DTRH22: Gorillaz deelt twintig jaar aan knuffels uit
Bonte avond met digitale en levensechte gasten
He’s here, he’s there, he’s fucking everywhere. Damon Albarn komt op en ziet het podium als een grote speelweide waar veel lol te beleven valt. Hij staat vooraan als volsmenner, staat opeens op de verre zijkant van de stage, komt een paar knuffels uitdelen, heeft plots een helikopterpet met propeller op die hij geruime tijd op z’n hoofd laat zitten en houdt een net zo warrig als aandoenlijk praatje over de Nederlandse volksaard. Hij is de dartelende roze vlek die het publiek vanavond meetrekt. Om hem heen staat een energieke band en een vijfkoppig zangkoor. Er is vanaf de start een hoop gaande op het podium en dat zal tot het slot zo blijven.
Op de achtergrond is doorlopend de visuele basis van de band te zien: het werk van Jamie Hewlett. Gorillaz heeft ondertussen alweer meer dan twintig jaar aan materiaal verzameld waar nog steeds tracks bijkomen met gasten uit het langerekte adresboek van Albarn. Die zijn live soms als sample te horen, zoals vroeg in de set Robert Smith of de stamper van slowthai aan het eind. De krappe twee uur show is makkeiljk te vullen: Albarn hoeft alleen maar door de Gorillaz-Spotify te scrollen en de tientallen miljoenen plays vliegen door de jaren heen om zijn oren. Toch zakt de show halverwege even in, na die levenslustige start.
De keuzerijkheid zorgt er ook voor dat meegebrachte gasten (die van vlees en bloed, niet van bits en bytes) soms maar voor één nummer tevoorschijn komen. Zoals de Malinese Fatoumata Diawara op ‘Désolé’ en De La Souls Kelvin Mercer die iets teveel podium pakt voordat hij rapt op uitsmijter ‘Clint Eastwood’. Zonde natuurlijk, zo weinig tijd voor dat talent, maar de show moet door: favorieten als ‘Clint Eastwood’, ’19-2000’ en ‘On Melancholy Hill’ worden uiteraard nog aangetikt. Het is een bonte avond die langs meer dan twintig jaar aan Gorillaz schuurt, onder de leiding van de 54-jarige Albarn, die z’n melige momenten heeft maar nog altijd onvermoeibaar is.