DTRH17: My Baby injecteert het eerste shot dopamine
Maar werkt op de zenuwen van de neuroot
My Baby krijgt de eer om het hoofdpodium in de Hotot te openen. Ze reden al in een kar het terrein rond: Een enkeltje feeststoet van de camping naar het terrein. Morgen spelen ze op Glastonbury, maar eerst opwarmen in Ewijk.
Je herkent My Baby ver buiten de tent: Heerlijk rollende gitaarriffjes, vloeiende visuals op een scherm zo breed als het podium en tropische kledij. Je zou willen dat het donkerder was om in de beloofde hypnose te komen.
Alleen raak je niet echt in een trance en zeker niet in de juiste. In het eerste kwartier komt de bad trip al. Bij ‘Remedy’ gaat vocaliste Cato van Dijck zo lang door met het snel en eentonig herhalen van het woord dat het als een mug om je oor zoemt. Ook is onduidelijk of hun nummers lang duren met steeds subtiele aanpassingen of dat een nieuw liedje is ingezet. Vooral de drums lijken op elkaar en klinken te luid voor een hypnose.
Oké, niet wegzweven, maar dansen. In de tweede helft van de set gaat de distortionknop verder open en het tempo omhoog. Dan spreekt de zangeres de wijze woorden ‘Right here, right now is all we have’ - die in een boek ‘Irritaties op een festival’ moeten komen -, maar het werkt. Ze kondigt ‘Make A Hundred’ aan. Het publiek veert ongeduldig door hun knieën. Bij de break komen de eerste bierdouches, enthousiast gejoel en voel je als stilstaande bezoeker de trillingen tot aan je schenen. Op het podium is het eerder een anticlimax als Cato van Dijck tijdens het laatste nummer wat stijfjes bij de drummer op het platform gaat staan.
Maar maakt dat voorzichtige gedans op het podium uit? In dit geval niet. Het publiek heeft hun eerste shot dopamine geïnjecteerd gekregen. Geen meebrulhitjes, maar de eerste danspassen zijn geoefend en kunnen later in beschonken toestand natuurlijk weer toegepast worden.
HET MOMENT:
Terwijl bij 'Make A Hundred' iedereen losgaat wordt bijna tegen het podium aan ruimte gemaakt. Wat, komt er een moshpit?! Uiteindelijk bleek het een groep springende en lallende mannen die veel ruimte nodig hadden.