Big Hare: “Wij houden gewoon van party”

Een interview met Tim Fraanje en Luuk Ottenhof

Tekst: Ilse Lindenhovius / Foto: Reyer de Vos ,

Big Hare. Voor de onwetenden: twee jongeheren die wel van een feestje houden. Noem de muziek die ze maken een bizarre droom, zelf noemen ze het een rock-'n-roll aanpak met synthesizers. Vijf jaar geleden leerden ze elkaar kennen via Muzikantenbank. Inmiddels staat de releaseshow van debuutplaat Hasyayoga op de agenda. 27 februari wordt deze gepresenteerd in Vechtclub XL. Een avond die ze zelf hosten met ook nog optredens van Daendel, Fetter en Frauduleus. We schuiven aan voor een gesprek tijdens een hapje in de Wok & Noodle bar aan de Nachtegaalstraat.

Het begon allemaal aan de Maliestraat 1, een imposant pand waar ooit het Nederlands Psychoanalytisch Instituut huisde. Het leek wel plots verlaten, want toen vrienden van Fraanje en Ottenhof er antikraak gingen wonen, stond het pand nog vol spullen van het instituut. De surrealistische kant van het immense huis bood zo genoeg inspiratie voor de eerste nummers van de EP (single + clip) Tahiti. Toch was het hebben van een studio blijkbaar niet helemaal de bedoeling van een antikraakwoning, dus na een tijdje werden de heren eruit geknikkerd. Gelukkig al wel met een paar nummers op zak. 

In de periode aan de Maliestraat werd er tussen het opnemen door vaak gegeten bij de Wok & Noodle bar verderop. Na de opnames van afgelopen zomer zijn Fraanje en Ottenhof hier niet meer geweest. Dit bezoek is daarom ook wel een beetje symbolisch. Bovendien betekent het een volle stempelkaart en dus een gratis wokmaaltijd. 


Het verhaal gaat rond dat Big Hare begon naar aanleiding van een shampoo-etiket. Klopt dat?
Ottenhof: “Ja, de naam inderdaad. Er stond iets op een shampoofles van ‘bring on the big hair’. We waren toen op zoek naar een bandnaam. Iets wat dubbel kon zijn en niet eenduidig is ofzo. We vonden dat wel grappig: big hair. Op abstract niveau verwijst de naam naar porno uit de jaren zeventig, toen seks nog gezellig was, maar ook naar een verhaal/film als Alice in Wonderland, waar onder andere een March Hare in zit. Muzikaal gezien refereert het aan de psychedelica. Een direct voorbeeld is White Rabbit van Jefferson Airplane.”

Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk gevonden?
Fraanje: “Via Muzikantenbank. Dat is inmiddels een jaar of vijf geleden. Luuk had samen met Jasper (bandlid van eerdere band), die toen de bassist was, een gitarist nodig.”
Ottenhof: “We hadden een heel pretentieuze advertentie online gezet. Je moet dit kunnen, dat hebben. Op een gegeven moment werd ik gebeld door Jasper, die vertelde over een vage gast die had gereageerd. Echt vage shit, maar wel goede vage shit. Het klikte muzikaal meteen. Later is Jasper eruit gegaan en zijn we met zijn tweeën verder gegaan.” 


Wisten jullie meteen welke kant jullie op wilden qua geluid?
Fraanje: “Nee, het is een beetje zo gegroeid. We hadden niet echt het gevoel van: dit gaan we doen.”
Ottenhof: “We luisteren gewoon allebei heel veel naar muziek, veel verschillende muziek, maar ook wel met veel raakvlakken. Het komt overal vandaan denk ik.”
Fraanje: “Ja, want we hebben ook niet echt een muzikale training gehad. Luuk alleen een half jaar drumles. Dan is het gewoon heel veel muziek luisteren en wat vet is neem je mee, ook onbewust.
Ottenhof: “We zijn niet echt dogmatisch. Zo van: we maken dit soort muziek en blijven daarin. Onze muziekopvatting is redelijk abstract. We vatten muziek in de eerste plaats op als georganiseerd geluid. Op die manier zijn we ook het opnameproces ingegaan. Het kan eigenlijk nog alle kanten uitgaan, het blijft een beetje in beweging. Dit wordt ook vertaald naar live spelen, waar popstructuren worden afgewisseld met improvisatie, zodat de (album)tracks nooit hetzelfde worden gespeeld.”

Met de muziek die jullie nu maken, zitten jullie wel in een niche. Is het een doel om het grote publiek te trekken?
Fraanje: “Tja, we komen niet heel erg tegemoet aan het publiek denk ik. Het is niet zo dat wij heel erg proberen super commercieel te zijn ofzo.”
Ottenhof: “Maar het is natuurlijk wel vet als meer mensen het oppakken. We willen eigenlijk zoveel mogelijk mensen bereiken, we zijn niet schuw.”
Fraanje: “Ja dat, maar wel een beetje op onze voorwaarden.”Ottenhof: “Ik vind het wel een uitdaging (want het is inderdaad wel een beetje een niche) dat het raar is, maar dat je het wel zo lekker laat klinken dat mensen over de streep worden getrokken. We proberen ook eigenlijk altijd wel een element in een nummer aan te brengen dat blijft hangen.” 


Hoe denken jullie dat het in Utrecht leeft op het gebied van jullie muziek? Moet je hier zijn?
Ottenhof: “Ja en nee… misschien. Kijk, iedereen is wel eens in Berlijn geweest. Als je daar een beetje de sfeer kent, dan weet je dat je hier en daar wel kunt optreden. We zouden daar alleen niet opvallen en het voordeel hier is misschien dat we juist wel opvallen. Hier leeft het wel wat meer rondom bandjes denk ik.” 

Wat zijn jullie dromen? 
Beiden: “Een tour naar Japan!” 
Fraanje: “En misschien naar Amerika. We hebben wel plannen in die richting. Er is iemand van een label die ons misschien daarheen wil halen, maar het is de vraag of dat echt gaat gebeuren. Zoiets is best moeilijk om vanuit hier te regelen.” 
Ottenhof: “We zijn eigenlijk pas net begonnen met dat soort dingen wat meer proberen te regelen. Eerst waren we alleen maar met de muziek zelf bezig.”

Tot slot nog iets wat jullie kwijt willen?
Ottenhof: “Misschien lijken we wel een beetje nerdjes soms, maar dat valt best mee. Nou ja, misschien niet per se nerdjes, maar misschien denken mensen dat onze muziek raar is en dat wij dan ook raar zijn. Terwijl we eigenlijk heel normaal zijn.” 
Fraanje: “Dit is niet goed voor ons imago, man. Maar soms vinden mensen onze teksten wel eens raar, maar dan moeten ze gewoon beter luisteren. Verder houden we gewoon van party.”

Te zien: Big Hare’s Fun Night Out: albumpresentatie Big Hare en optredens van Daendel, Fetter, Frauduleus e.a., zaterdag 27 februari 2016 @ Vechtclub XL