De dichterlijke vrijheid van Black Oak

Utrechts/Fries duo over het zoeken naar balans

Tekst: Léon Hofland / Foto’s: Anneke Hymmen ,

Woensdag trapt ‘supergroep’ Black Oak het Nederlandse gedeelte van zijn tour af in EKKO. Black Oak, een samensmelting van I am Oak en The Black Atlantic, maakt folk “met smachtende melodieën en subtiel geweven arrangementen.” De samenwerking resulteerde eerder al in een EP en heel wat shows en leverde recent een fonkelend nieuw indiejuweel op in de vorm van eerste album Equinox. 3voor12/Utrecht had een dubbelinterview met Geert van der Velde (The Black Atlantic) en Thijs Kuijken (I am Oak) over hun creatieve proces, muzikale wisselwerking en poëtische keuzes.

Het creatieve proces (modus operandi)
Net klaar met het Duitse gedeelte van hun toer kijken de heren op het terras van de Vechtclub XL terug naar hun ontstaansgeschiedenis. Geert: “Bij die EP uit 2013 hebben wij vanwege de tijdsdruk alles binnen anderhalve week gedaan. Het maken ervan was een spontane actie. Voor een gezamenlijke tour (dus als I am Oak én The Black Atlantic) wilden we iets hebben om de avond samen op het podium mee af te sluiten.” Voor het nieuwe album Equinox konden zij ruimer de tijd nemen, maar het intuïtieve van die eerste sessies probeerden ze wel weer op te zoeken. Geert: “Het is gewoon samen zijn en op elkaar reageren, wij zijn eigenlijk elkaars inspiratie.” Thijs: “Het is echt een heen en weer gaand proces geweest, waarbij Geert iets speelde en ik daarop reageerde met mijn versie en andersom.” Niets bedacht, puur het moment.

Subtiele wisselwerking
Het resultaat is ambachtelijke, op Amerikaanse traditie gebaseerde gitaarmuziek. ‘Kabbelend’ vindt Geert een slechte kwalificatie voor hun muziek, ‘stromend’ al een stuk beter. Voor hem is die eerste term typisch “voor mensen die geen aandacht op kunnen brengen. Ik vind wat wij maken juist subtiel. Er zitten halve maatsoorten in, akkoordwisselingen en counterpoints. Het is niet standaard, je moet er wel open voor staan. Het is een heel specifieke dynamiek die wij erin gestopt hebben. Het is geen popmuziek, heeft geen direct effectbejag. Het is een spannende plaat geworden omdat wij heel erg gezocht hebben naar de wisselwerking. Tussen onze stemmen onder andere.” Thijs: “Dat je dan meerdere elementen hebt die elkaar afwisselen en aanstuwen.”

Verschuivende balans
Op de vraag wat zij in elkaar waarderen, antwoordt Geert dan ook: “Dat Thijs altijd zijn hoofd koel houdt en de rust bewaart.” En Thijs? “Dat Geert altijd weet wat hij moet doen, waar ik dan weer rustig van word.” Het belangrijkste wat Black Oak hen geeft, is vrijblijvendheid en intuïtief spelen. En hoewel het stemgeluid van Geert wellicht androgyn te noemen is en dat van Thijs vooral donker, bewegen ze op veel nummers naar het midden toe en vlechten ze hun stemmen door elkaar. “Samenzang en harmonie kenden wij al wel van onze eigen bands, maar het speciale van Black Oak is dat de balans en focus kan verschuiven,” aldus Geert. 


Het aloude 1 + 1 = 3
Hij is ook benieuwd hoe Thijs die symbiose duidt ten opzichte van zijn andere band I am Oak. “Het is heel anders, ook mijn gevoel ten opzichte van de diverse projecten. I am Oak bestaat heel specifiek rond mij. Black Oak is meer gezamenlijk, dan sta je er al heel anders in.” Toch hoor je de rust van I am Oak ook terug in Black Oak. “Maar het is wel echt een samenwerking die iets nieuws oplevert: het aloude 1 + 1 = 3.” Met de aanduiding ‘supergroep’ zijn ze het niet eens, daar heb je namelijk ook supersterren voor nodig en zij zijn toch meer ‘livers’, denkt Geert. Thijs filosofeert verder over het onderwerp: “Black Oak vereist voor mij een andere manier van spelen. Bij I am Oak ben ik zowel qua zang als gitaar meestal leidend, bij Black Oak deel ik het middelpunt.”

