De eerste solo-EP van Alec Todd behandelt een zwaar onderwerp: het verlies van twee dierbaren. Toch is hij niet alleen maar droevig. “Ik ben vooral blij dat ik deze mensen gekend heb.”

De vorige keer dat we Alec Todd spraken, in september 2016, werd het een chaotisch gesprek vol grappen. Toen was hij de bassist van Melonhead en zat hij naast zanger Siep van Rijswijk en drummer Boris Manintveld. Nu zit hij tegenover ons in het Springhaver. Aan een klein stukje bar onder twee filmposters en tussen het rumour van mensen die dineren of naar de film gaan. Op een rustige manier vertelt hij over zijn soloproject, waarvan de eerste concept EP dit voorjaar verschijnt.

De eerste single is ‘1705’. De titel verwijst naast de datum waarop zijn buurvrouw stierf. De release die begin dit jaar uitkomt, draagt de naam ‘The Man in the Hammock’. Naar het eerste liedje dat hij schreef, in de periode na het overlijden van zijn buurman. “Hij was en is de man in de hangmat. Hij was naast de buurman ook de beste vriend van mijn vader. Voor mij voelde het alsof mijn reserve vader overleed.” 

“Ik wilde het nummer over de buurman voor een ander project gebruiken, maar daarin kwam het niet tot z’n recht. Toen vorig jaar mijn buurvrouw overleed, schreef ik daar ook een liedje over. Uiteindelijk besloot ik om er een hele EP van te maken. Het algemene thema is dat zij na hun dood weer bij elkaar komen en waken over de mensen die zij achter hebben gelaten. Ieder liedje heeft z’n eigen thema binnen het verlies. Het eerste liedje gaat over de verhouding tussen mij en mijn buurmeisjes. En de single die nog uit moet komen, gaat over onze jeugd.” Het overlijden van zijn buurvrouw was voor Todd ook een emotioneel moment. Toch voelde de periode daarna anders. “Bij de buurbrouw hadden we langer de tijd om afscheid te nemen. Mijn buurman hoorde dat hij ziek was en was binnen een maand overleden.” 

Muzikaal CV Alec Todd

AGA: 2015 - heden (ligt nu even stil) 

Melonhead: 2016 - 2017

Solo: 2016-heden

Zijn buurmeisjes weten van zijn project. “Bij dat eerste liedje, ‘1705’, wilde ik ze betrekken bij het schrijven. En toen ik de clip maakte wilde ik ze ook mee laten doen, maar dat is niet gelukt. Aan de andere kant wil ik ze er niet teveel mee lastig vallen. Want het is voor hen wel emotioneel als ze er telkens mee geconfronteerd worden.” Toch heeft hij ze wel om beelden voor in de videoclip gevraagd. En om de foto die de voorkant van de release wordt. 

“Ik heb een hele fijne jeugd gehad,” vervolgt hij zijn verhaal. “De buurt was heel hecht. Ik speelde vaak buiten met kinderen uit de buurt, in het weekend aten we vaak samen. Ook gingen we weleens samen op vakantie. Ik zie mijn buurmeisjes als een soort zusjes. Zij verloren hun vader op een leeftijd waarop het belangrijk is om een vaderfiguur te hebben en een paar jaar later overleed ook hun moeder.” De tekst van zijn tweede single, ‘We’ll Never Forget’ gaat daarom ook over ‘wij’ in plaats van alleen zijn eigen gevoel. Wanneer de single uitkomt, wil hij niet zeggen. Ook over de bijbehorende clip wil hij niks prijsgeven, behalve dat het een lyric video wordt. Ook over zijn aanstaande debuut op het podium zegt hij niks.

Zijn soloproject is nu het enige waarmee Todd zich bezighoudt. Hij speelt niet meer in de britgrungeband Melonhead. “Toen ik in die band zat, was ik hier al mee bezig. In eerste instantie wilde ik dit voor mezelf maken. Tijdens het opnemen werd mij wel duidelijk dat ik dit echt heel gaaf vind. Totale controle over wat ik maak,” zegt hij. “Melonhead stond eigenlijk op nummer twee.”

Het opnameproces

Voor hij de studio in ging, had hij de liedjes al af. “Ik neem de liedjes eerst thuis in z’n geheel op. Dat kan in Logic (opnameprogramma, red.) zijn, op gitaar of soms op synthesizer. Die basisversies neem ik mee naar de studio.” Voor de productie schakelde hij Roy van Rosendaal in, van de band Figgie. “Hij is van lo-fi producties, terwijl ik zelf van overproduceren houd. Uiteindelijk kwamen we op een middenweg uit. Op die manier heb ik veel dingen van hem geleerd. We hebben de nummers vanaf de demo’s samen uitgebouwd. Dat vind ik leuk om te doen, want je bent dan echt aan het componeren. Dat is leuker dan alleen maar basgitaar spelen.”

“In de studio heb ik weleens gehuild,” geeft hij toe. “Toen ik mijn teen stootte,” grapt hij snel daarna. “Volgens mij was het bij het inzingen. Om de emotie nog wat intenser te maken.” Of het bewust of onbewust kwam, laat hij in het midden. Toch kwam het hem niet slecht uit. “Als je zo’n emotie hebt, kun je ‘m net zo goed gebruiken en er iets positiefs van maken. Maar ik stond niet in de studio en dacht ‘laat ik nu eens gaan huilen’.

Een deel van die emotie zit in de muziek. En daarmee heb ik het wel iets afgesloten. Ik denk niet dat ik met tranen in mijn ogen op het podium sta.” De nummers zijn niet alleen vanuit verdriet geschreven. “Ik ben vooral heel blij dat ik deze mensen gekend heb.”

Minimalisme en kunst

De aankondigingen rond de EP doen cryptisch aan. Met veel zwart-witfoto’s en banners met een datum of korte tekst. “Ik vind het leuk om een concept te bedenken. Dat is net zo leuk als het maken van muziek. Ik vind het gaaf als alles klopt qua uitstraling,” vertelt Todd. “Ik heb er voor gekozen om alles minimalistisch te houden. De clips, m’n artwork en zeker ook de muziek zijn allemaal heel strak en minimaal. Bij dat concept horen de cryptische dingen die ik naar buiten communiceer. Wat ik wil uitstralen. Minimalisme en kunst.”