Er hangt een verzengende hitte boven de tegels op de dag dat we bij het instrumentenzaakje aan de Oudegracht binnengaan. Het is er donker en onbemand: vandaag is de winkel alleen open op afspraak. Als we ons door de achterkant van het zaakje manoeuvreren en de trap naar de werfkelder afdalen, wordt vrijwel meteen duidelijk waarom. Het gangetje waar we doorheen lopen, mondt uit in een kleine ruimte die volgestampt staat met apparatuur. Langs de wanden staan stellingkasten waar materiaal, archiefmappen en dozen evengoed door elkaar heenstaan. In het midden staat een blauwe werktafel waar een streep wit tl-licht op schijnt. Daar ligt, tussen de bakjes schroeven en pluggen, het broodje filet american van oprichter Martijn Dankmeijer. Tegen de linkermuur staat een tweede tafel waar collega’s Tim Wannet en Robbert de Jong druk met snoertjes in de weer zijn. “Het is maar goed dat jullie nu langskomen. Als jullie dit idee een maand eerder hadden gekregen, waren we hier veel te druk voor geweest. Tjokvol apparaten stond het hier toen,” vertelde Dankmeijer een week eerder bij de kennismaking.
Wat meer dan twee decennia geleden begon als een bescheiden slaapkameronderneming is nu uitgegroeid tot een volwaardig internationaal begrip. The Music House aan de Oudegracht is inmiddels, naast een muziekinstrumentenzaak, ook een waardevolle speler in de verhuur van geluidssets en dj gear en repareert zowat elke synthesizer die gewond binnenkomt. Het pand is weliswaar niet het modernst en de werkplek verre van opgeruimd, en toch weten klanten vanuit heel Europa het zaakje van Martijn Dankmeijer te vinden. Misschien niet zo vaak meer voor nieuwe spullen, maar zeker wel voor de reparaties van oud materiaal.
Twintig jaar tot nu toe
The Music House vindt zijn oorsprong in 1989, waarna het gestaag groeiende eenmanszaakje al in november 2000 naar de Oudegracht verhuisde. “Die eerste jaren na de oprichting waren prachtig,” vertelt Dankmeijer erover. “Je bent je eigen baas, je mag alles mag alles zelf beslissen en als je op je bek gaat, kun je daar mooi iets van leren voor de volgende keer. Door die mentaliteit kunnen wij kunnen nu nog steeds zelf bepalen wat we willen.” In die vroege jaren verkocht de winkel alleen muziekinstrumenten, waarvan het overgrote deel tweedehands. Waardoor ze al gauw een extra persoon nodig hadden om twee keer in de week reparaties uit te voeren. “Toen diegene vertrok, hebben we even gekeken wat we moesten doen. In die periode zag je namelijk door het internet een grote verandering waarin mensen zelf hun tweedehands apparaten gingen verkopen. In feite werd onze bijdrage daardoor weggesnoept. Dit hebben we zo een jaar of tien aangekeken totdat we besloten om ons puur en alleen te focusen op reparaties. Op die manier hadden we ineens een hele nieuwe markt te pakken.”
Bijlesjes techniek op vrijdag
De coronacrisis heeft ook hier zijn vingerafdruk achtergelaten. Terwijl bij sommige winkels het faillissement al om de hoek kwam gluren, heeft het personeel van The Music House geïnvesteerd in een gigantische hoop technische kennis. Want het einde van de reparaties was nog lang niet in zicht. “Bij ons is de verhuur vorig jaar in een week naar nul gegaan, waarna de winkel in december ook een tijd moest sluiten. Aan de andere kant gaf dat wel veel kansen om andere dingen uit te werken,” begint Dankmeijer, “we hadden bijvoorbeeld veel meer tijd om elkaar ‘les te geven’ in repareren. Als deze crisis niet was gebeurd, waren we nog steeds hartstikke druk geweest met verhuur en hadden we dit allemaal niet geleerd.”
