Luke Cohlen zoekt graag contrasten op om mensen de diepte in te trekken. ‘‘Ik vind het leuk als mensen denken: ‘Die track moet je echt niet draaien.’ Maar die track moet je juist draaien. Vervolgens kan je gaan spelen met de daaropvolgende track. Als je dat goed doet, denk ik dat je bijna overal mee weg kan komen.’’ Cohlen draaide al op grote festivals als Le Guess Who? en Soenda. Komende zaterdag speelt hij voor het eerst op CATCH Festival in TivoliVredenburg. We spraken hem over het opzoeken van contrasten, het nemen van verantwoordelijkheid als dj en promotor én over het draaien van oldschool DJ Chuckie platen.

Cohlen is een bekend gezicht binnen de Utrechtse DJ-scene. Sinds 2014 is hij betrokken bij de Cultfarm clubnacht. Hij begon er als resident, nu is hij onder andere samen met Tijmen Lohmijer (dj Tala Drum Corps, red.) verantwoordelijk voor de programmering. Daarnaast is Cohlen een van de oprichters van de radiozender Stranded FM, waar hij een sociaal-maatschappelijke koers op zich neemt. Ook was hij curator bij platenzaak Swordfish & Friend, waar hij een zeer toegewijde gemeenschap van dj’s naartoe wist te trekken.

Ik hoorde je een keer bij Cultfarm de track ‘Partycrasher’ van DJ Chuckie draaien. Is dat iets wat je vaker doet?
Haha, ja op zich wel. Als ik draai is mijn selectie soms bijna te nerdy. Maar wat mij betreft hoeft dat niet zo te zijn. Het gaat mij om de vibe van de muziek. Zo’n nummer van Chuckie, als je het uit de context van bubbling haalt, is gewoon keihard.

Zijn er andere nummers waarmee je grenzen opzoekt, die je ook vaker draait?
Ja, bijvoorbeeld instrumentals van Timbaland en The Neptunes. Met name ‘Ugly’ van Bubba Sparxxx. Ik heb vroeger de rand opgezocht toen ik meer UK en Garage draaide. Dan draaide ik bijvoorbeeld ‘Music’ van Madonna er doorheen. Dat soort tracks.

Hoe weet je wanneer zo’n track werkt?
Ik probeer een bepaald geluid te herkennen. Als je bijvoorbeeld naar ‘Partycrasher’ luistert als losse track, dan hoor je ravy synths, rauwe drums, niet te veel poespas. Hij is eigenlijk gewoon heel sick. Wat ik er tof aan vind is dat dit soort tracks heel erg in een soort cocon gemaakt zijn waarin ze niet te veel worden beïnvloed door formules. Het is heel minimaal, niet gekaderd. Dat rauwe maakt dat ik het even vet vind klinken als een abstracte wave track.

Typeert dit de rest van je dj sets?
Ja, ik wil altijd ongekaderd draaien. Ik zoek het in overeenkomende sfeerelementen, klanken en ritmes en minder in genres. Dus ik draai begin jaren ‘90 elektronica en dub, ambient techno, wave en vroege electro. Daarin zoek ik dan contrasten. Dat gaat voor mij om patronen en herkenbare geluiden. Dan maak je van twee nummers een nieuw geheel en kan je mensen meenemen in je sfeer. Op die manier kan ik best wel diep gaan, maar toch het publiek aan het dansen houden.

Ben je wel eens bang dat je té diep gaat?
Nou, daar weet ik me meestal wel uit te redden. Natuurlijk is het wel eens mis gegaan, maar ik los het meestal wel op. Ik had bijvoorbeeld een nieuw nummer verkeerd gecued, toen stond de crowd drie minuten verbaasd te luisteren naar een ambient break. Dat was totaal niet de bedoeling, maar het werkte verrassend genoeg wel.

Is je brede smaak beïnvloed door je tijd bij Swordfish & Friend?
Een van de mooiste dingen aan Swordfish was dat ze aan het begin een hele vette tweedehandscollectie hadden overgenomen van een oude LHBT-club, De Roze Wolk. Ik denk dat ik daar voor het eerst echt kon diggen. hier lag een arsenaal aan stoffige house en jaren ‘80 club tracks die helemaal niet bekend waren. Het mooie daaraan is dat je met zulke platen je eigen hits kan creëren. Dat diggen bij Swordfish bracht een nieuw soort nieuwsgierigheid met zich mee. Het gaf me ook meer de mogelijkheid om een eigen stempel te drukken op mijn dj-sets.

Uiteindelijk had ik de eer om de inkoop bij Swordfish doen en dat verbreedde mijn blik op muziek enorm. Ik ging veel meer naar andere genres luisteren. Ik heb als curator geleerd meer te luisteren naar kwaliteit buiten bepaalde kaders. Ik verkocht veel dingen die ik niet zelf zou kopen, maar wel goed vond. Dat zorgt ervoor dat ik eerder kan horen of iets een bepaalde snaar raakt. Dus als ik nu zoek naar dansmuziek, dan kijk ik niet per se alleen naar 12-inches, maar bijvoorbeeld ook naar indie en wave bands. Daar zitten vaak juist de meest interessante sounds voor de dansvloer tussen.

