Rey Shifa, vierentwintig jaar, vierdejaarsstudent Muziek en Technologie aan de HKU, is al een tijdje actief binnen de hiphop- en trapscene. Echt een creatieve uitlaatklep is dat niet bepaald. Met haar nieuwe single ‘ENIF MA I’ komt Renate Kroes, het gezicht achter Rey Shifa, langzaam maar zeker in beeld. Het nummer, dat gevuld is met elektronische galmpjes, schoegaze-achtig gitaarspel en een vleugje viool, is voor Rey een manier om een klein stukje te tonen van de kwetsbare kern die in haar zit. In een openhartig gesprek vertelt ze over haar ervaringen met depressie en hoe mentale gezondheid een toegankelijker gespreksonderwerp kan worden.

Kun je uitleggen waar ‘ENIF MA I’ zijn oorsprong vindt?
Ik kamp al een tijd met depressie en sinds de coronacrisis is dat bijna ondraaglijk geworden. Toen ik het echt niet meer trok, was dit mijn uitlaatklep. Ik kon op dat moment niet anders dan dit nummer maken. Zonder was ik de manische periode die ik nu langzaam achter me laat, waarschijnlijk ook een stuk minder goed doorgekomen. Eigenlijk voel ik mij het meeste mezelf in mijn muziek, sinds ik een jaartje geleden hulp ben gaan zoeken. En dat was goed, want ik was ook heel erg klaar met steeds maar moeten liegen over hoe het met je gaat. Je kunt niet even tegen je collega in de lunchpauze zeggen dat je zojuist je vierde breakdown van de week hebt overleefd. Je schuift het altijd weg als ‘gewoon een slechte dag’ en voor je het weet, zeg je dat elke dag. Op een gegeven moment kun je jezelf niet meer voor de gek houden.”

Als je pech hebt, kan een depressie soms zo erg escaleren dat je buiten je eigen lichaam treedt. Dat je als het ware begint te dissociëren.
“Eens, leven met een depressie kan echt voelen als een out of body experience. Soms voel je ook helemaal niets, terwijl je eigenlijk alles tegelijk voelt. Ik ben iemand die dingen van nature heel erg binnenhoudt; dat is één van mijn grootste valkuilen. Natuurlijk ben ik altijd eerlijk over hoe het gaat, maar je zal bij mij nooit het diepste van mijn kern zien. Het sociale beeld dat mensen van mij hebben, heb ik zelf gecreëerd. Daarbij vind ik het soms zelf moeilijk om te weten hoe ik me voel, juist omdat ik het al die jaren zo ben gaan binnenvetten. Als ik dagenlang negeer hoe het met me gaat, kan ik uiteindelijk bijna niet meer bij mijn eigen gevoelens komen. Het is een soort oranje fase waarin je je bevindt, waardoor je door het kleinste incidentje naar rood kunt springen. En altijd besef je achteraf pas wat de reden was. Dat is het lastige aan depressie. Je weet niet waarom het er is, het is er gewoon. Er is altijd wel iemand die vraagt waarom je zo voelt. Dan denk ik: ‘jongens, als ik dát eens wist, had ik er allang iets aan gedaan!'"

(tekst gaat verder onder de foto)

En dan is er nog het constante vergelijken.
“Ja. Ik ben nu een jaartje in behandeling bij een psycholoog. Dat is ook de reden dat ik niet voor groepstherapie heb gekozen: ik ben altijd bezig met mezelf met anderen vergelijken. Hoe ik loop, hoe ik eet, hoe ik praat en wie ik ben. In feite ben ik mijn eigen grootste vijand.”

Om nog even terug te komen op muziek: het instrumentale aspect iets dat je wil doorzetten? Er zijn een paar vage woorden te horen, hoewel het niet veel is.
“Het blijft voornamelijk instrumentaal, ja. Ik ben absoluut geen zangeres en zie mezelf ook niet als zangeres. Bij dit nummer was het toevallig echt dat ik die noodkreet niet door een vriendin of vreemde zangeres kon laten zingen. Dat zou gek zijn, want dit is mijn eigen verhaal. Dat terzijde zie ik mijn eigen stem meer als instrument dan middel om woorden over te dragen, dus ik wil dit wel vaker doen. Ik ben ook bezig aan een nieuwe EP die hopelijk iets toegankelijker zal zijn. Het zal nooit supervrolijke muziek worden omdat het mijn persoonlijke uitlaatklep is, maar ik zoek wel naar iets dat voor iedereen minder heftig is.”

Heb je het idee dat er op dit moment genoeg over mentale gezondheid wordt gepraat in de muziekwereld?
“Ik merk wel dat er de afgelopen jaren langzaam meer over wordt gepraat. Daar ben ik heel blij mee, hoewel het stigma er nog steeds is: dat is voor mij een teken dat het nog niet voldoende is. Nog vaak is het te makkelijk om ‘stel je niet zo aan’ tegen jezelf te zeggen. Zo lang mensen dat blijven doen, wordt het probleem in stand gehouden. En dat is ook eng. Ik denk niet dat praten over hoe slecht het gaat iets is dat voor iedereen is weggelegd. Maar alles went en gaandeweg doe je trucjes op om jezelf voor de gek te houden. Op die manier leer je hoe je met depressie kunt omgaan. Het mooiste zou echter zijn als we er uiteindelijk open over worden zodat we niet meer op zulke trucjes hoeven te leunen.”