Voor de uiteenzetting van het reparatieprocres maakt Dankmeijer graag wat plek voor Wannet. Er volgt een niet-zo-coronabestendige stoelendans, waarna Wannet aan zijn uitleg begint. “Als we een apparaat binnenkrijgen, kijken we er eerst naar met drie vragen in ons hoofd. Ten eerste: wat is het? Ten tweede: heb ik het al een keer eerder in handen gehad? Ten derde: is het een apparaat waar we daadwerkelijk iets voor kunnen doen? Bij verouderde apparatuur proberen te we achterhalen hoe oud het is en of er al eerder iets aan is gebeurd was. Zulke dingen delen we ter plekke met de klant, we proberen daar zo transparant mogelijk in te zijn. Indien het gewenst is, kunnen we ook een limiet op de bon zetten om het budget van de klant te beschermen. Voordat we beginnen, checken voor de zekerheid we of er echt iets stuk is of dat er gewoon een knopje niet aan stond. En dan is het tijd voor de reparatie! Als we gaandeweg merken dat we tegen het bonlimiet aan gaan zitten, bellen we de klant meteen op om de boel te bespreken. Zodra de reparatie klaar is, testen we hem hier nog een tijdje om zeker te zijn dat alles het doet, voor we het apparaat teruggeven.”
Hoe lang een reparatie duurt, verschilt per klacht. Sommige probleempjes zijn binnen een uur verholpen, zoals het fixen van een mengpaneel. Een wat grotere klus, daar kunnen ze wel vijf tot zes uur mee bezig zijn, aldus Wannet. “Dat zijn echt de forse synthesizers met drie verschillende klachten. Dan ben je inclusief ontleding en voorbereiding makkelijk een uur per klacht bezig.” Wannet zelf begon zo’n twee jaar geleden bij The Music House, eigenlijk zonder enige kennis van techniek. “Voor de pandemie hield ik me vooral mezig de verhuur, die door corona gelijk wegviel. Toch wilde ik hier wel graag blijven werken, dus toen ben ik meer met reparaties aan de slag gegaan. In het begin vooral de simpele dingetjes, maar in een korte periode heb ik echt superveel geleerd. Nu ga ik hier komend schooljaar een opleiding hierin ga doen, omdat ik het zo leuk vind.”
Ook Dankmeijer zelf weet dat de bovengrens nog lang niet bereikt is. “Om de week krijg ik zelf ook les in elektronica van twee verschillende personen. De één is echt een rouwdouwer, zo van: ‘hup, zet er wat volt op en kijk gewoon wat er gebeurt’, wat een groot verschil is met de andere persoon die wat voorzichtiger is in zijn aanpak. En beiden zijn erg goed om te hebben. Soms moet je niet te voorzichtig zijn, maar juist dingen doen om te zien wat er gebeurt. Anders kun je daar uren over nadenken, terwijl je nog niets aan het doen bent.”
“Wat betreft hoe het sinds de heropening gaat: mensen voor verhuur komen hier ook doordeweeks langs, maar het heeft geen zin om daar de winkel voor te openen. Omdat er door online winkelen verminderde klandizie is, wordt het ook minder leuk voor personeel om boven te zitten,” verzucht Dankmeijer. “Voor hooguit vijftien mensen wil je daarboven niet in je eentje de hele dag niets doen. Dan kun je net zo goed beneden wèl aan het werk zijn en het daar met elkaar gezellig hebben. Voorlopig zijn we op vrijdagen en zaterdagen open, maar de vraag is natuurlijk of dat zo blijft. Het is niet zoals voor de coronacrisis, dus we zien het de komende maanden wel. We willen ons sowieso blijven ontwikkelen in repareren en dienstverlenen, in plaats van alleen verkoop. Sinds een paar weken zijn we bijvoorbeeld bezig met modulaire systemen bouwen. Binnenkort gaan we drie Fénix II synths uitleveren die allemaal al verkocht zijn. We hebben nu zelfs al mensen op de wachtlijst staan voor meer nieuwe systemen.”
