Met het Festival Oude Muziek pas net achter de kiezen maakt Utrecht zich alweer klaar voor het volgende muzikale evenement. Sinds 1945 brengt Gaudeamus toonaangevende experimentele muziek aan het licht, mede middels de Gaudeamus Muziekweek die begin september plaatsvindt. Het hoogtepunt is de Saturday Night die alle bovenzalen van TivoliVredenburg in beslag neemt. Genres schieten binnen het veelzijdige programma alle kanten uit. Van bijna normale indiepop ga je op avontuur langs slome ambient, tot aan bizarre experimentele ensembles. Wij gingen kijken wat de avond voor ons te bieden had.

Onze avond begint om tien over acht bij Magnetoceptia: een bizar stukje performance art waarbij zoemende en piepende toonfrequenties een kwartier lang je oor binnenkruipen. Van alle kanten flikkert het licht als een gewelddadig stroboscopisch onweer, terwijl de weinige aanwezigen proberen te snappen wat er gaande is. Na een snelle kop koffie belanden we bij Bec Plexus, die misschien niet altijd zuiver maar met consistente overgave de microfoon bezet houdt. Het is theatrale, wispelturige rock met de jonge energie van een kunstacademie-band die er net een maandje oefenen in de garage op heeft zitten. Aan het einde wordt iedereen bescheiden bedankt dat ze hebben gekeken.

iii: Magnetoceptia

De tegenstelling kan niet groter zijn met verstilde, ambient synthesizeract Interbellum waar alle toeschouwers hun mond houden, wat een stiltecoupé nooit voor elkaar krijgt. Iedereen heeft plaatsgenomen op kussens en geïmproviseerde ligbedden op de grond en terecht. Deze rustgevende klanken waar de reverb vanaf sijpelt maken het niet moeilijk om een rustgevend dutje te doen. Af en toe glijdt er een streep licht door de LED-slang; voor de rest lijkt het diep in de nacht. Terug naar boven dan maar om de ogen open te houden. In The Pit, een merkwaardige ruimte met een kubische kuil in de grond, komen we binnen bij het Conservatorium van Amsterdam waar vijf studenten hun eigengemaakte werk laten zien. In een sneltreinvaart sjezen we langs lome rock, lieflijke folk met elf-achtige zang en opzwepende Koreaanse trap-hop waarop mensen zowaar durven te joelen. Het is veel om te zien en meer dan een enkele keer trekt de badjas van de keyboardspeler de aandacht. Eén verdieping hierboven zit Eli Keszler achter zijn drumstel. Soepele drumflows en jazzy ritmes vullen de zaal. Dansbaar is het echter niet, dus wederom heerst hier zwijgende bewondering.

Conservatorium van Amsterdam

Tussendoor is het op het plein lang niet altijd stil. Hier en daar wordt gemoedelijk geborreld en gesproken over alle acts en muziekstukken. Ondertussen staat er in de K.F. Hein foyer een ensemble een herrie van jewelste staat te maken. Ensemble Klang bestaat eigenlijk uit twee identieke kleine ensembles die geluiden naar elkaar overgooien. Langs de rand van het plein erboven staat het relatief vol met mensen, waarbij een enkeling warempel swingt.

Er bruist al de hele avond een onderdrukt enthousiasme voor de eenmalige uitbreiding van LUWTEN. Deze dromerige indiepop-act van Tessa Douwstra, normaal bestaande uit één persoon (op het podium drie), heeft speciaal voor vandaag acht mensen extra meegenomen. In de afgelopen twee jaar heeft LUWTEN best wat bekendheid geworven en het is hier voller dan bij elke andere act die we vanavond gezien hebben. Een bijna magisch samenspel van elf muzikanten op akoestische gitaren, piano, drum, hoorn en viool neemt een ieder gemakkelijk mee op reis. Zo blijkt wanneer het publiek niet ophoudt met applaudisseren, na een halfuur lang vergeten te zijn dat we gewoon in een concertzaal zitten. Gedwee loopt Douwstra het podium weer op voor een impromptu toegift: het akoestische ‘Call me in’. “Ik had hier eigenlijk niet op gerekend, maar ik kan wel proberen iets alleen spelen?” aarzelt ze. Als de lichten achteraf aangaan, blijft het publiek nog een beetje versuft zitten terwijl de betovering voort sluimert.

LUWTEN

Het is inmiddels middernacht en we naderen langzamerhand de eindbestemming. In Club Nine worden we ondergedompeld in een diep bad van duister en mysterie. Maria Somerville houdt het obscuur en gaat met haar synthesizer en gitaar vrij letterlijk schuil achter een rookgordijn. Geen enkele keer zie je haar gezicht, hoewel haar waterige, vervaagde vocalen er wel in slagen ons door de mist bereiken.

Maria Somerville

Tot slot arriveren we bij de inmiddels aardig gevestigde upsammy. We wisten al dat het schema vandaag wat chaotischer dan verwacht verloopt en toch druppelt de zaal nog voordat het is begonnen een klein beetje leeg. De aanhouder wint echter, want na een extra halfuur (!) van wat oogde als een gestresste changeover neemt Thessa Torsing, gezicht achter de naam, plaats achter de mengtafel. Wat eruit komt, is een reeks bliepende geluiden die niet misplaatst zouden zijn in een ruimteschip. Soms ontvouwt de muziek zich even als een spacende groove en dan keert het weer in zichzelf als een bloem die bij de schemer weer dichtgaat. Het is vooral aftasten en afwachten wat er dan weer gaat gebeuren. Ook al bereikt de set nooit echt een climax, klinkt het op een vreemde manier opvallend charmant.

Terwijl Torsing nog aan knopjes draait, is het voor ons tijd om te gaan. Er waren genoeg geluiden om je hoofd nog dagenlang mee te vullen, mede dankzij een strak deel programma wat gecureerd was door Stranded FM, en het tijdschema was al even onvoorspelbaar als de muziek. Het programmaboekje had niet duidelijk niet gerekend op de chaos die zich vanavond liet zien, waardoor meerdere acts te laat begonnen. Maar, eerlijk is eerlijk, dat mocht de kleine pleziertjes niet onderdrukken. Volgend jaar weer een nacht.


Gezien: Gaudeamus Saturday Night, zaterdag 7 september 2019 @ TivoliVredenburg