Album van de Week (45): Nation of Language
Brooklyns trio steekt het beste uit de jaren tachtig in een fris synthpop-jasje
De jaren tachtig zijn in trek de laatste jaren. We zien het overal in terug: Stranger Things werd één van de grootste successen van de afgelopen vijf jaar, popiconen Dua Lipa en The Weeknd scoorden monsterhits die vol zaten met knipogen naar vroeger en nu zet Nation of Language met hun new wave synthpop de eighties wederom in de spotlight. Maar wel weer nét effe anders.
Een wereldwijde pandemie zat de nieuwe band uit Brooklyn niet in de weg: met debuutplaat Introduction, Presence speelde Nation of Language zich vorig jaar al in de kijker. Pitchfork en NME waren lyrisch over de plaat en die laatste kroonde de muziek als “most exciting music coming out of New York”. Introduction, Presence was vakkundig dichtgemetseld met een vrachtlading aan bangers en klonk bijna als een Best of The Eighties -compilatie, volgestouwd met het new wave-geluid van Depeche Mode, OMD en New Order. Hun deze week verschenen tweede plaat, A Way Forward, is een veelzijdiger verhaal. Nog steeds met new wave-elementen, maar ook met speelse synthloopjes à la ‘The Model’ van Kraftwerk en een vleugje pop. Het is fris, voelt nieuw en hoewel het inspiratie put uit vervlogen tijden klinkt het modern en prikkelend.
Neem de drumloze openingstrack ‘In Manhattan’, die doet denken aan het eerdere werk van Interpol in een dun Depeche Mode-jasje. ‘You’re in Manhattan’, zingt frontman Ian Devaney uitnodigend. Een meerstemmig koortje zwelt aan en hij neemt je mee de nacht van de betonnen jungle in. Bij de single ‘Across That Fine Line’ word je ondergedompeld in een nostalgisch bad, waar de kietelende motiefjes je om de oren spetteren. Een track over het dansen op de grens van vrienden en geliefden. ‘Every day we're circling / Never closing in on what we want’ gaat samen met een dansbaar baslijntje, waar je spontaan vlinders van in je buik krijgt.
Op de single ‘This Fractured Mind’ valt het écht allemaal op z’n plek: een anthem-achtig refrein met fonkelende synths, die op hun beurt weer doen denken aan Future Islands. Het klinkt alsof Matt Berninger van The National melancholisch mijmert over de electropop van Kraftwerk. Zo pikt Nation of Language de beste ingrediënten eruit en vouwt die behendig in elkaar tot frisse synthpop met een melancholische twist. Alsnog een Best of The Eighties-compilatie, maar dan anders.