Fotograaf Kees Tabak legt actieve muziekscene vast in Dutch Music

Tabak: “Ik had sterk het gevoel dat ik nog niet klaar was”

Begin oktober verschijnt Dutch Music, een dik fotoboek van de hand van fotograaf Kees Tabak. Middels 85 platen brengt hij de huidige generatie muzikanten in beeld. Daarmee keert Tabak, na jaren van onder andere reclame- en reisfotografie terug naar zijn roots: de popfotografie. “ Ik had sterk het gevoel dat ik nog niet klaar was.”

Tabak: “Ik had sterk het gevoel dat ik nog niet klaar was”

Fotograaf Kees Tabak maakte zijn eerste popfoto’s toen de punkbeweging in Nederland opbloeide en hij nog op De Gerrit Rietveld Academie zat. Als snel werd hij één van de vaste fotografen bij Muziekkrant Oor. Nadat hij zijn werkterrein verbreedde met ondermeer reis- en reclamefotografie, keert hij nu terug naar zijn oude liefde: de popfotografie. Tabak werkt namelijk aan een boek over Nederlandse muzikanten, dat begin oktober zal verschijnen onder de naam Dutch Music. “Ik keer terug naar de popfotografie omdat ik gevoel heb voor muzikanten”, zegt Tabak. Het lag misschien voor de hand om eerst een boek te maken met een overzicht van zijn werk, maar daar kwam hij niet helemaal uit. Toen onlangs het boek American Music van Annie Leibovitz verscheen, viel het kwartje en wist hij dat hij een soortgelijk project in Nederland moest beginnen. Volgens de fotograaf moet het een mooi dik boek worden dat het bekijken waard blijft. “Zo’n boek dat je regelmatig inkijkt omdat het niet in één keer te doorgronden is.” Het boek gaat weliswaar alleen over actieve muzikanten, toch put Tabak ook uit zijn archief. De oudste foto die in het boek komt, is uit 1979 van The Golden Earring. Hij toont de band door de jaren heen. Maar driekwart van de 85 foto’s is nieuw werk. Zo fotografeerde Tabak het afgelopen weekeinde de hele stal van platenlabel Excelsior. Tabak: “Ik heb de hele groep gefotografeerd op een parkeerplaats bij de graansilo in Amsterdam aan Het IJ. Dat is een mooie rommelige locatie -het moest allemaal niet te netjes. Het statische van een groep van dertig mensen moest ik kwijt zien te raken; alsof het toeval is dat iedereen elkaar daar tegen komt.” Die manier van fotograferen is overigens typerend voor het werk van Tabak. “Ik laat mensen wel poseren, maar maak er toch een snapshot van. Dat is wel de rode draad in mijn werk. Ook de keuze voor licht en locatie is bepalend. Het gevoel van de muzikant moet in mijn foto’s overeind blijven.” Tabak moet nog een tiental foto’s maken de komende maand. Tabak hoeft geen beroep te doen op fondsen en sponsors. “Uitgeverij Terra Lannoo was meteen geïnteresseerd in mijn idee. Het enige dat ik investeer is tijd en materiaal. Ik heb al mijn andere werk aan de kant gezet, anders komt het boek nooit af. Ik moet hier tijd voor creëren. Daar is het werk te goed voor.” Die materiaalkosten vallen overigens mee omdat Tabak inmiddels digitaal fotografeert. “Ik gebruik de techniek van tegenwoordig, maar de intuïtie uit mijn begintijd.” Eén van de nieuwe foto’s waar Tabak tevreden over is, is een dubbelportret van Normaals Bennie Jolink met zijn zoon, die in Jovink en de Voederbietels speelt. Niemand heeft dat dubbelportret eerder gemaakt. “Ook met de foto van Daniel Lohues van Skik ben ik zeer blij. Ik heb hem met zijn banjo in de veengronden geportretteerd.” Het boek Dutch Music verschijnt begin oktober. Ook zal er dan een tentoonstelling in de Amsterdamse Melkweg zijn.