Album van de Week (43): Arctic Monkeys

Van energieke branierockers tot sierlijke kalligrafeerders

Jaha, nou weten we het wel. Je mist de oude Arctic Monkeys, de branievolle jonge gitaarband die vijftien jaar geleden de Britse scene binnenstormde. Punchy, to the point, maar ook slimmer dan de rest, met van die ongrijpbare beelden in de teksten. Die band is Arctic Monkeys niet meer, daar zul je je bij neer moeten leggen, want zevende album The Car borduurt voort op het wat dubbel ontvangen Tranquility Base Hotel And Casino, waarin de vier uit Sheffield transformeerden tot loungy spacepopband. Koppig stuurt Alex Turner zijn band verder die richting in, grappig genoeg trouw aan het adagium van de debuutplaat: whatever people say I am, that’s what I’m not.

Dat zelfbewuste hoor je in de nieuwe plaat. Bijvoorbeeld in ‘Sculptures Of Anything Goes’, waarin Turner knipoogt naar zichzelf: ‘Puncturing your bubble of relatability with your horrible new sound. Baby, those mixed messages ain't what they used to be.’ En nog eens op het prachtig gearrangeerde ‘Big Ideas’, waarin hij mijmert over de stormachtige begindagen: ‘I had big ideas, the band were so excited. The kind you'd rather not share over the phone. But now, the orchestra's got us all surrounded.’ Onder die laatste zin komt een dikke vette streep in het tweede deel van de song, waar de 18-koppige strijkerssectie op zijn Sinatra’s aanzwelt en een fuzzy gitaarsolo inbreekt.

We weten al langer dat Turner fan is van deze sierlijke, crooner-achtige benadering, en dat hij zijn teksten het liefst kalligrafeert in plaats van zingt. Hij liet dat voor het eerst horen met The Last Shadow Puppets, met zijn opgeschoten maatje Miles Kane. Langzaam maar zeker liet hij die benadering doorsijpelen in zijn hoofd-band. Nu hoor je overal die strijkers, galm over de drums, Isaac Hayes-achtige velvet soul en Scott Walker coolness, flarden bossa nova en soundtracks van vintage gangsterfilms.

Maar de verandering gaat verder dan alleen sound. Arctic Monkeys laat de dwingende structuur van een hitsong ook los. De liedjes hebben vaak geen al te nadrukkelijke hook of refrein, stoppen zomaar of hebben gek lange intro’s. Opener ‘There’d Better Be A Mirrorball’ is daar een mooi voorbeeld van. Turner mijmert kalmpjes over zijn zware hart en de relatie die op barsten staat (‘yesterday still leaking through the roof’), en je moet tot minuut drie wachten tot het arrangement tot volle wasdom komt. Wen er maar aan, maar ook weer niet te veel, want als je te veel gaat hechten aan deze incarnatie van Arctic Monkeys kom je misschien bij album acht weer bedrogen uit.

#news
Laatste nieuws en artikelen van 3voor12