Meestergitarist Mathijs Peeters (The Gasoline Brothers, Sandusky) is al ruim een kwart eeuw actief in de muziek. Vorige week bracht hij als Litzberg dan eindelijk zijn solodebuut uit. Als Litzberg gaat Mathijs terug naar zijn roots, naar het muzikale landschap waarin het allemaal begon en dat uiteindelijk, in zekere zin, geleid heeft tot het introspectieve In My Head.

Blokfluit

Terug naar het begin. De tijd voor YouTube-tutorials en Bax.nl, waarin ouders bepaalden wat wel en niet mocht. Zo moest Mathijs, die al van jongs af aan in de ban was van de gitaar, eerst maar blokfluit leren. “Mijn zussen moesten dat ook. Die zijn op een gegeven moment allebei bij de harmonie gegaan, maar ik wilde dat niet, ik wilde gitaar spelen. Ergens in de brugklas was het dan eindelijk zover en mocht ik op les. Twee of drie jaar later, zo rond m’n vijftiende, begon het liedjes schrijven en het bandgebeuren. Ik ben toen vrij snel gestopt met lessen en ‘in de praktijk’ verder gegaan, vooral in Limburg heb ik veel in bandjes gespeeld. Daar ben ik ook in Sandusky terechtgekomen, waarmee ik uiteindelijk het hele land door ben geweest.”


Sandusky in het kort:
Limburgs-Utrechtse rootsrock-groep opgericht in 1998 die onder andere bestond uit zanger/gitarist Luc Dings, toetsenist Bob van Heur (mede-oprichter Le Guess Who?) en Mathijs Peeters op gitaar.

Album: Sandusky (2004)

Roggel

Die afkomst is belangrijk geweest. Mathijs komt uit Roggel, een klein dorpje in Limburg. “Als ik daar niet zou zijn opgegroeid was dit allemaal niet gebeurd”, verklaart Mathijs, “Dan had ik niet in zoveel bandjes gespeeld, had ik niet de juiste mensen ontmoet, dan had Sandusky nooit bestaan… 
Roggel had een poppodium (het Sjor) en het dorp ernaast, Heythuysen, een café (TomTom), waar ontzettend veel georganiseerd werd in mijn jeugd. Tegenwoordig gebeurt dat wat minder maar destijds waren er ieder weekend wel bands. Alles uit Nederland dat toen een beetje naam had is wel een keer in het Sjor geweest. Zonder die plekken was deze plaat er misschien nooit geweest, en als hij er toch was gekomen zou het heel anders hebben geklonken.”


The Gasoline Brothers in het kort:
Rootsrock ‘supergroep’ met leden uit eerdere Utrechtse bands:
zanger/gitarist Roel Jorna (Gloricz Jim), drummer Léon Geuyen (The Yearlings), bassist André Wieringa (Paper Moon) en gitarist Mathijs Peeters. 

Albums Hm! (2006) en Tsk! (2009)

Litzberg

Litzberg verwijst dan ook naar een plek uit dat gebied: het Leudal, een natuurgebied rondom Roggel en de omliggende dorpen. “Ik was daar als kind vaak te vinden”, vertelt Mathijs. Ik kon eindeloos in m’n eentje, soms ook wel met anderen, door die bossen dwalen. Verdwalen ook, dan kwam ik in een heel ander dorp uit en moest ik weer terug. Litsberg is voor mij een beetje de centrale plek binnen dat gebied, een ijkpunt. Waar in het Leudal ik ook dwaalde, de Litsberg was altijd wel onderdeel van mijn avonturentocht. Muziek is precies dat voor mij: dwalen, dromen, ontdekken, op avontuur gaan. Wat ik vroeger vond bij de Litsberg komt terug in de muziek. Dat klinkt misschien wat melodramatisch, maar zo is het nou eenmaal.”

(tekst gaat door onder de foto)

Mathijs Peeters (Litzberg)

Solo

“Voor Litzberg ben ik nooit écht zelf bezig geweest met liedjes schrijven. Ik zat wel in bands en deed daarbij wel mee in het creatieve proces, maar destijds vond ik dat ik een liedje had geschreven wanneer ik de couplet-refrein akkoorden had gevonden op m’n gitaar.
 
Pas toen ik in m’n eentje ging schrijven merkte ik dat een liedje méér nodig heeft. Een melodie, iets dat op een bepaalde manier pakt, de boel tot een geheel maakt. Dat is vaak toch wat zang doet. In het begin vond ik dat doodeng: zingen. Écht zingen. Ik had natuurlijk wel vaker wat tweede stemmetjes gedaan, maar dit was echt wat anders. Inmiddels begint het wel een beetje te wennen, maar ik heb nog niet die jarenlange ervaring, nog niet het vertrouwen en de zelfverzekerdheid die dat met zich meebrengt, die ik op gitaar heb.”

Af

“Zang komt ook altijd als laatste. Pas als de rest staat maak ik het met zang af. Maar ook beslissen wanneer die basis af is was niet altijd even makkelijk. Het nummer 'In My Head' heeft dan ook heel lang gelegen. Het klopte elke keer nét niet. Dan dacht ik dat ik het eindelijk gevonden had, en twee dagen later vond ik het weer niks. Frustrerend. Op een gegeven moment dacht ik weer eens dat ik het gevonden had en haalde ik de bassist (Diets Dijkstra, o.a. van JOHAN, red.) erbij. Die zei toen doodleuk “Voor de opname kun je dit ook wel zelf bassen toch?”. Duidelijk.

Toch kon ik dat nummer nog niet écht laten liggen. Op een gegeven moment heb ik simpelweg mijn capo op vier gezet en viel alles in een keer op z’n plek. Opeens was het er.”

Tekst

“En dan komt dus de zang eroverheen. Voordat ik zelf ging zingen luisterde ik eigenlijk helemaal niet naar tekst. Ik kreeg wel de sfeer of het gevoel van een liedje mee, maar waar het dan over ging? Geen idee.

Ook bij mijn eigen teksten wist ik de helft van de tijd pas achteraf waar het over ging. Als ik nu naar muziek luister, en inmiddels dus ook naar de tekst, merk ik dat veel van de thema’s waar ik zelf over schrijf ook daarin terug komen. Onbewust neem je al die invloeden blijkbaar toch wel mee, ook zonder dat je expliciet naar tekst luistert.”

Scene 

Mathijs woont inmiddels al ruim twintig jaar in Utrecht. In die tijd is er natuurlijk veel veranderd in de (muziek)-scene. “Toen ik hier net kwam wonen, en ik in Sandusky speelde, was er wel van alles, maar of je dat echt een scene kon noemen? Ik heb het idee dat er tegenwoordig wel meer is. 

Ik vind het huidige bandjeslandschap heel tof. Alles kan en alles mag. Mensen houden het leuk voor zichzelf. Zo’n bandje als Real Derek, met leden die daarnaast ook nog andere dingen doen, en/of gedaan hebben, pakt zich gewoon in een andere formatie bij elkaar om nog een keer, in weer een andere setting, te doen wat ze tof vinden. 

Ik ben groot voorstander van dat soort kruisbestuivingen. Daar word ik blij van. Tof om dat soort dingen steeds meer te zien gebeuren. Mensen lijken minder bang voor elkaar, minder concurrerend. Dat is heerlijk om te zien. Dan gaat het echt om de muziek.”