Het leek erop alsof we een uitstapje naar Middelburg mochten maken voor dit interview. Maar als we Tonnie Dieleman bellen, zegt hij dat hij ‘gewoon’ in Utrecht zit. “Het is nogal druk, dus een telefonisch interview is makkelijker en kost me minder energie”, legt hij uit.
Wanneer ben je begonnen met zingen in Zeeuws-Vlaams?
“Mijn debuutalbum kwam uit in 2012 en daarvoor was er nog een EP’tje in 2009. Het zal rond die tijd geweest zijn. Ik had eerder al eens een gedicht in dialect geschreven. Toen was er iemand die tegen mij zei dat ik voortaan alles in dialect moest doen. Daarnaast ging ik in die periode in mijn leven ergens anders wonen en werd ik me ook steeds bewuster van mijn afkomst.”
Waarom zing je in streektaal?
“Het is de taal waarin ik ben opgevoed. Iedereen om mij heen sprak het. Mijn ouders, de gemeenschap waarin ik opgroeide en iedereen op school ook. Op school was alleen het vak Nederlands in het Nederlands, de boeken die ik las waren Nederlands, de kerk was in het Nederlands en de televisie ook. Maar ik sprak toen echt niet zo goed Nederlands als tegenwoordig..”
Heb je ook weleens in het Engels gezongen?
“Tussen de schuifdeuren heb ik dat wel gedaan. Maar nooit voor publiek.”
Zingen in een streektaal of dialect wordt vaak als een bijzonderheid gezien. Is dat bij jou ook het geval?
“Dialect is geen muziekstroming. Dus ik hoop altijd dat het maar een bijkomstigheidis dat ik in dialect zing. Zeeuws-Vlaams is onderdeel van het Nederlands, het ís eigenlijk Nederlands. En alle bands die in het Engels zingen, doen dat in een slecht Engels dialect. Het algemeen beschaafd Nederlands, zoals we dat vroeger noemden, is ook een dialect. Ik vind het vreemder dat je een andere taal leert om in te zingen dan om in je eigen streektaal te zingen.”