niet verplicht adresgegevens van muziekuitwisselende consumenten te overhandigen aan Stichting Brein. De antipiraterij waakhond had dat geëist via een kort geding, maar de Utrechtse rechtbank wees de eis vanochtend af. Brein wilde via de providers achter de adressen van consumenten komen om ze boetes op te kunnen leggen voor het aanbieden van auteursrechtelijk beschermde muziek op peer-to-peer netwerken. Brein had netjes vooraf toestemming aangevraagd voor deze digitale huiszoekingen bij het CBP, het adviesorgaan voor de privacybescherming. Dat was nodig, omdat achter de rug om mogelijk strafrechtelijke gegevens werden verzameld. Om achter de internetadressen van de muziekuitwisselende consumenten te komen, had Brein de hulp ingeroepen van het gerommeerde Amerikaanse internetrecherchebureau MediaSentry. "Maar de vergunning werd afgegeven op een aantal voorwaarden, waaronder het niet inhuren van professionele derden”, stelt CBP woordvoerder Gert Onne van de Klashorst. Volgens Tim Kuik, directeur Stichting Brein, is deze wijziging achteraf wel volgens de regels doorgegevenm, maar is er toen niet op gereageerd door het CBP. “We hebben de wijziging ter kennisgeving aangenomen, maar dat betekent nog niet dat we het goedkeuren”, zegt Van De klashorst. Speciaal het inhuren van een Amerikaans bedrijf ligt gevoelig, omdat de privacywetgeving in de Verenigde Staten minder aan regels gebonden is als in Europa. De rechter oordeelde dat de bewijslast onrechtmatig verkregen is. Verder nam de rechter in het vonnis mee, dat er fouten waren gemaakt in de tijdstippen waarop de internetadressen actief waren. Zeker wanneer er gebruik gemaakt wordt van wisselende IP-adressen is het tijdstip erg belangrijk. Kuik ontkent niet dat er bij de eerste aanlevering fouten met de Amerikaanse tijdstippen zijn gemaakt, maar dat dit in tweede instantie recht is gezet. Kuik: “Het was slechts een rookgordijn van de verdediging.” Brein werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, maar toch is Kuik vol goede moed en gaat in hoger beroep. “We hebben voor 90% gewonnen, omdat de rechter in principe in Brein een rechthebbende partij heeft gezien, die wel adresgegevens via de rechter mag afdwingen.” Kuik verwacht over een paar maanden te winnen wanneer Brein het onderzoek voortaan zelf gaat verrichten of aan een Europees onderzoeksbureau gaat uitbesteden.