Verscholen in de Muntstraat ligt een stukje Utrechtse popgeschiedenis. In de jaren 80 namen daar veel undergroundbands hun muziek op in de Vuurland studio. Een tijdje was het er wat stiller. Maar sinds een paar jaar zit Ernst Grevink (als muzikant bekend onder de naam Erny Green) daar achter de knoppen om bands op te nemen in een analoge studio.

“Ik dacht ‘het is mooi weer, dus ik ga even naar buiten’”, roept Grevink. Met koffie en een sigaret staat hij voor de deur van de Vuurland studio. Een stukje Utrechtse popgeschiedenis verscholen in de Muntstraat. Nog voor het interview eigenlijk begonnen is, begint hij al enthousiast te vertellen. “Het pand naast de studio was vroeger van Upop. Daar kon je naartoe als je bandleden zocht of wanneer je een demo had gemaakt en die je naar een zaal wilde sturen om op te treden. In het gebouw stonden kaartenbakken met muzikanten die op zoek waren naar bands en er was een boek met adressen van zalen in Nederland. Die heb ik ook nog wel eens overgepend”, herinnert hij zich. “Ze hadden ook een eigen blad. Ze waren dus de 3voor12 Utrecht van toen.” 

Dan neemt hij ons mee naar binnen langs alle spullen van Willem Proos, de eigenaar van de studio. Tegenwoordig is hij vooral bezig met het verhuren van P.A.-systemen en backlines voor bands. Het trapje af en zo komen we in de Vuurland studio waar Proos ook aansluit. We nemen plaats in de control room op een bank, twee bureaustoelen en een gitaarversterker, en beginnen nu echt het gesprek.

“De studio bestaat sinds 1985. Ik ben hier zelf komen repeteren in 1982 en de eerste opnameklussen kwamen in 1985,” herinnert Proos zich. “Toen was het hier een aardappelkelder zonder echte vloer. Er was toen al iemand voor mij geweest die de ruimte had verbouwd als oefenruimte voor een theatergroep.” Volgens Proos is de locatie het grote voordeel van de studio. “Anders zit je ergens op industrieterrein Lage Weide. Daar heb ik altijd voor gepast. Al is het maar omdat ik alleen maar een fiets heb en geen rijbewijs.” Grevink vult aan: “Als je bijvoorbeeld de zang moet opnemen, kun je een band ook makkelijk wegsturen. Ze kunnen koffie gaan drinken, pizza halen of naar een gitaarwinkel. Het zit allemaal in de buurt.”

De hoogtij-dagen (als we dat zo mogen noemen) van de studio waren in de jaren 80. Heel veel underground bands wisten de ondergrondse studio te vinden. “Het lijkt me echt gaaf om al die oude shit weer eens uit de kast te halen en op te poetsen”, bedenkt Grevink enthousiast. In die tijd waren het vooral de new wave en postpunk bands die de studio wisten te vinden. Hedda Gabler, Coïtus Int, Boris Dzanek en Dangerous Pyamas is een rijtje dat voorbij komt. “Veel van die platen had ik ook, thuis in Winterswijk”, vertelt Grevink. “En Dangerous Pyamas heb ik ook nog live gezien.” Inmiddels werkt hij met Boris Dzanek aan nieuwe nummers. 

Toch zijn het niet alleen maar punk en new wave bands geweest die bij Vuurland kwamen opnemen. Ook Daryll-Ann heeft opnames gemaakt in de voormalige aardappelkelder. En de Zeeuwen van Racoon ook. “Die hadden toen net een serieuze platendeal. Zij mochten kiezen tussen een paar dagen in de Wisseloord Studio of twee weken hier”, vertelt Proos. “Dat werd twee weken in Vuurland. Ik kom zelf ook uit Goes dus konden we onder elkaar gewoon Zeeuws praten.”

In de jaren 80 van de vorige eeuw wisten veel (post-)punk en new wave bands de studio te vinden. Hoe die bands klinken, hoor je hieronder:

Inmiddels is Grevink degene die weer bandjes opneemt in de underground studio. Hij heeft daar ook een aantal vintage spullen voor aangeschaft. Zoals een oude Neve console. “Ik kwam al vaker hier en heb hier al eens eerder bands opgenomen. Thijs Heij was de eerste om de ruimte te testen.” Voor Grevink de studio fulltime zou oppikken, wilde hij zich eerst verder verdiepen in het vak. Hij ging daarom een opleiding volgen bij het Abbey Road Institute in Amsterdam.

