In de T-Up is er ruimte voor ongeveer tachtig man die mogen genieten van het kleinste podium van de avond. Zo sta je aan het begin van de avond bijna op het podium zelf, zo druk is het bij Tigerhorse, die het minifestival aftrapt. Tigerhorse is de gebroeders Pieter en Jonas De Meester (oa. King Dalton) die samen op het podium meteen het beste optreden van de avond claimen. In Tigerhorse schuilt Americana/folk die rustig, tokkelend wordt gespeeld. Toch schuilt er in elk nummer een bepaald soort onrust dat aan het eind van zo’n nummer naar boven komt in een enerverend hoogtepunt. De broers kijken elkaar speels aan, spelen precies wat ze uit hun instrument willen halen en weten van begin tot eind te boeien.
Warhaus opent de avond in de Rabozaal in stijl. Het soloproject van Maarten Devoldere (Balthazar) vierde dit jaar de release van zijn eerste album ‘We Fucked a Flame into Being’. Deze plaat benadrukt nog maar eens hoe Devoldere zijn stempel op Balthazar heeft weten te drukken, zowel tekstueel als muzikaal. In Warhaus wordt bij het bekende geluid van Balthazar het roer omgegooid, maar niet per se radicaal omgegooid. Het geluid van dit soloproject neigt iets meer naar duistere jazz a la film noir. Warhaus speelt strak, bezwerend maar misschien ook een beetje repetitief. Desalniettemin, Warhaus rechtvaardigt zijn plek in de Belgische top.