Echt normaal is het niet te noemen, een halfuur moeten reizen voor een wattenstaafje in je neus om naar een concert te mogen. Voor menig enthousiasteling zal het deze week wel een herkenbaar ritueel zijn. Gelukkig is de uitslag negatief en mogen we voor het eerst sinds lange tijd weer afreizen naar een concertzaal. Zijn alle handen ontsmet? Zijn alle drankjes gehaald? Mooi, dan kunnen we beginnen.
Met zorgvuldig beleid krijgen alle bezoekers een stoel toegewezen. Er wordt geanimeerd gepraat en de eerst slokjes wijn worden gedronken, terwijl op het podium in de Hertz een enkele piano klaarstaat. Iets na achten komt Annelie onder hartelijk applaus binnenwandelen. Zodra ze achter de piano plaatsneemt, worden we gelijk een compleet andere wereld in gezogen. Het is muziek die je aandacht opeist, maar pas als je dat zelf toesaat. Hoewel de klankkast is geopend en het geluid versterkt, zijn de klanken die de zaal indrijven warm en uitnodigend. De minimalistische pianomuziek heeft in de laatste tien jaar een geleidelijke opmars gemaakt via pioniers Einaudi en Yiruma, later gevolgd door Nils Frahm, Olafur Arnalds en de Nederlandse Joep Beving. Tegenwoordig is het genre niet meer weg te slaan uit de vele Spotify-lijsten voor studeren en in slaap vallen.