In samenwerking met poppodium De Peppel programmeerde TivoliVredenburg afgelopen week avondconcerten in de slottuin in Zeist. Na Kim Janssen/Tim Knol en Blaudzun sloot Spinvis de reeks donderdagavond af.

Natuurlijk, het is een prachtige concertlocatie, die strak gemaaide slottuinen in Zeist. Via een brug steek je de sloot rond het terrein over en wandel je door de tuinen naar een veldje met houten tribunes. Er is een kneuterig podium met daarop een tent opgetuigd. Het zeil wordt met nogal wat palen ondersteund en met een beetje pech blokkeren de elastieken die de boel bij elkaar houden je zicht. Het heeft de sfeer van een buurtbarbecue en aanvankelijk geldt dat ook voor de belichting. Alsof Joep van drie deuren verderop weer eens aanbood zijn discolampen uit de schuur te halen. 

Nu past dat sfeertje wel bij een Spinvisshow, want sinds zijn eerste plaat omarmt Erik de Jong imperfectie. De karakters uit zijn werk zijn niet bepaald de winnaars in het leven en Spinvisliedjes zijn vaak ontwapenende knutselwerkjes waar de aangekoekte lijmresten nog aanzitten. Tegelijkertijd vermoed je dat over elke adempauze is nagedacht. Sinds die eerste plaat uit 2002 weten we dat we Spinvis moeten koesteren, maar dat hij anno 2018 nog zo’n verrassende, ronduit verbluffende show neerzet, had ik niet verwacht. Na opkomst zet De Jong tokkelend een verstilde versie van ‘Oostende’ in. Saartje Van Camp  – sinds jaar en dag live net zo belangrijk als De Jong zelf - strijkt er een melancholische cellopartij overheen en, hoppa, daar is de eerste golf kippenvel. 

Even terug naar de periode voor die doorbraak in 2002. De Jong knutselde op zijn zolderkamer audiocollages in elkaar. Met radiofragmenten, opnames van nieuwsuitzendingen en interviews, bouwde hij abstracte knip-plak-muziek. Buiten zijn albums grijpt hij nog weleens terug op die aanpak, maar het vorig jaar verschenen Trein Vuur Dageraad is zijn meest conventionele plaat tot nu. Een echte ‘liedjesplaat’, in recensentenjargon dan.

Vanavond past De Jong die collage-aanpak live toe op zijn eigen werk en dat is werkelijk waar fantastisch. Hij ging met een sloopkogel door zijn oeuvre en lijmt de scherven nu weer aan elkaar, voegt ook vanalles toe. Neem ‘Hallo, Maandag’, dat wordt ingeleid met een funkmotiefje, daarna dansen de cello- en vioolpartijen rond een stuwend ritme. Ergens horen we een knipoog naar southern rock, dan weer krakende synthesizers en een atonale koperpartij. Liedjes ontaarden of beginnen in lange jams. Wat zo ongelofelijk knap is: de show wordt nooit overdadig of te abstract. De Jong en band weten exact hoe ze de studioliedjes opnieuw kunnen aanvliegen zonder ze de nek om te draaien. De band speelt bovendien geweldig met dynamiek.   

De setlist

Oostende
Artis
Het voordeel van video
Aan de oevers van de tijd
Hallo, maandag
Ik wil alleen maar zwemmen
Tienuizend zwaluwen
Ronnie knipt zijn haar
Een kindje van God / Nachtwinkel
Dag 1 / Smalfilm (Piepdoosjes)
Club Insomnia
Kom terug
Wat blijft
Trein vuur dageraad

De grote zon
Astronaut

Die verbouwde liedjes zijn niet alleen muzikaal spannend, er gaat ook een verhalende kracht vanuit. Flarden van nummers komen in nauwkeurig uitgesneden versies voorbij, verstopt in andere liedjes. Zo valt het dreigende ‘Kindje van God’ (2003) stil en weeft Saartje van Camp er de tekst van ‘Nachtwinkel’ (2017) doorheen, waar dan ook weer een stukje uit ‘Lotus Europa’ (2005) in is verwerkt. ‘Verrek!’, denk ik, ‘dit gaat potdomme allemaal over dezelfde mensen’. Vanavond zijn er meer momenten die je uitdagen tot herinterpretatie van oud werk, al zal je nooit je vinger achter de precieze betekenis kunnen krijgen. Mindblowing is het.   

Richting de finale vormen de bandleden een halve cirkel om De Jong. Met zakformaat 8-bit synthesizers en drumcomputers – “piepdoosjes”, noemt hij ze – leggen ze een soort UK Garage beat onder doorbraaksingle Smalfilm. Ik moet onverhoopt denken aan Gorillaz-frontman Damon Albarn, volgens De Jong een muzikaal genie. Ik snap het verwantschap wel. Ook Albarn heeft lak aan muzikale hokjes, vindt het saai om hetzelfde kunstje te herhalen en dondert alles wat hij muzikaal interessant vindt op een hoop. Al betekent het dat ‘ie soms op zijn bek gaat.

Ik denk alleen niet dat Erik de Jong zichzelf toestaat op zijn bek te gaan. Want elke afslag, elke omweg, elk geitenpaadje dat Spinvis vanavond neemt, leidt naar diepe ontroering. Met natte ogen geven we een staande ovatie.

Gezien: Spinvis @ het slottuintheater in Zeist, 30 augustus 2018