LGW16: Le Mini Who? 2016 van rustig naar keihard

Gratis kleine zusje van Le Guess Who? viert het vijfjarig bestaan in ACU

Tekst: Léon Hofland, Helena Cazaerck en Marc van der Laan / Foto’s: Sabrine Baakman en Keri Stoelinga ,

Het centrum van Utrecht staat zaterdag en zondag helemaal in het teken van Le Mini Who?, het kleine zusje van Le Guess Who?, met naast veel Nederlandse ook een aantal Belgische en Engelse underground bands. Het festival-in-een-festival speelde zich - opnieuw - af in de Breedstraatbuurt en op de Ooster- en Westerkade en in ACU, waar Le Mini Who? zijn vijfjarig bestaan vierde.

Squirrel (De Stadsgenoot)
In De Stadsgenoot staat Squirrel, het solo-project van Joram Tornij, de zanger van de Utrechtse band Most Unpleasant Men. Tornij speelt kleine, persoonlijke liedjes op het scheidsvlak van singer-songwriter en pop. Live wordt hij ondersteund door collega songwriter Janna Lagerström, die met haar fijne stem meer diepte aan de nummers geeft. Heel effectief is ook de oude bandrecorder die Tornij heeft gekocht: de simpele drumcomputer, bas, elektrische gitaar en soms violen die daarop meespelen zorgen ervoor dat de nummers een popgeluid krijgen en geven de break-up liedjes ook iets lichts. Tornij eindigt met ‘This Is It’ van Most Unpleasant Men, 'een band die al drie jaar stil ligt maar ooit misschien weer eens wat gaat doen'. Ondanks de wat zware persoonlijke nummers toch een ontspannen begin van de dag. (ML)

traumahelikopter (Loudmouth)
Vanaf De Stadsgenoot is het maar een klein stukje lopen naar het hoofdkwartier van grafisch ontwerper Loudmouth (aka Robert Adriaansen) aan de Oudegracht. Sinds een aantal maanden huist hij op de begane grond van het pand waar ooit de legendarische platenzaak Da Capo zat. Binnen is het een soort mini Le Mini Who? met de geluidsinstallatie van de Utrechtse rockers Bobby Kingsize plus bier en fris van dB’s. Het is er ook vol met bezoekers. Als traumahelikopter speelt, staan de bezoekers tot in de etalage-ruiten. De drie mannen uit Groningen Noord geven hard gas met een dwarsdoorsnede van oudere liedjes, nummers van het sterke nieuwe album Competition Stripe (meer powerpop dan de garagerock van de eerdere platen) en een geslaagde cover van The Jesus and Mary Chain (‘Blues From A Gun’), een band die zo maar als inspiratie gediend kan hebben voor ‘Negative Feelings’ van de nieuwe plaat. 'Dit is de leukste show die ik tijden gespeeld heb,' zegt zanger/gitarist Mark Lada halverwege de show. De mensen in Loudmouth hebben het in ieder geval ook erg naar hun zin, en het glunderende gezicht van eigenaar Robert Adriaansen spreekt boekdelen. Na een felle cover van ‘Bastards of Young’ van The Replacements zijn we helemaal wakker geschud en klaar voor de volgende show. (ML)

Krankland (Swordfish & Friend)
'Zieke liedjes voor gezonde mensen en gezonde liedjes voor zieke mensen.' Het Belgische Piquet kon er door ziekte niet bij zijn dus krijgen we in de plaats daarvan hun landgenoten van Krankland voorgeschoteld. De nieuwe band van Thomas Werbrouck (Little Trouble Kids) met Thomas Mortier op de bas, Janko Beckers op een aantal vreemde instrumenten en Christophe Claeys op drums. Krankland is niet te vergelijken met Little Trouble Kids. Ditmaal geen noise maar een debuutalbum Wanderrooms met tien melancholische nummers, soms breekbaar, soms opgewekt. Het resultaat doet denken aan landgenoten The Van Jets en Balthazar. De set steekt van wal met ‘Holding On’, een simpele gitaarmelodie met een melancholisch zangpatroon. De kwetsbaarheid van ‘Holding On’ staat in schril contrast met het vrolijke deuntje van ‘Summer Avalanche’, dat duidelijk wordt geapprecieerd door het publiek. Daarna komt ‘Rat Race of the Slugs’, een nummer dat de band misschien een beetje overmoedig vergelijkt met het repertoire van Tom Waits, om te eindigen met harde gitaren in ‘And He Rows’. Wellicht het hoogtepunt van de set. (HC)

