Interview met programmeurs Le Mini Who?: "We zullen blijven experimenteren"

Opnieuw verdieping in de programmering van het zusje van Le Guess Who?

Tekst: Loren Snel / foto's: Melanie Marsman ,

3voor12 ging aan tafel in Café de Bastaard met Rinke Vreeke en Jacob Hagelaars, de programmeurs van Le Mini Who?. En kreeg een primeur voorgeschoteld. We spraken met het duo over de kracht van kleinschalig experiment, gemeenschapsgevoel, en de toekomst van het festival.

Mini is Le Mini Who? allang niet meer. Sinds 2011 is het festival, net als grote broer Le Guess Who?, uitgegroeid tot muziek-en kunstfestijn met internationale aantrekkingskracht. En de line-up van editie 2016 is wederom tjokvol. Barst een van de bekendste podia voor de Nederlandse underground niet uit zijn Utrechtse voegen? Integendeel, zeggen Rinke en Jacob. Het festival zal de stad nog hechter verbinden.

Tijdens Le Guess Who?, dat van 10 tot 13 november haar tiende editie beleeft, kun je op zaterdag en zondag overdag gratis bij Le Mini Who? terecht. Al sinds het festival als bandfestijn om de hoek in de Voorstraat begon, is De Bastaard een festivallocatie. Dit jaar is geen uitzondering. Rinke en Jacob moesten vroeger zelf bij alle café en winkels aanbellen om te vragen of ze meededen. Vijf jaar en acht succesvolle edities later kloppen de ondernemers steeds vaker bij hen aan. Vanavond werkt het duo samen aan de festivalcoördinatie aan een tafel naast een drukbezet biljart. Rinke pakt haar kopje snert - “laten we de rust opzoeken” - Jacob zijn biertje en we nestelen ons in de booth naast de ingang.

Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: jullie bouwen Le Mini Who? nog verder uit dit jaar. Hoeveel groei is er mogelijk binnen een stad als Utrecht?
Rinke
: “Groei is altijd mogelijk. Je kan 3.000 bands programmeren en het de hele stad laten overnemen. Maar de vraag is of je dat wilt. Ik denk dat juist compactheid de kracht is van Le Mini Who?, dat je alles goed kan belopen, het programma te behappen is. Zo kom je elkaar als festivalbezoeker nog echt tegen, en dat heeft veel meer waarde.”
Jacob: “Le Mini Who? is geen lokaal festivalletje. Maar de groei die wij doormaken, houden we wel binnen de perken. We laten bijvoorbeeld elke dag een andere Utrechtse wijk aan bod komen. Zo houden we op de zondag Le Mini Who? aan de Ooster- en Westerkade. Je kan groeien, maar je hoeft niet de hele stad in één keer op één middag te doen. Dan verlies je het overzicht. En het gevoel van saamhorigheid.”
Rinke: “Precies, het festival kweekt bij onze Utrechtse ondernemers een echt gemeenschapsgevoel. Stel, je zou dit proberen in de Negen Straatjes in Amsterdam. Die buurt is net de Voorstraat, qua opzet en gevoel. Maar daar zouden de winkeliers elkaar meer als concurrenten dan als partners zien.”

Jullie hebben zo te horen een sterke band opgebouwd met de Utrechtse ondernemers?
Jacob: “Ja, die in de Voorstraat zien het festival bijna als een buurtfeest waar je sowieso aan meedoet. Ze vragen ons: ‘Doen die en die ook weer mee? Dan wij ook.’ Ze hebben hart voor de straat, ze willen dat het opbloeit. Le Mini Who? is voor hen een voorbeeld voor hoe ze willen dat het vaker per jaar zou kunnen zijn. Het zijn dat soort ondernemers, ondernemers met, tja, eenzelfde bloedgroep die Le Mini Who? snappen en er aan mee blijven doen.”

Elk jaar geven jullie een vernieuwende draai aan Le Mini Who? In 2013 kwam de markt van Le Bazarre erbij. In 2015 startten de huiskamerrestaurants van Le Feast. Waar gaan jullie ons dit jaar mee verrassen?
Jacob: “Nou, dit jaar draait het om…[kijkt Vreeke aan] Vertel jij dat? Dit is jouw ding.
Rinke: “We zoeken elk jaar naar een extra verdieping van de programmering. Van Le Guess Who? krijgen we veel vrijheid om te doen wat we willen. En dan durf je ook meer te experimenten. Dus eind augustus stopten we 1.250 brieven door de bussen van de bewoners in de Breedstraatbuurt. In die brief stond: ‘We organiseren al vijf jaar Le Mini Who? bij jouw om de hoek. Dit jaar gooien we het open. We willen jullie vragen een bijdrage te leveren. Op wat voor manier dan ook.’ Je kon je opgeven als chef voor Le Feast, of om als gast bij iemand anders te eten. Je kon couch surfing host worden voor internationale festivalbezoekers. Maar ook zelf een huiskamerconcert organiseren. Of een voorruitexpositie.”

