Voor de derde keer organiseren EKKO en The Village het intieme Woodlum Festival. Folk, americana en een vleugje bluegrass en country zijn de ingrediënten van dit eendaagse festival. De rode draad in de programmering is de donkere doorleefde muziek, soms vriendelijk zacht, soms onheilspellend rauw.

Net onder Molen de Ster staat een podium van golfplaat en steigerhout. Het is er snikheet, de zon schijnt genadeloos in de gezichten van de artiesten. Het publiek laat de muziek rustig over zich heen komen, zittend op een kleedje in het gras. Op het molenterrein staan stands met verrassend lekker eten en er is een heuse gitaarbouwer te bewonderen.

Wereldvrede

De middag begint met de lieflijk harmonieuze samenzang van het Canadese duo Jenny Berkel en Ryan Boldt. Eenvoudige, dromerige folk door één gitaar en twee stemmen. Ongedwongen muziek die het publiek glimlachend laat genieten van de zon, bier en cocktails. Het duo ondergaat de hitte met serene kalmte.

De bandleden van de vijfkoppige internationale Folk Road Show geven voortdurend alle instrumenten aan elkaar door. Een banjo, elektrische en akoestische gitaren, een basgitaar, een trompet en twee verschillende percussiematerialen. Alle leden van de band zingen mee, zodat er regelmaat een vier- of zelfs vijfstemmig mannenkoor klinkt. Gevarieerd, maar steeds in een vriendelijke feelgood-stijl. Soms galmend als Dotan, soms knauwend als Mumford and Sons. Folk Road Show krijgt de sfeer er in met de meezinger ‘Modern Times’, die niet zou misstaan in de hitlijsten. Even vraag je je af of de naam Woodlum niet toevallig verwant is aan Woodstock van bijna 50 jaar geleden. Muziek en vrede verspreiden zich in de zon.

Hitte

Headliner King Dude klaagt onophoudelijk over de warmte. Eerst lijkt het nog als grap bedoeld. Hij voelt zich als een smeltend wassen beeld zegt hij. Maar als hij serieus gaat vragen hoeveel nummers hij nog moet zingen om zijn geld te krijgen en in elke zin drie scheldwoorden zet, is de lol er vanaf. Hoewel goed bij stem, verliest hij gaandeweg zijn credits. De zwarte doomfolk die was beloofd, verandert in een klaagzang: “It’s too bright, this is not my environment”. Het applaus verzwakt en het publiek drinkt rustig nog een biertje.

Verrassing

Ondertussen is ook de molen zelf open gegaan en binnen speelt de Utrechtse Clasine. Het is er lekker koel en de liedjes van Clasine zijn een verademing na het chagrijn van King Dude. Alleen met haar elektrische gitaar klinkt ze oprecht met een ernstige lichtvoetigheid. Het zal menigeen ontgaan zijn, maar naast de molen speelt zonder aankondiging het trio Mustang Medicine akoestisch. Ze laten zich niet weerhouden om voor een handjevol publiek vol overgave een lekkere, aanstekelijke set neer te zetten. Het is het enige moment van de dag waarin roots en coutry de hoofdrol spelen.

Ontlading

The Dark Red Seed bestaat voor een deel uit sessiemuzikanten van King Dude. Anders dan hun frontman zojuist, storen ze zich niet aan de warmte en spelen ze voluit stevige folk met een zweem van psychedelica en stonerrock. Het is een afwisselende, sterke set en het hoogtepunt van de dag. Als de toetsenist de backing vocals echoot met een bijna vrouwelijke stem, klinkt het als Jefferson Airplaine en zijn we wederom terug op Woodstock.

Bij de heldere garage-blues van Bror Gunnar Jansson gaat de zon eindelijk onder. Alleen op het podium, zittend met zijn gitaar, bezingt hij het leven en fluit daarbij virtuoos à la Once upon a time in the West. Hij brengt een correcte, ingetogen show zonder contact te maken met het publiek.

Pas bij de laatste act, The Grand East, treedt de schemer in. Ze willen er een feestje van maken en vragen iedereen dichterbij te komen en te gaan staan. Dit zorgt direct voor meer sfeer. Of zou iedereen los komen door de eindelijk dalende temperatuur?

The Grand East

Gezien: Woodlum Festival, zaterdag 26 mei 2017 @Molen de Ster