In de proloog schrijf je dat er in Nederland niet zoiets bestaat als een historisch overzicht van protestliedjes. In andere landen bestaat dit al wel. Waarom vond je het belangrijk om dit ook voor Nederland te doen?
“Ik ben altijd sterk geïnteresseerd geweest in de relatie tussen kunst en politiek, en de rol die enerzijds individuen en anderzijds maatschappelijke organisaties daarin spelen. Met dit boek wil ik het vooroordeel wegnemen dat Nederlandstalige muziek op dit vlak niks in te brengen heeft. Niemand geloofde dat er überhaupt een boek over Nederlandse protestliederen te schrijven viel. Ik vind het belangrijk dat dit aan de vergetelheid onttrokken wordt.”
“Toen ik me hierin begon te verdiepen, kwam ik erachter dat het niet genoeg was om enkel en alleen naar protestliederen te kijken. In Nederland kennen we een hele geschiedenis aan activisme. Ook het activisme dat we kennen in deze tijd (de Black Lives Matter-beweging, feminisme) voelt logischer nu ik de historische tijdlijn ken. Ik vond het belangrijk om geschiedenis en muziek samen te brengen, en mensen op deze manier te laten zien hoe die twee in Nederland een rol hebben gespeeld door de jaren heen. Het idee dat protestbewegingen altijd sterk met muziek verbonden waren geweest, heb ik altijd al gehad. Dat was voor mij een soort startsignaal: hier wilde ik meer over weten. Vooral omdat het actieverleden voor mij zo ver weg voelde.”