Spinvis doet de kerstverlichting vast uit
Erik de Jongs eerste kerstalbum doet verlangen naar kleinschaligheid
Erik de Jong neemt de telefoon op in het midden van een roadtrip. ‘Hanco Kolk en Saartje van Camp zitten bij me in de auto!’ De tocht gaat naar de kop van Nederland, naar Hornhuizen, waar met de illustrator en het vaste bandlid de presentatie van Lutke Krub en zeven kerstliedjes plaatsvindt. Het is geen willekeurig gekozen locatie. ‘Hornhuizen ligt vlakbij Lutke Krub, het fictieve plaatsje waar het kerstverhaal zich afspeelt.’
Inderdaad. Spinvis en Kerst. Wat die combinatie oplevert, komen we nu uitgebreid te weten. De Jong: ‘Voor iedere artiest breekt een moment in diens carrière aan om een kerstplaat te maken. Ik hoop dat mijn bijdrage iets toevoegt. Het was een bijzondere ervaring om over kerst te schrijven in een snikheet augustus. En hartstikke leuk dat Hanco de illustraties bij het verhaal maakte.’ Ook kerst bekijkt hij, Spinvis eigen, vanuit menselijk perspectief. In zijn interpretatie van het tijdloze feest is ook de actualiteit aanwezig. ‘Ik wilde een commentaar leveren op wat er in de wereld gebeurt en kom daarmee uit bij het kleinschalige: de gemeenschappen van 100 mensen. Waar je elkaar nog tegenkomt. Waar je elkaar nog kent. Dat zou de sleutel kunnen zijn om nader tot elkaar te komen. Wat misschien wat stichtelijk klinkt, maar wat ik wel zo zie.’
Spinvis en sleebellen, dat is wel eens eerder voorgekomen, maar bij de opener ‘Kerstrecept’ zit het dicht tegen traditionele kerstmuziek aan. Dat verandert al snel, en aangekomen bij afsluiter ‘Zonder Naam’ is de kerstverlichting al op zwart gegaan. Het nummer is aangekondigd als anti-oorlogslied, met meteen een kanttekening hierbij. De Jong: ‘Ik zou het niet zo noemen. Die term is heel pompeus. Iedereen is tegen de oorlog. Eigenlijk is elk lied anti-oorlog, maar het gaat wel over deze tijd. Het huidige geweld is niet te bevatten. Er komen tienduizenden mensen om in Gaza, er sneuvelen tienduizenden mensen in Oekraïne. Dan wordt het te abstract, en dat is gevaarlijk. Daarom heb ik het vertaald naar één individu. Een gewone jongen die danst in de kroeg en wordt beïnvloed door nepnieuws. Hij laat zich meezuigen in de haat. Aan het front komt hij een tegenstander tegen die net zo bang is als hij. Ook een slachtoffer.’ Het terugkerende bord spaghetti in het nummer is niet toevallig gekozen. ‘Het is de meest gegeten maaltijd in de wereld. Ook in de Tweede Wereldoorlog. Het is universeel en staat symbool voor dat we allemaal hetzelfde willen eten.’
Zelf mist De Jong de kleinschaligheid ook: ‘Je komt elkaar niet meer tegen. Alles wordt online besteld. Door de zelfscankassa’s is het gesprekje weg. Andersdenkenden ontmoet je ook niet meer.’ Behalve dus op de kleine plekken. Zoals Lutke Krub.