Dat verdiepen is aardig gelukt. “Je krijgt daar niet alleen les over opnemen. Ook over publishing rights en ook hoe je een businessplan schrijft voor een studio”, vertelt Grevink geanimeerd. “Ik heb ook geleerd hoe je beats maakt in Ableton. Zelf kom ik meer uit het analoge tijdperk en ben ik ook al vintage (lacht).” Af en toe komen er ook rappers in de studio. Vooral hun attitude vindt Grevink erg vermakelijk. “Zij zeggen dingen als, ‘je zit nu nog in deze kelder in Utrecht, maar binnenkort heb je mij wel geproduceerd’.” Toch legt hij zich vooral toe op analoge opnames. “De kern van mijn producerschap is dat ik ook vijfentwintig jaar ervaring als muzikant in studio’s heb”, vertelt Grevink. “Het is belangrijk dat een band vooraf weet wat ze willen. Ik stuur daarom ook altijd een vragenlijst op. Want een opnamedag is zo voorbij. Als je dan nog van alles moet uitzoeken, gaat er veel tijd verloren.” 

“Ik weet precies wat muzikanten doormaken op z’n dag”, zegt hij. “Zo’n band die hier komt opnemen, heeft de halve nacht wakker gelegen. Die hebben alles heel vaak doorgenomen in de oefenruimte. Als je dan hier de deur opendoet en je krijgt die energie op een presenteerblaadje. Dat is echt een cadeautje om daar de hele dag mee te werken.”

Ondanks dat de mengtafel van Grevink analoog is, gebeurt het uiteindelijke opnemen toch vaak in de computer en niet op een ouderwetse band. “Zo’n machine moet je onderhouden, kalibreren en ook banden zijn heel duur”, zegt hij. “Ik weet waar ik ze kan huren en hoe ze werken. Dus als een band het echt wil, kan ik ze opnemen met een bandrecorder. Maar het kan ook zijn dat ze de digitaal opgenomen versie mooier vinden bij het vergelijken. En inmiddels zijn er heel goede tape emulators. Zo krijg je toch dat geluid en blijft het voor bands betaalbaar.”

Na die uitgebreide opleiding in Amsterdam zocht Grevink een plek om al die kennis in de praktijk te brengen en een eigen analoge opnamestudio te beginnen. “Vuurland was wel het eerst waar ik aan dacht. Ik ben een keer langsgefietst en heb gewoon aangebeld”, vertelt hij. Inmiddels zit hij er al een tijd achter de knoppen en is ‘fat sounds for skinny budgets’ het motto. “Toen Ernst met zijn plan kwam en vroeg of dat hier kon, heb ik meteen ja gezegd. Want het past ook heel goed in mijn plan”, aldus Proos. “En het is voor hem ook heel makkelijk dat ik hier veertien gitaren heb liggen, een hoop gitaarversterkers en verschillende drumstellen.”

Toen muzikanten steeds meer thuis opnamen, kwamen ze ook minder vaak naar Vuurland. “Al is het wel een aantal jaar minder geweest. Dat was vooral begin jaren 2000. Toen gingen mensen steeds meer thuis opnemen”, aldus Proos. In die tijd was hij zelf ook niet altijd in de studio te vinden. “Ik ben ook een tijd reisleider en reisfotograaf geweest. Maar ik heb er wel voor gezorgd dat het altijd draaiende gebleven is. En toen hier niet veel muziek opgenomen werd, kwamen er wel bands repeteren.”

Inmiddels komen er meer bands ook weer opnemen met Grevink achter de knoppen. Vaak bands die aan het begin van hun carrière staan en serieus willen gaan opnemen. En soms ook bands die na lange tijd weer terugkomen. “Laatst was er een oude punkband uit Arnhem. Die kwam hier ‘omdat je het oude punkgeluid nergens meer krijgt. Die drummer zat zo hard te rammen, en het is hier ook niet helemaal geluidsdicht, dat ik dacht ‘hoe krijg ik die vent onder controle?’.”

Omdat alle spullen van Proos ook nog in de ruimte staan, was het in het begin wel puzzelen. De grote vraag was: hoe ga je hier nog een tweede studio met 16 kanalen bij bouwen?. “Dat heeft wel een maand of acht geduurd. We moesten op zoek naar een manier waarop het voor ons allebei makkelijk werken was. In het begin zette ik mijn laptopje op een keyboard”, herinnert Grevink zich. “Nu hoeven we alleen maar zestien knopjes om te zetten.” Proos: “Het was ook weleens zo als Ernst hier twee dagen was en ik moest daarna met iemand opnemen, dat het een paar minuten duurde voor ik geluid uit mijn mengtafel kreeg.”

Het runnen van zo’n analoge studio is voor Grevink een oude droom. “Ik hoef niet meer bovenaan lijstjes te staan. Dat mogen de bands worden die hier komen opnemen. Het is voor mij heel fijn dat ik iets kan doen met de bagage die ik heb. En de energie die de bands hebben die hier komen opnemen weer door kan geven.”