Vorig jaar was daar ineens een gloednieuw festival. Onder andere Kensington, Di-rect en Bløf kwamen naar het Strijkviertel in Utrecht en Central Park was geboren. De 10 duizend beschikbare kaartjes verkochten moeiteloos uit. Reden genoeg voor het festival om na één editie al te verhuizen naar een ruimere locatie. De groter opgezette komende jaargang is nu al uitverkocht. Aanleidingen zat om eens aan de keukentafel van de organisatie te gaan praten met organisator Hubert van de Vecht en vormgever en creatief partner Bram Schinkel. Want waarom toch alweer Kensington dit jaar?

Elk jaar jaar Kensington? “Het zou leuk zijn”

Laten we eerlijk zijn: de line up van Central Park is niet de meest spannende. Met headliners Anouk, Chef Special en Kensington is het festival wel erg ‘veilig’. Laatstgenoemde sloot vorig jaar af. Brams ogen beginnen te fonkelen als hij eraan terugdenkt. “Het ging compleet los en dat was prachtig mooi om te zien.” Ook Hubert is enthousiast: “ze vonden het echt fantastisch om bij ons te spelen. Ze kwamen op de fiets en we hebben nog lang met ze na geborreld. Het is dé Utrechtse popband en die moésten we weer vragen.” Volgens die logica kun je ze elk jaar neerzetten, toch Hubert? “Wie weet, wie weet. Het zou leuk zijn. Bløf staat ook ieder jaar op Concert At Sea. Nou is dit niet het festival van Kensington, maar wij zijn wel Kensingtonfans, vooral omdat ze uit Utrecht komen vinden we het machtig mooi dat ze zo goed gaan.”

Verder is het beleid van Central Park duidelijk: grote namen uit de Nederpop. Hubert: “We wilden iets doen wat uniek is voor de regio, Anouk heeft bijvoorbeeld nooit op een buitenfestival in Utrecht gestaan.” En inderdaad, een festival als Central Park is wellicht uniek voor de regio, maar klik je op de tourschema’s van de drie headliners, dan vind je veel soortgelijke festivals – Strandfestival Zand, Concert At Sea en Park City zijn bekende voorbeelden. “Het festivalpubliek tegenwoordig zoekt het toch liever dicht bij huis”, legt Hubert uit.  “Vroeger ging je naar Biddinghuizen voor Lowlands omdat dat de enige mogelijkheid was op popgebied, nu zoeken mensen het dichter bij huis. Lekker op de fiets ernaartoe. Dit merken we ook aan onze bezoekers. Zo’n zestig procent komt uit de stad Utrecht.”

“Een beetje zoals op Tomorrowland, maar dan niet zoals Tomorrowland”

Central Park is voor organisator Hubert van de Vecht het eerste popfestival dat hij organiseert. Wel heeft hij al veertien jaar ervaring met het organiseren van dance- en technofestivals, met Lief Festival als recent voorbeeld. Vorig jaar besloot hij te switchen: geen draaitafels meer, maar drumstellen. “In de basis draait het bij popfestivals om het programma”, benadrukt Van de Vecht de verschillen, “vanuit de dancescene hebben we meegekregen om juist nog meer sfeer en beleving toe te voegen aan het geheel.” Dit is de verantwoordelijkheid van vormgever Bram Schinkel. “We willen voor Central Park heel thematisch werken. Een beetje zoals Tomorrowland, maar dan niet zoals Tomorrowland”, lacht Bram. “Qua decor duurt het nog wel een paar jaar voordat we daar zijn. We hebben nu een hele duidelijke Art Nouveau stijl gekozen, zoals het rond 1900 ook was. Daarin bouwen we het hele festival op. De kassa’s krijgen glas-in-lood ramen met hout en mooie lampjes. Voor de bar willen we met veel hout en krullen gaan werken. Allemaal van duurzaam materiaal, zodat we het meerdere jaren mee kunnen nemen. Volgend jaar gaan we ook het mainstage aanpakken.”

