Alle ogen zijn op de concertzalen en theaters gericht, want de week van de testpilots is aangebroken. In TivoliVredenburg zitten we op de stoel voor Annelie. Bij het poppubliek is ze wellicht bekend als sessiemuzikant voor Eefje de Visser, maar als neoklassieke pianist heeft ze inmiddels zelf ook een bescheiden carrière op zak. En sinds een maandje ook met een tweede album, dat speciaal vernoemd is naar de zaal waarin we vanavond zitten.

Echt normaal is het niet te noemen, een halfuur moeten reizen voor een wattenstaafje in je neus om naar een concert te mogen. Voor menig enthousiasteling zal het deze week wel een herkenbaar ritueel zijn. Gelukkig is de uitslag negatief en mogen we voor het eerst sinds lange tijd weer afreizen naar een concertzaal. Zijn alle handen ontsmet? Zijn alle drankjes gehaald? Mooi, dan kunnen we beginnen.

Met zorgvuldig beleid krijgen alle bezoekers een stoel toegewezen. Er wordt geanimeerd gepraat en de eerst slokjes wijn worden gedronken, terwijl op het podium in de Hertz een enkele piano klaarstaat. Iets na achten komt Annelie onder hartelijk applaus binnenwandelen. Zodra ze achter de piano plaatsneemt, worden we gelijk een compleet andere wereld in gezogen. Het is muziek die je aandacht opeist, maar pas als je dat zelf toesaat. Hoewel de klankkast is geopend en het geluid versterkt, zijn de klanken die de zaal indrijven warm en uitnodigend. De minimalistische pianomuziek heeft in de laatste tien jaar een geleidelijke opmars gemaakt via pioniers Einaudi en Yiruma, later gevolgd door Nils Frahm, Olafur Arnalds en de Nederlandse Joep Beving. Tegenwoordig is het genre niet meer weg te slaan uit de vele Spotify-lijsten voor studeren en in slaap vallen.

“Ik ben echt heel blij dat jullie hier allemaal zijn. We zijn ook allemaal gezond, dus dit moet gewoon kunnen,” vertelt Annelie na het spelen van het eerste stuk. Ook licht ze toe dat de titel van haar tweede album niet geheel toevallig naar deze zaal is vernoemd. “Die naam is mede dankzij het feit dat ik dat album op deze piano in deze zaal heb opgenomen.” Vanavond lijkt neoklassiek de beste pleister voor de wond die dertien maanden (oké, acht maanden als we die Walk The Line-tours in de zomer meetellen) zonder livemuziek creëerde. Op die korte introductie en het nog kortere dankwoord na is het een uur lang ongegeneerd genieten van rustgevende slaapliedjes. Opmerkelijk is dat er naast een buffetpiano ook een klein synthesizertje staat, waar Annelie bij een paar stukken wat knopjes op indrukt. Het resultaat daarvan is een fragiele sluier van stringgeluid die het bedaarde pianospel ondersteunt. Soms hoor je een zachte bonk wanneer ze het galmpedaal indrukt, soms snuift er iemand in de zaal, maar dat hoort erbij. Er wordt gedroomd over een wereld zonder corona.

Vlak voor we het pand verlaten, spreidt een meisje haar armen voor de draaideur. “Dag Tivoli!” zegt ze liefkozend tegen de hal die er wederom akelig leeg bijligt. Dat er maar weer snel leven door dit gebouw mag stromen.