Robin Kester bezoekt de dark side van de Efteling

Nieuwe Patch EP balanceert tussen rust en onrust

Een ‘happy accident’, noemt Robin Kester het, wanneer ze ‘Something In My Room’ aan het opnemen is in de KLANK-studio in de bossen van Den Dolder. ‘We gebruikten een heel gevoelige microfoon. Toen zijn er onbedoeld vogelgeluiden opgekomen. Ik vond dat erg mooi. Ik twijfelde wel: een vrouw en vogels, wordt dat niet te lieflijk? Maar ik werd er heel kalm van. Dus fuck it, ik gebruik het gewoon. Ik bleek ook andere vogelgeluiden op mijn telefoon te hebben staan. Die had ik opgenomen in het Kralingse bos. Echt rare vogels, heel tropisch. Ik moet maar een keer aan een vogelaar vragen welke soort het is.’

De vogels vormden het eerste bindmiddel van de Patch EP die Robin Kester dit weekend heeft uitgebracht. Ze had na debuutalbum Honeycomb Shades nog een paar nummers liggen waar ze echt wat mee wilde. Het liefst als een EP.  ‘Door de opener Birds In D Minor is er eenheid in gekomen. Je komt binnen met het vogelgeluid, de voetstappen waardoor je door een soort grot loopt en het crappy pianowalsje. Bij de afsluiter Something in My Room komen dezelfde elementen terug. Dan is het echt rond. Het is een rit in de Efteling, maar dan wel langs de dark side.’

In die duistere zijde wordt zeker aangemeerd. Kesters nummers kunnen misschien dromerig klinken, het zijn wel dromen met een donkere rand. ‘Long Dark Sleep’ is geïnspireerd op een scene uit The Crimson Petal and the White van Michael Faber. Kester: ‘In de Victoriaanse film heeft de prostituee Sugar een verschrikkelijke dag en verlangt ze ernaar om te slapen. Zodat de dag erop zit. En straks de volgende aanbreekt. Ik dacht: dit wil ik ook. Nu uit, morgen weer aan. Ik heb veel slaapproblemen. Ik slaap lastig in, er komen veel nachtmerries voorbij en er is veel onrust. Mijn gedachten willen niet uit.’ In de dreigende afsluiter ‘Something In My Room’ neemt ze de angstige wereld van sleep paralysis mee, een moment waarop iemand bewustzijn heeft, maar het lichaam nog niet kan bewegen. Kester: ‘Het nummer is vanuit een kutplek geschreven, waarin alles op je afkomt en je voor je gevoel van ellende uit elkaar kan springen. Je voelt een soort paniek en angst. Het is moeilijk om erover te praten, dus vertaal ik het in muziek.”

De onrust zit in haar dna, maar hoe kan iemand als Kester toch geduld opbrengen voor deze subtiele, gevoelige muziek? Kester: ‘Op het podium vind het wel lastig. Daarom klink ik live zo anders dan op plaat. Ik wil niet dat het publiek of ikzelf de aandacht verliest. Maar in de studio kan ik in mezelf kruipen. En wordt een energie aangeboord die ik geweldig vind.’

#news
Laatste nieuws en artikelen van 3voor12