The Fire Harvest (ACU)
In ACU speelt The Fire Harvest een dreigende, gelaagde set. De band van Gerben Houwer is al een aantal jaren actief maar leverde onlangs pas het eerste volledige album af. Hun kracht is beperking. De ingetogen en gedragen stem van Houwer doet denken aan de verstilling van Jason Molina, terwijl de subtiel opgebouwde drumpartijen en het gedoseerde gitaarspel voor meer dynamiek zorgen. Het krijgt zo de gloomy dreiging van slowcore. In het eerste nummer klinkt bijvoorbeeld een desperaat en telkens herhaald 'This is not who I am', en later 'You swore true to silence, now I know how it’s done'. Maar al die onderkoelde dictie en dat gecontroleerde spel moet soms wel losbreken. Gelukkig doet het optreden dat ook regelmatig met vlammende gitaarsolo's en intense uithalen van Houwer.

ELLA (Hofman café)
In Hofman Café heeft zich aan het eind van de middag een deel van Amber Arcades verzameld. Ze spelen niet zelf maar supporten hun toetseniste Ella van der Woude, die als ELLA bezig is met een solo-project. Afgelopen week kregen we al een voorproefje van haar door Stew Jackson (onder meer Massive Attack) geproduceerde debuut-EP in de vorm van het mooie, gedragen ‘IDWTGTKY’. Vanmiddag wordt ze begeleid door Manuel van den Berg, met wie ze eerder in de getalenteerde Amsterdamse band Houses speelde. Met zijn tweeën houden ze de nummers eenvoudig en klein. Het eerste langzame nummer met akoestische en elektrische gitaar is nog niet heel onderscheidend, maar wanneer ze beiden overgaan op synthesizer en een filmisch liedje spelen wordt het al spannender. Hofman blijkt vanmiddag echter niet de goede locatie voor zoveel intimiteit. De borrelende, kletsende en etende mensen voorin zorgen voor een onrustige setting waarin Van der Woude zich - ondanks de ondersteuning van de fans aan de bar - zo te zien ook niet op haar gemak voelt. Het wordt daarom wachten op de EP om er achter te komen wat de muzikale stijl van ELLA nu precies is. (ML)

USA Nails (The Village Coffee & Music)
In The Village Coffee and Music laat de soundcheck van USA Nails al weinig aan de verbeelding over: het wordt hard. De (boven-)buren zitten weer op de eerste rij bij een optreden in de koffiezaak aan de Voorstraat. Als de vier Londenaren beginnen zien we verschillende mensen voelen of ze hun oordoppen wel in hebben. Geen gekke gedachte want in hun korte felle punksongs met schelle en dissonante gitaren doet USA Nails denken aan bands als Metz of Pissed Jeans. En als de beestachtige drummer dan ook nog even probeert of de vloer van The Village wel schokbestendig is, zijn er maar twee opties: rennen voor je leven of je hier helemaal in onderdompelen. De meeste bezoekers kiezen terecht voor het laatste, ook al lijkt het met elk nummer nog een tandje harder te gaan. Mooi contrast met de hyper actieve en verschroeiende nummers vormen de droge praatjes met veel Engelse humor tussendoor. De band stopt al hun bloed, zweet en tranen in het half uur waarvoor ze helemaal uit Londen zijn gekomen (ze doen ook nog een show in Brussel). Beste show van deze middag. USA Nails nailed it! (ML)

