In de hoek van de kamer bij Lane Reckman staat een platenspeler waarop één van haar favoriete plaatjes rondspint. Lane is sinds dit jaar één van de organisatoren van Popronde Utrecht. Ze houdt van Utrechtse kroegen en Utrechtse muziek en zit bomvol ideeën voor de toekomst van Popronde: “Ik vind het mooi als het iets aan de stad bijdraagt.”

De afgelopen jaren werd het rondreizende muziekfestival georganiseerd door Sal Priem en Janna Albada. Na de laatste editie stopte Sal ermee, wat Janna na een borrel genoeg reden gaf om Lane te vragen voor deze functie. Het organiseren van de Popronde is anders dan wat Reckman gewend is: “Alle dingen die ik normaal doe zijn productiegericht, waarbij je  vooral aan de achterkant bezig bent. Bij het tour managen bepaal ik niet waar we spelen, ik ga alleen maar mee en zorg dat alles goed gaat. Nu bij de Popronde ligt dat programmeren bij mij.”

Reckman werkt nu aan de andere kant van de muziekindustrie: “Als producent merkte ik dat ik mijn creativiteit niet kwijt kon. Bij de Popronde nu heb ik een beeld hoe  het uiteindelijk zou moeten worden, of hoe het kan groeien binnen Utrecht.” Ondanks dat de Popronde al door heel Nederland georganiseerd wordt, heeft Reckman een helder idee hoe het nóg leuker kan worden. “Ik vind het mooi als het juist iets van de stad bijdraagt. Dat dingen die in Utrecht gebeuren kunnen samenwerken met ons, zodat we het evenement nog meer aan de stad kunnen koppelen."

Dit jaar zijn er zo’n 32 locaties, verspreid over de stad. “Het was enorm leuk om alle cafés te zien en de sfeer te matchen met de bandjes”, vertelt Lane. “Er waren een aantal cafés waar ik zelf nog nooit geweest was. De Twijnstraat heeft bijvoorbeeld twee nieuwe cafés, van die bruine cafés met stamgasten aan de bar. Ik zou er zelf eigenlijk nooit naartoe gaan, maar nu vind ik het er gezellig en de mensen zijn zo lief en aardig! De Popronde gaat niet alleen over nieuwe muziek ontdekken, maar ook je nieuwe stamkroeg.”

Toch hebben Lane en Janna nog niet alle locaties weten te vinden die ze willen. “We wilden dit jaar supergraag een hiphop podium. We vinden het heel belangrijk dat alle genres gelijk vertegenwoordigd worden. Metal valt eigenlijk al helemaal af en voor hiphop is het ook lastig een locatie te vinden. Hiphop is nu groot aan het worden, de nieuwe generatie muziekluisteraars is veel bezig met dit genre. Als we meer hiphop programmeren, kunnen we ook een jonger publiek aantrekken.”

Haar voornaamste focus ligt op het verbinden van het festival met de stad. Zo heeft Reckman aan de bekende Utrechtse band Figgie gevraagd  een locatie te hosten. Ze zou  het leuk vinden als er een Herman Brood Academie podium kan komen. “Ik zou graag willen dat we meer locaties door bekende Utrechters laten hosten, wat nu met  Figgie gelukt is. Het zou leuk  als we de oude generatie Popronde acts nog meer verbonden te houden met de Popronde. Dan kunnen we laten zien wat we al hebben, maar ook nieuwe talenten laten zien.

Welke optredens moeten we nu écht niet missen? Dat vindt Reckman moeilijk te beantwoorden. “Mag ik even spieken?”, vraagt ze terwijl ze naar het programmaboekje reikt dat naast haar op de bank ligt. Na even geconcentreerd in het boekje te bladeren komt ze met een antwoord. “Allereerst denk ik aan Jibber Jabber & The Jams, supertoffe band. Elijah Waters raad ik ook aan, omdat het hiphop is, maar wel laagdrempelig. Een goede instapper  voor de mensen die zeggen dat ze niet van hiphop houden. En een beetje cliché, maar Tape Toy is echt een popronde favoriet. Ik denk dat dat een nieuwe hit gaat worden volgend jaar.”

Te zien: Popronde Utrecht, donderdag 11 oktober @ diverse locaties in de binnenstad