Album van de Week (43): Adrianne Lenker
Big Thief frontvrouw is kwetsbaarder dan ooit op soloplaat
Als er iemand is die weet hoe je mensen de tranen uit de ogen kan zingen en die haar eigen hart uit haar lijf kan scheuren om die vervolgens voor te schotelen aan iedereen die maar luisteren wil, dan is dat Adrianne Lenker. Haar bijna fluisterende stemgeluid lijkt wel bedoeld voor de gebroken harten en melancholische zielen onder ons. Als frontvrouw van Big Thief wist ze menigeen al op een griezelig mooie manier bij de strot te grijpen, op haar solodubbelalbum songs en instrumentals gaat dat haar minstens zo goed af.
Het dubbelalbum schreef de 29-jarige Lenker in een hut in the middle of nowhere van Massachusetts. Met een nét door corona afgebroken tour achter de rug en jawel, een hart dat aan diggelen lag. Het eerste deel van het album, songs, bestaat uit kleine, ingetogen liedjes. Klein, maar met een zwaarte waar je bijna fysiek hartpijn van krijgt. Help me die, my darling, klinkt het op ‘come’. Fluistermompelend bezingt ze het einde van haar relatie en observeert ze het leven. Of de dood, want op ‘ingydar’ beschrijft ze op poëtische wijze het ontbindingsproces van een dood paard in de stal. De fragiliteit hoor je overal in terug: in haar breekbare stem, de poëtische teksten, de opbouw. Luister maar eens naar de eerte vijf seconden van 'forwards beckon rebound', waarin ze toch even opnieuw begint.
Het tweede deel van het album instrumentals bestaat uit twee, inderdaad, instrumentale tracks. Het zijn kalme gitaartokkelsongs met op de achtergrond de natuurgeluiden uit de omgeving van het hutje in de bergen. Het ruisen van de wind en het tjirpen van de vogels spelen een belangrijke rol op het zestien minuten-durende ‘mostly chimes’ en dwalen op de achtergrond voorbij op het 21 minuten-durende ‘music for indigo’. Je gunt natuurlijk niemand een pijnlijke heartbreak, maar als iedere heartbreak zoals songs and instrumentals klinkt zou je toch bijna naar de volgende verlangen.