De rest van het terrein moet er dit jaar al aan geloven. Er komt een spiegeltent met DJ Menno de Meester, je kunt in zwaan-vormige waterfietsen over het water varen en is er een uitgebreid assortiment aan foodtrucks. Als bezoeker wacht je ietsje langer op de volgende act. Het festival duurt nu drie uur langer dan de debuuteditie, maar de change-over tijd van een half uur bleek te krap en is daarom verruimd naar een uur. En er zit nog een verrassing in de pijpleiding. Met toestemming van de baas mag Bram een beetje vertellen: “We zijn bezig met een soort van eindshow, zoals in de dancewereld. Dit gebeurt nog niet in de popwereld.”

“We willen ruimte hebben voor onze dromen”

Wie vorig jaar op het idyllische Strijkviertel was, merkte het al: het terrein was véél te krap. Op het Festivalterrein Down Under bij Nieuwegein zoekt Central Park de ruimte op. “De fantasie werd beperkt”, blikt Hubert terug. “Dat werkte niet lekker, we willen ruimte hebben voor onze dromen.” En die dromen, die reiken ver. Waar in het Strijkviertel (amper) plek was voor 10 duizend bezoekers, is er op het nieuwe terrein ruimte voor maar liefst 25 duizend bezoekers. Voor de komende editie is een vergunning van 15 duizend mensen afgegeven, deze kaarten zijn allemaal verkocht. In de afzienbare toekomst verkoopt Van de Vecht graag de volle 25 duizend kaarten – uiteraard afhankelijk van vergunningen en het verloop van de komende editie. Een mooi doel, ware het niet dat soortgelijke festivals, zoals deBeschaving, zich weleens verslikten in ambities. “Dat is het lastige van festivalorganisatoren. Je hebt altijd dromen. Alleen moet je ze werkelijkheid kunnen maken. Je bent heel snel enthousiast maar aan alles zit een prijskaartje. Ik heb niet de zekerheid dat we naar die 25 duizend kunnen, maar gezien het feit dat we op dit moment al zo snel onze kaarten verkopen denk ik dat het haalbaar is. Je moet de lat hoog leggen, maar het is niet zo dat we mega teleurgesteld zijn als we blijven hangen op de 20 duizend, dat is nog steeds een prachtig aantal.”

Blijft Central Park dat doen met de Nederpop uit de eerste twee edities? “Nee”, antwoord Hubert, “maar je hebt toch headliners nodig om naar die 25 duizend man te groeien. We zijn bezig met een indiepoptent en willen hiervoor ook over de grens gaan kijken.” Over de precieze invulling wordt nog gepraat, zegt Bram. “Maar denk bijvoorbeeld aan een Thomas Azier, dat vind ik echt te gekke muziek.” De plannen doen denken aan de line-up van Concert At Sea, met een capaciteit van 35 duizend bezoekers per dag. Hubert: “Qua grootte kijken we inderdaad naar dat soort festivals. Kijk, we zullen nooit deBeschaving gaan worden. Dat was een ander type festival dan dat wij zijn. Uiteindelijk moeten wij het van het grote publiek hebben. Maar het neemt niet weg, dat we ruimte willen bieden aan nieuw talent. We vinden het belangrijk dat nieuwe bands een podium krijgen op dit soort festivals. We hebben ook een samenwerking met Agents After All die voor ons ook deels de line-up verzorgen en dan kijken we of we opkomende namen een podium kunnen bieden. Zodat we ze in de toekomst, als ze dan groot zijn, als headliner kunnen neerzetten.” Heel stiekem droomt Van de Vecht van een tweedaags festival. “Daar hebben we het weleens over gehad, maar dat zal niet binnen twee jaar zijn.” Hoe dan ook is Central Park een festival van de lange adem. “Zo lang het populair blijft en wij er energie en liefde uit halen gaan we door, want ik blijf het toch machtig mooi werk vinden.”