Fabio Lemoine is gymleraar in het dagelijks leven. Onder de naam Monnik heeft hij eind vorig jaar zijn tweede album Opgaan uitgebracht. We ontmoeten de welbespraakte rapper op een koude avond in december en praten met hem over de Amersfoortse rapscene, doelen in het leven en zijn eigen achtergrond.

Ging het produceren van Opgaan als verwacht?
“Ik heb op dit album dingen geprobeerd die ik voorheen nog niet had gedaan. Sommige nummers zijn gefreestyled, andere voorbedacht. Ook wat betreft promotie of de clips die we wilden maken. Vóór corona wilde ik een clip over dementie maken en een voor het nummer ‘Coma’. Dat stond allemaal al gepland. Alleen kun je nu niet meer met ouderen filmen en ook niet in een ziekenhuis. En dat hadden we juist nodig. In plaats daarvan konden we een goede studio huren om te filmen met een green screen. Maar waar moest ik de tijd vandaan halen? We wilden nog stukken opnemen, dingen moesten opnieuw, tracks moesten nagekeken worden en ineens hadden we een zangeres nodig. Het werd hectisch.”

En al die facetten bepaal jij? 
“Met andere mensen. Vooral met Maxxlevel, dat is ook de producer. Hij runt de muziekstudio, waarin hij sessies doet en die hij ook verhuurt. Hij maakt beats, mixt en samen zijn we ook bezig met projecten in de stad.”

(Tekst loopt door onder de foto's)

Hoe kennen jullie elkaar?
“Ik ken hem sinds de eerste klas. Toen ik negentien was, had hij een heel klein studiootje in zijn huis. Daar begon het. Vervolgens ging hij naar Spanje toe. De studio had hij meegenomen, en plotseling zat ik met niks. Ik had nog geen muziek uitgebracht, want dat wilde ik nog niet. Ik had een microfoon op mijn kamer en wat studioschuim zodat we toch nog konden tapen. Toen hij terug kwam, hadden we meteen zoiets van: we voegen alle spullen samen en we maken een studio.”

Jullie organiseren ook een schrijverskamp.
“We hebben nu het eerste schrijverskamp gehad bij Kosmik in Amersfoort. Eerder hebben we daar Secret Sauce gedaan: zeven bijeenkomsten voor artiesten, producers en rappers. Daar hadden we het over visie met Typhoon, over tekst schrijven met Diggy Dex en hebben we producen en performance gehad met Della Dix. Het mooie was dat er zoveel mensen bij elkaar kwamen uit Amersfoort. Dat gevoel van ‘hey, maak jij ook muziek?’ of ‘wie ben jij?’, was echt dik. Je voelde je niet alleen.”

En heb jij daar het hoogste woord?
“Ik hoor bij de organisatie, maar we willen dat iedereen gewoon lekker zichzelf is. We wezen ze op de coronaregels en verder lieten we het aan hen over. Eerst gingen de mensen die elkaar kenden in groepjes rondhangen. Overal werden nummers gemaakt. Daarna gingen mensen dwalen en daar kwamen ook weer nieuwe tracks uit. Het duurde maar twee dagen, maar was wel keihard.”

Je echte naam is Lemoine. Heb je Franse roots?
“Heel ver weg. Uit de tijd van de Hugenoten, het protestantisme. De zoon van de zoon van de zoon. Dat gaat over driehonderd jaar terug. Ik heb echter meer met Brazilië.

Hoe komt dat?
“Mijn ouders hebben een stichting in Brazilië overgenomen, voor kleuterscholen in de favela’s. Ik ben daar drie keer geweest. Mijn beste vriend komt daar vandaan. Mijn moeder heeft me vernoemd naar een Braziliaan: Fabio. Hij was een zwerfjongen. Mijn ouders kwamen hem elke dag tegen, bedelend. Uiteindelijk leerden ze hem goed kennen en kwamen ze erachter dat hij niet op de hoogte was van zijn eigen leeftijd. Toen hebben ze spontaan zijn verjaardag gevierd en hem een skateboard gegeven, zodat hij zich makkelijker kon voortbewegen. Niet wetende dat het de dag daarna weer gestolen zou worden door een ander straatkind. Die jongen heeft veel indruk gemaakt op mijn moeder.”

Wat zijn verdere doelen in dit leven?
“Wat ik het mooiste vind, is dat er iemand luistert als ik iets vertel. Of dat nou voor de klas is, als gymleraar, bij een workshop of als muzikant. Dat ik dat zie. Ik ben me er tegenwoordig meer bewust van als ik voor een groep sta. Doordat ik leraar ben, maar ook door mijn optredens en de momenten bij Kosmik, zie ik wanneer iets werkt. Ik heb het geluk dat ik ook met non-verbale communicatie de aandacht vast kan houden. Uiteindelijk wil ik daarmee een zo groot mogelijke cirkel van invloed creëren.”