Pip Blom (Plato)
Pip Blom is een rijzende ster in de Nederlands popwereld. Ze is nog maar net 20 maar schrijft al liedjes vanaf haar 16e en doet er met een goede DIY-houding van alles aan om die nummers ook te laten horen. Buitenlandse blogs hebben haar opgepikt, spotify-streams gaan hard, nieuwe EP Are We There Yet is net uit, ze stond met haar band in De Wereld Draait Door en in januari speelt ze op Eurosonic Noorderslag. Als we Plato binnenkomen staat de band nog te overleggen voor de lege vloer, terwijl ze eigenlijk 10 minuten later al moeten spelen. In een snel tempo wordt alles opgebouwd en na een korte soundcheck zijn ze klaar om te beginnen. Welkom in het leven van een tourende muzikant. Of het door die gehaaste start kwam is niet duidelijk maar het begin is onwennig en rommelig. Slackerpop hoeft natuurlijk niet perfect gespeeld te worden, maar het meandert allemaal iets teveel. De laidback stem van Blom is wel meteen een fijne bonus. In het tweede deel van de set is de band echter warm gedraaid en blijken ook de sterke nummers te zitten: ‘Truth’ met live een fijne grunge riff, het lekker jengelende ‘Taxi Driver’ en als laatste het Courtney Barnett-achtige ‘Hours’. Niet toevallig zijn dit ook een aantal van de de nieuwste liedjes. Bloms grote droom is om op Glastonbury te spelen. Ambitieus misschien, maar als ze zulke liedjes blijft schrijven …  (ML).

Lost Bear (ACU)
Alle registers vanaf het begin volledig opengooien, dat is wat Lost Bear doet. Drie gitaren creëren een muur van geluid en de geest neemt bezit van zanger Casper Steenhuizen (getuige zijn hyper bewegingen en felle stem). De band heeft een reputatie hoog te houden van energieke ‘tongue-in-cheeck’ collegerock waar het spelplezier vanaf spat. Dit ongecompliceerde rammen zal wellicht ook gelden als uitlaatklep voor hun andere, rustigere projecten in de Utrechtse scene. De mannen houden een hoog tempo aan, met meerdere ideeën per nummer en amper adempauzes. Dynamiek is niet hun sterkste kant, het  geheel is wel meeslepend. (LH)

Bonne Aparte (ACU)
Naarmate de avond vordert in de ACU, neemt de hardheid van de programmering toe. Een voorbeeld daarvan is het Friese Bonne Aparte. De keel wordt eens goed geschraapt en dan knallen zij erin met  agressief beukende gitaren en dreunende golven van pure testosteron. Hier is alarmfase één van kracht. De eerst goed gevulde zaal stroomt al snel half leeg zodat alleen zij overblijven die zich willen (of durven) laten overdonderen. De nummers zijn korte, samengeperste brokken energie waar je bijna hartkloppingen van krijgt. Met een frontman die zich naar eigen zeggen laat inspireren door bijbelse bronnen en uit te drijven demonen, en zich heerlijk schreeuwend overgeeft aan z'n bezeten overtuiging. Wie is gebleven wordt dan ook ruimschoots beloond: juist door je over te geven aan al die apocalyptische doem vind je soms verlossing. (LH)

Cocaine Piss (ACU)
De afsluiter van Le Mini Who? op zaterdag is het Belgische Cocaine Piss. Dit is rauwe, poedelnaakte punk. Hiernaar luister je niet om een compromis te vinden. Nee, dit is een schreeuw om het recht tot zelfontplooiing in elke mogelijke vorm. Hun nieuwste album The Dancer daagt uit en drukt je met je kop recht op alles wat je probeert te negeren. In de dertig minuten dat ze het podium trotseren vergeet het publiek voor héél even wat sociale druk betekent. Frontvrouw Aurélie verwoest alle clichés. Het ene moment staat ze recht voor je op het podium en het volgende verdwijnt ze in de moshpit, zodat je alleen nog maar kunt raden waar het geschreeuw vandaan komt. Cocaine Piss bevestigt dat de Luikse scene een broeihaard is voor een portie gezond geraas. Het is een verlammend ijsbad maar als je er eenmaal ingesprongen bent, dan wil je er niet meer uit. (HC)

Gezien: Le Mini Who? 2016, zaterdag 12 november 2016 @ diverse locaties rond de Voor- en Breedstraat