Sorry, een wat?
Rinke: “Haha, een voor-ruit-expositie. Sommigen verstaan voorhuid.”
Jacob: “Dat versta ik nog steeds.”
Rinke: “Maar het grappigste is dus, als je bewoners zelf laat bedenken wat er moet gebeuren in hun stad of buurt, dat er zoveel nieuwe inzichten en ideeën bijkomen. En daar komt dan een gek, maar supertof programma uit voort.”

Jullie hebben dus veel reacties gehad?
Rinke: “We hadden tegen onszelf gezegd: ‘als we tien huizen hebben die meedoen, is dat top.’ We hebben er nu zestien.”
Jacob: “En dat zijn er volgend jaar misschien wel 50. Dan hebben mensen gezien hoe ’t werkt en denken ze ‘dat is te gek! Dat gaan we volgend jaar ook doen.’”

Is het niet eng, zoiets uit handen geven?
Rinke: “Het wordt spannend. Drie huizen organiseren een huiskamerconcert. Wij hebben geen flauw idee wat daar gaat spelen, maar dat maakt niet uit. Het is zo tof, wat er kan ontstaan als je mensen bij elkaar brengt. Dan word je nog echt verrast. Ik haat het woord ‘beleving’, maar Le Mini Who? biedt toch echt een totaalpakket.”
Jacob: “Vorig jaar was Le Feast het experiment, en mijn persoonlijke hoogtepunt. Ik kreeg toen foto’s doorgestuurd van lange tafels bij iemand thuis waar een driegangen menu werd opgediend. En daar zaten dan buitenlandse bezoekers aan tafel die elkaar niet kennen, maar wel praten over ‘Waar ga jij heen vanavond? Wat heb je gisteren gezien?’ Daar kreeg ik echt kippenvel van. Daarom vind ik dat het onze ambitie moet zijn de buurtbetrekking te laten slagen.”

Waar krijg je dan precies zo’n kippenvel van?
Jacob: “Van hoe Le Mini Who? like-minded people bij elkaar brengt.”
Rinke: “Een mooi voorbeeld is Annelotte de Graaf van Amber Arcades. Amber Arcades is een Utrechtse band die nu supergoed gaat. Ooit deed Annelotte mee als host aan ons couchsurfingproject. Toen kwam er een meisjes van het Engelse label Heavenly Recordings bij haar slapen. Ze zijn na het festival in contact gebleven. En nu is Annelotte getekend bij Heavenly. Supertof.”  

Le Mini Who? gaat steeds meer zijn eigen weg. Zullen jullie je ooit afscheiden van Le Guess Who?
Jacob: “Nee, het zal altijd het zusje van zijn. Bovendien is het gunstig dat de festivals in hetzelfde weekend plaatsvinden, wanneer je al die like-minded people bij elkaar hebt. Maar de focus van Le Mini Who? is anders. Le Guess Who? boekt steeds meer buitenlandse acts en Le Mini Who? boekt de Nederlandse underground. Wij vullen daarmee een gat op dat Le Guess Who? achterlaat met zijn internationale focus.”

Ook op Le Mini Who? staan buitenlandse artiesten. Zouden jullie de internationale focus niet volledige moeten laten varen?
Jacob: “Dan zouden we ons onnodig beperken. Het is ook best stoer dat we die Amerikaanse band op Le Mini Who? kunnen hebben. Om daar dan nee tegen te zeggen, zou raar zijn.”

Waar gaan we jullie vinden tijdens het festivalweekend?
Rinke
: “Nergens! Overal.”

Hebben jullie het dan zo druk?
Rinke: “We doen eigenlijk niks, behalve overal hoi en doei zeggen en handjes schudden. We hebben veel taken overgeheveld naar verschillende teams.”
Jacob: “Maar op de dag zelf ben je toch degene die moet kijken of alles goed gaat. En degene die in gesprek gaat met de partners, ondernemers, labels. Dat is belangrijk.”

Stel, je kon een kloon van jezelf op pad sturen om de handjes te schudden. Waar gingen jullie dan sowieso naartoe?

Rinke: “Sowieso naar ACU, daar is ons verjaardagsfeestje. Daar staan alle vrienden van het eerste uur van Le Mini Who?. Dat kan een band, een label of een boeker zijn die al heel lang met ons werkt. Oh, en ik ben ook benieuwd naar alle acts in Back & Fourth, en naar het afscheidsfeest van Kapitaal. Die houden ze in hun werkplaats aan de Plompetorengracht.”

Jacob: “Waar ik heel benieuwd naar ben is Syr. Dat restaurant presenteert in Gys drie Syrische acts. Er komt een ensemble, een zanger die a capella traditionele Syrische liederen gaat zingen, en een udspeler. Dat wordt een heel andere manier van mensen bij elkaar brengen. En is nieuw voor ons.”

Wat brengt de toekomst van Le Mini Who?
Jacob: “Elk jaar moet er ontwikkeling zijn. Maar hoe we het volgend jaar doen? Tja, dat gaan we na november wel bespreken.”
Rinke: “Le Guess Who? zegt ook over zichzelf ‘we zijn een ever changing format’. En dat is Le Mini Who? eigenlijk ook. Blijven experimenten. Dan wordt ’t nooit saai.”