“Een instrument verkopen kan iedereen, maar het lezen van een compleet technisch schema is een specialisatie op zich”
Gebroeders Music House en Keymusic
Een misvatting die je als particuliere muzikant zou kunnen maken, is dat er onderlinge concurrentie is tussen The Music House en Keymusic aan de Biltstraat. Dat idee wordt echter meteen weggewuifd na het stellen van de vraag. “Keymusic is geen concurrent van ons. We zitten heel vaak gewoon samen een biertje te drinken na werk, of we komen even bij elkaar langs om iets te bespreken. Zij repareren niets, zeker niet als er iets buiten de garantie valt. In zulke gevallen sturen ze iedereen naar ons door. Wij hebben dan weer een klein winkeltje met een reparatieservice, dus eigenlijk zijn wij directe collega’s van elkaar,” legt Dankmeijer uit. “Hier in Utrechtse muziekwereld heb je elkaar ook echt nodig. Qua gearaanbod is er schrikbarend weinig in deze stad, terwijl we wel een conservatorium hebben, meerdere poppodia, muziekcafé’s en ga zo maar door. Je kunt je apparatuur natuurlijk online kopen, maar het is toch fijn om wat meer informatie in te winnen. Dan weet je gelijk wie je moet hebben als een apparaat na verloop van tijd kapot gaat. Dat is iets wat de meeste muziekwinkels niet als iets waardevols zien, of anders alleen als een kostenpost.”
“Het ding met deze reparaties is namelijk dat het ontzettend specifiek is. Een willekeurige HTS’er of MTS’er kan dit niet doen, dit is compleet andere stof. Het is gewoon echt een uitstervend beroep volgens mij, dit hele repareren van vintage gear. Vijf jaar geleden hoorde je het nog wel, maar die mannen zijn allemaal met pensioen gegaan. Zij werkten vaak ook bij iemand thuis en hier kom je echt de zaak binnen. We praten hier bijvoorbeeld over instrumenten uit 1978, daar gaat bijna geen informatie meer over rond. In het geval van Keymusic kun je zulke reparaties alleen voor elkaar krijgen door aparte mensen hier honderden uren in te laten investeren. Met de hoop dat ze blijven, kostendekkend kunnen gaan draaien en zo uiteindelijk een centje eraan verdienen. Bij ons is het zo dat ze in de winkel kunnen staan èn tegelijkertijd kunnen beginnen met makkelijke reparaties. Als ze zien dat dat lukt, kunnen ze weer een stapje verder gaan. Dat er ruimte is voor groei is het voordeel van een klein zaakje. Een instrument verkopen kan iedereen na verloop van tijd, maar een compleet technisch schema lezen en het probleem lokaliseren is echt een specialisatie op zich.”
Samen één team
Goed, laten we wel wezen: voor de meesten van ons zal dag in dag uit met je neus in de snoeren zitten niet als een aantrekkelijke dagbesteding klinken. Wat maakt dit werk dan zo bijzonder? Ten eerste het feit dat iedereen nog andere expertises heeft buiten instrumentreparaties om. “Ik heb bijvoorbeeld laatst voor ons jubileum de tekening gemaakt die op de t-shirts en stickers staat,” licht De Jong toe. Maar het allerbelangrijkste is volgens Dankmeijer toch de samenhorigheid binnen de groep: “Het is het teamgevoel en de loyaliteit die we hier naar elkaar toe hebben. De blijvende inzet tijdens en buiten werktijden, we zijn er echt als een familie voor elkaar. Als er personeel weggaat en we nieuwe mensen nodig hebben, moeten die echt honderd procent in het team passen. We vieren elkaars verjaardag, met kerst eten we samen en buiten werk om helpen we elkaar ook. Dat is gewoon prachtig.”