Verschillende stemmen
Zo worden ze ook uit hun eigen comfortzone gehaald. “Bij Black Oak wisselt het af of je op de voorgrond staat, iets samen doet of juist wegvalt. Dat is echt wel het grote verschil met onze eigen bands,” zegt Thijs. Zij beamen daar ook mee te spelen, door de klankkleuren en door – o.a. in ‘Gallop’ – tegen elkaar in te zingen. De stemmen op het album kunnen dus heel erg wisselen. Geert: “Het openingsnummer ‘When the Night is All I See’ gaat bijvoorbeeld over het overwinnen van somberheid of depressie. Over het moment dat je helemaal vastzit en er weer kleur in moet komen.” Thijs vult aan: “Voor mij was het vanuit het perspectief van een relatie waarin het soms moeilijk gaat. Dat je dingen dan om kan draaien met een positieve benadering, los kunnen laten.” 


Poëtische vrijheid
Die beelden worden wel opgeroepen, “maar grotendeels in abstracte zin, en dus zijn ze niet volledig te begrijpen,” aldus Thijs. Geert geeft aan “dat het meer is vanuit de karakters in de nummers en het gevoel dat wij daarin willen belichamen. Het komt wel vanuit ons, maar wij zingen niet vanuit de ik-vorm. Ook al zing je dan wel ‘I’ en ‘you’, wij zijn het niet per se. Ik denk dat wij met onze andere bands wel meer vanuit onszelf schrijven, specifieker of persoonlijker. Bij Black Oak blijven wij misschien meer op de vlakte, maar nemen tegelijk ook meer poëtische vrijheid. Om alleen maar te dichten en niet per se een boodschap te hebben.” “En meer een stemming uit te drukken,” vult Thijs aan. De verhaallijnen groeien vanzelf. Ze schrijven over of voor een ander, voor een (ge)liefde, maar in ieder geval is de betekenis ambigu. Voor Geert zijn de beelden uit de nummers deels associatie, deels losse snippers. Bij de cut-up techniek (het verknippen en opnieuw ordenen van teksten, ontwikkeld en gebruikt door de beatdichters, red.) ontstaat uit een eigen selectie bij hem dan een herkenbaar patroon.

De betekenis komt achteraf
Maar hoe schrijf je een nummer met zijn tweeën? Ze hebben ook automatic writing geprobeerd, maar volgens Thijs was het dan juist lastiger om niet de enige kok in de keuken te zijn. “Bij ieder eigen stuk zat er dan meer van diegene in. Als je het zou verdelen, wordt het al snel iets algemener. Het schrijven is het lastigste onderdeel van samenwerken. Je wilt wel iets zeggen en tegelijkertijd er meerdere dingen in kunnen lezen.” Zo interpreteerden zij een voor de grap herhaald muzikaal motiefje als ‘the gallop of time’ en met terugwerkende kracht werd dit in het nummer ‘Gallop’ geplaatst. “Soms kun je daar ook in doorslaan, in het zoeken naar betekenis. Betekenis is niet iets dat er is, maar wat ontstaat.” Bij Black Oak komt de betekenis vaak achteraf, merkt Geert, of in ieder geval pas tijdens het proces. De betekenis die het nummer ‘Beacuse it’s there’ achteraf kreeg toebedeeld, bleek volgens Geert zelfs het devies van Black Oak te zijn. “Waarom speel je? Waarom spelen wij deze nummers? Aan een beroemde bergbeklimmer werd eens gevraagd ‘waarom ga je die berg op?’ En hij antwoordde ‘omdat ie er is…’”

Te zien: Black Oak, woensdag 28 oktober 2016 @ EKKO