De Cartesiusdriehoek – dat stukje stad tussen Zuilen en Lombok – een vergeten stukje Utrecht? Welnee, we weten allang dat de Cartesiusdriehoek meer te bieden heeft dan alleen fabrieken en loodsen. Zo zit hier in het CAB-gebouw (naast dB’s) al meer dan een jaar het Filmcafé. We kletsen even bij met Alwin Beumer, mede-eigenaar en programmeur, om de balans op te maken van het afgelopen jaar en te informeren naar de toekomstplannen van het Filmcafé.

In februari 2018 opende het Filmcafé zijn deuren. Kun je je nog herinneren hoe dat was?
“Oorspronkelijk is het opgezet door Omar en zijn voormalige compagnon. Na anderhalf jaar werd ik erbij gevraagd, dus in de allereerste week met de officiële opening was ik er nog niet bij. Daarna is het een tijdje dicht geweest en weer heropend. Vervolgens was het een kwestie van alles opnieuw organiseren, de plek bestond al. We hebben toen goed gekeken naar wat we qua invulling moesten doen en veel mensen de kans gegeven om hier iets te organiseren.”

Het is wat langzaam aan het licht gekomen, maar jullie hosten ook dansnachten en soms livemuziek. Was dat vanaf het begin al het idee?
“Dat was inderdaad het oorspronkelijke idee. De combinatie is tof en het maakt de overgang van dag naar nacht gezellig. Meestal gaan we rond half acht open voor een gratis filmavond. De meeste films zijn gratis en dat publiek blijft graag hangen, dus als je daar een dansnacht achteraan plakt die inspeelt op het thema van de film kom je al binnen in een gevulde zaal. Oorspronkelijk wilde Omar het geheel de jazzvibe geven die je nu terugziet in de grote zaal. De achterzaal staat daar los van en die hebben we een gemixte casco-modern sfeer gegeven voor clubnachten.”

Club90 is een mooi voorbeeld van die clubnachten. Hoe is dat concept tot stand gekomen?
“Eén van onze marketeers, Gijs, draait zelf veel en is de voortrekker geweest van overdag uitgaan. Club90 is een maandelijks concept waar lokale dj’s in het elektronische spectrum in een festivalsfeer kunnen optreden. Deze muziek is ook een beetje het eiland van Gijs. Hij regelt al het contact met de dj’s en zoekt ze op.”

“Die zondag op zich is best speciaal. Het is een dag die is losgetrokken van de vrijdag en zaterdag, waar lokaal talent en ongevestigde namen terecht kunnen. Ook omdat Utrecht op zondag liever naar Amsterdam gaat om uit te gaan, gezien het daar gangbaarder is. Het ideaalbeeld voor zondag is hier in de grote zaal sport kijken en in de achterzaal je helemaal uit je panty dansen. Het idee van met een beetje met vrienden chillen, dansen, een biertje drinken en sport kijken is de vibe die we zoeken voor zondag.”

Als je naar de Utrechtse muziekwereld kijkt op dit moment, wat voor positie neemt het Filmcafé dan in?
“Ik programmeer hier nu een jaar, organiseer zelf al drie jaar lang feestjes en via de Stille Disco had ik al wat contacten opgedaan. Al vrij snel merkte ik dat deze plek potentie had omdat je nergens anders in Utrecht iets hebt als dit. Dit is ons eigen eilandje met mensen die eerlijk en positief in het leven staan, in tegenstelling tot zo’n schuur waar je een deal krijgt en geld moet verdienen. In feite proberen we vooral dingen te doen die bij andere clubs niet mogen of kunnen. Een beetje gek, een tikje humor en wat creativiteit. Laatst hadden we bijvoorbeeld een event georganiseerd dat Wellness en Nietes heette en waar je in jacuzzi’s kon zitten en je kon laten masseren. Hoewel dat financieel gezien echt te idioot voor woorden is!”

Ik denk niet dat we herinnerd zullen worden omdat we duizenden euro’s hebben verdiend, maar omdat we iets hebben teruggegeven aan de stad.”

“Ik denk dat onze programmering te divers is om er één ding uit te lichten, maar dit is waar ik blij van word: als er twee filmvertoningen zijn geweest, daarna een pubquiz en daar achteraan een goede dansnacht verdeeld over de twee zalen. Zo wordt het pand echt optimaal gebruikt. Het mooiste zou zijn als er overdag al jonge ouders binnenkomen na het shoppen op een marktje. Wat je dan krijgt, is dat de het publiek elkaar bestuift. Bezoekers die vanuit de markt naar de film gaan en na de film vanzelf blijven hangen in de dansnacht.”

Inmiddels is de eerste maand van het nieuwe jaar aangebroken. Wat denk je dat 2019 jullie heeft opgebracht?
“Voor mijn gevoel zijn we pas een jaar echt bezig. Sinds de heropening zijn het vooral veel kleine aanpassingen geweest. We zijn gestructureerder gaan programmeren zodat je hier nu altijd heen kunt en we hebben het terras erbij gebouwd. Natuurlijk zijn er ook dingen geweest die mislukten, maar dat hoort er gewoon bij.”

En wat is je hoop voor de toekomst?
“We hebben laatst het nieuws gekregen dat we hier waarschijnlijk nog twee jaar zitten. Nu de achterzaal af is, willen we meer live-programmering gaan doen, met meer hiphop-acts, en samenwerken met externe programmeurs. En een schepje er bovenop voor filmavonden om de beleving toffer te maken. Het liefst ook met externe partijen die daar echt verstand van hebben, zoals Edge Of Cinema. Eerder hebben we bijvoorbeeld Sex Workers Film Fest over de vloer gehad, een thema dat in onze ogen in het straatje van Filmcafé ligt en belangrijk is. Net als Queer Film Festival en Queer Refugee Film Festival. Dat soort dingen passen gewoon bij ons en ons open-minded publiek. Je kunt dus altijd wel je concept bij ons pitchen, Utrecht zit vol met mensen met leuke ideeën.”

“Kijk, eigenlijk is het Filmcafé niets meer dan een groep vrienden die doen waar ze zin in hebben. In plaats van dat we ons verplicht voelen om te checken wat er gaande is in de stad hebben we zelf een bepaald idee van wat grappig en gezellig is. Het is soms wel kneiterhard werken en moeizaam, en toch komt het bij ons altijd goed. Als je tent goed loopt, denkt iedereen automatisch dat je permanent op vakantie kunt, maar – ik zei het al eerder – al het geld wat we verdienen, gaat gelijk terug in het Filmcafé. Ik denk namelijk niet dat we herinnerd zullen worden omdat we er duizenden euro’s mee hebben verdiend, maar omdat we met een tijdelijke locatie iets hebben teruggegeven aan de stad. Mensen die mopperen dat het niet druk genoeg is; daar gaat het ons niet om. Net als het feit dat je in drukke weken soms tachtig uur moet maken en het lichamelijk iets van je vergt. Eens in de week ben je pas om acht uur ’s ochtends thuis en dan nog moet je werken, maar kijk eens wat je ervoor terugkrijgt. Dan is het absoluut de moeite waard.”