Ik hoor van veel dj’s in Utrecht dat Swordfish ook belangrijk is geweest voor de dj-scene. Hoe kijk jij daar tegenaan?
Als ik dit zeg, komt dat vooral uit de waardering die anderen naar mij hebben uitgesproken nadat Swordfish dicht moest. Dat doet me nog altijd heel erg veel. Ik denk dat het hebben van een plek van samenkomst een factor is geweest in de ontwikkeling van de dj-scene in Utrecht. Ik merkte dat er veel vraag was naar elektronische muziek. Zo kon ik de smaak van andere dj’s uitbreiden. Ik heb niet gedacht: ‘als ik dit en dit doe ben ik van invloed’. Ik dacht meer: ‘als ik hier dan toch zit, kan ik net zo goed gewoon de tofste muziek gaan pushen’. Ik kon best veel niche muziek inkopen, maar ik hield een balans tussen het toegankelijke en de niche. De community ging af op de informatie die wij bij de nieuwe platen gaven. Ik zocht muziek die paste bij muziek die dj’s leuk vonden.

Hoe balanceerde je dat dan met de Cultfarm clubnacht? Want daar programmeer je dan wel heel erg niche.
Daar programmeren we gewoon het geluid wat we zelf het aller hardst vinden. We wilden wel de randjes opzoeken en wisten dat dit af en toe moeilijk zou worden, maar we hielden altijd wel vertrouwen in onszelf. Gelukkig is EKKO ook altijd achter ons blijven staan. We proberen dj’s te boeken die net in de lift zitten. We willen ook een combinatie maken van een bekende naam en een meer niche naam. Het blijft altijd een struggle, maar ik merkt dat het in populariteit en herkenbaarheid groeit. Mensen hoeven niet voor de naam te komen, maar voor de kwaliteit waar we voor staan.

Naast dat je Cultfarm voor kwaliteit wil laten staan merk ik ook dat je best een activistische rol op je neemt wat betreft gendergelijkheid in de Utrechtse muziekscene.
Ja, die rol neem ik wel bewust op me. Het komt ook wel door mijn studie, sustainable development. Wereldproblematiek en duurzaamheid gaan hand in hand met ongelijkheid. Die thema’s boeien me altijd. Als je eenmaal achter de knoppen staat bij een instituut, dan vind ik dat je een leidende rol op je moet nemen. Je moet veel rekening houden met representatie.

(De tekst gaat verder onder de foto)

Hoe vul je die rol in als promotor?
Op verschillende manieren. Als promotor is het naar mijn idee heel belangrijk dat je vanuit goede intenties met gelijkheid en representatie bezig bent. Je ziet heel snel dat organisaties een checkbox mentaliteit hebben: ’Als we die drie grote vrouwen boeken, zijn we af van het stigma.‘ Het moet nu juist ook om de lagen daaronder gaan. Je moet ook kleinere namen een kans geven. Met Stranded FM proberen we daar ook een rol in te spelen. Het zijn allemaal dingen waarvan ik kan zeggen dat het nog niet helemaal goed gaat, maar waar we wel actief mee bezig zijn.

En als dj?
Gelijkheid houdt niet op bij gender, het gaat ook om kleur en cultuur. Ik neem dat bij mijn muziek zeker in acht. Geëxotiseerde samples (waarbij muziek van vaak niet-Westerse culturen wordt toegeëigend door iemand die niet uit die cultuur komt, red.) probeer ik bijvoorbeeld te vermijden. Kijk bijvoorbeeld naar de recente terugtrekking van de Ramzi & Fati EP. Als dj speel je daar dus ook een grote rol in. Vooral als witte mannelijke dj, waardoor zulke problematiek al snel aan je voorbij gaat.

Ik wil altijd weten wat een bepaalde plaat betekent. Ik doe vaak onderzoek naar wie er achter bepaalde muziek zit. Als dj vind ik dat ik de verantwoordelijkheid heb me er meer in te verdiepen. Veel mensen horen alleen de muziek en niet de mogelijke negatieve connotaties die eraan kleven. Ik wil niet direct zeggen dat andere dj’s die verantwoordelijkheid op zich moeten nemen. Want dan doen ze het alleen omdat iemand anders dat vindt. Ze zouden het moeten doen omdat ze zich verdiepen in sociale kwesties en het zelf realiseren.

Wat ga je draaien op CATCH?
Ik vind de verbreding die CATCH biedt aan de bezoekers heel erg interessant. Ik ben mezelf de laatste tijd meer gaan verdiepen in lagere tempo’s, waar het vaak piekt op 115 bpm. Ik heb nu een dusdanig overzicht van sounds dat ik ook weer dingen ben gaan draaien die ik luisterde toen ik 18 was. Meer UK, two step en dub. Die liggen sonisch wel in hetzelfde straatje als de downtempo dingen die ik nu draai. Dus ik denk dat ik voor dit optreden de bpms flink ga opschroeven en middle ground tussen 90s acid, wave en UK ga opzoeken'

Te zien: Luke Cohlen, 23 maart op CATCH in TivoliVredenburg, 3.00 uur in de Pandora Bar.