Je album gaat over ex-moslim zijn, jezelf afzetten tegen het geloof en het systeem dat daarbij komt kijken. Hoe zag jouw opvoeding eruit in dat geloofssysteem?
“Het is niet zo dat we thuis hele strenge regels hadden. Als kind moest ik bijvoorbeeld wel op zondag naar de moskee voor islamitische les of algemene dingen, zoals meedoen aan Ramadan. Op een gegeven moment was ik nooit meer aan het bidden en dan kreeg ik heel soms een opmerking dat ik echt zou moeten bidden. Nooit echt streng, dus wat dat betreft viel het mee. Wat ik echter wel merkte, was dat de schaamtecultuur heel prominent is in de islamitische gemeenschap. Als je niet meer bidt of meedoet met andere rituelen is het beter om dat achter gesloten deuren te houden. Je moet je houden aan de rol die je is opgelegd, waardoor het voor mij soms leek op een soort sitcom. Je moet gewoon normaal doen en niet opvallen.”
Waardoor besefte je dat je niet meer geloofde?
“Toen ik 15 was wilde ik juist een betere moslim zijn. Ik vroeg me af: ‘Ik ben wel moslim, maar waar geloof ik dan eigenlijk in? Ik doe dit puur omdat ik zo ben opgevoed.’ Toen ben ik meer gaan leren over het geloof, door Hadiths te bestuderen en de Koran echt goed te lezen. In plaats van dat het me bevestiging gaf, schrok ik juist van alles wat ik leerde. Hoe meer ik las en erover leerde, hoe minder ik erin begon te geloven. Het was de realisatie dat dit iets was wat ik helemaal niet wilde.” Het was eng en ook heel eenzaam. In het begin probeerde ik de teksten die ik las te rijmen met mijn eigen principes. Dan maakte ik een aangepaste interpretatie of ging ik teksten zoeken die wel aansloten bij mijn eigen waarden. Maar ik kreeg door dat ik mezelf een beetje aan het gaslighten was en daarmee kwam het besef dat ik er gewoon niet meer in geloofde en er helemaal alleen in stond. Ik was toen 16, een jaar verder.”
Het lijkt me lastig om juist met het doel om een betere moslim te zijn, en voor de gemeenschap dus een beter beeld te willen neerzetten, erachter te komen dat dit niet is wat je bent. Zijn er mensen met wie je bent gaan praten hierover? Hoe reageerden zij?
“Ja, ze reageerden heel heftig. Ik heb van alles gehoord. Mensen die ineens zeggen: ‘Eigenlijk mogen wij jou nu doden, omdat je het geloof hebt verlaten.’ Dat zijn dan familie en vrienden in mijn directe omgeving die het soms lacherig zeggen, maar tegelijkertijd ook serieus zijn. Toen ik het aan een familielid vertelde, reageerde hij met: 'Als je mijn zoon was, had ik je gelijk omgelegd'. Het is zwaar. Je stelt je heel kwetsbaar op en zo’n reactie komt dan nog veel harder aan op dat moment. Dat heeft voor veel onzekerheden en mentale problemen gezorgd. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik nooit echt goed genoeg was en daardoor was ik bang dat ik mensen teleur zou stellen.”