Fotograaf Juri Hiensch toont Utrechts publiek festival Le Guess Who?

“Details mogen van mij sneuvelen in het geweld van contrast”

Foto’s kleur: Juri Hiensch / Tekst en zwart-witfoto’s: Dorien Hein ,

Een maand voor de aftrap van de tiende editie van Le Guess Who? vind je verspreid over de Utrechtse binnenstad twintig zuilen met festivalbeelden van fotograaf Juri Hiensch. Hij maakt de sfeer van Le Guess Who? door de jaren heen zichtbaar en voelbaar voor het Utrechtse publiek.

Hiensch is professioneel fotograaf en werkt al meer dan tien jaar als vaste huisfotograaf van Tivoli en TivoliVredenburg. Hij werkt in opdracht van festivals zoals Into The Great Wide Open, Best Kept Secret en Le Guess Who?. Wat drijft de fotograaf om zich al die jaren te binden aan het festival en welke man gaat schuil achter de foto’s? We vragen het hem en zoeken hem op in zijn studio naast station Zuilen waar hij met andere creatievelingen is gehuisvest.

Tijdens ons interview is de expositie in hartje centrum letterlijk in opbouw. Hiensch komt net van de Neude: “Het zijn twintig zuilen met elk vier foto’s van één vierkante meter. Te vergelijken met de Lotek lamp. Vier poten, met een kubus erbovenop. Net als de lamp heeft de expozuil verlichting. De meeste foto’s zijn bij kunstlicht gemaakt. Het licht van binnenuit maakt dat de foto’s bij avondlicht weer teruggaan naar hun oorsprong, ze gaan leven.“

20 zuilen met in totaal 80 foto’s, over een periode van 9 edities van Le Guess Who? Als je duizenden foto’s hebt geschoten, hoe kom je dan tot een selectie?
“De eerste fase is stof blazen van de dozen met oude dvd’s. Het archief van de eerste edities van Le Guess Who?. In die tijd maakte ik per kwartaal een dvd, mooi hoesje erom, indexje erbij. Best wel georganiseerd eigenlijk. De eerste shift in mijn selectie is vrij breed en puur vanuit esthetische grond.”

Bij zijn duik in de archieven komen foto’s naar boven van een 3voor12/Utrecht-expositie, in 2006 geëxposeerd in de Utrechtse bibliotheek. Met foto’s van The Residents, CocoRosie en Juliette and the Licks. “Dat was nog met een extreme vorm van nabewerking in de foto’s,” blikt Hiensch terug. 

Terug naar de selectiefase van de expo. “Daarna ben ik gaan kijken, welke elementen moeten zeker terugkomen? Variatie in type foto, in jaren en tijdsbeeld, in bijzondere shows. Ook de expolocatie van de zuil heeft invloed op de selectie.

Het selecteren heeft me zo’n drie weken gekost, zeg een maand totale doorlooptijd. Het scheelt natuurlijk dat alles wat ik op schijf heb al een selectie is die ik ooit heb gemaakt. De foto’s op de zuilen zijn in vierkant formaat. Dus al mijn foto’s heb ik bij moeten snijden (croppen). Geen punt, want ik heb sowieso een crop-afwijking. Ik heb bijna geen foto die de kadering van het origineel behoudt.” 

Welke foto is je het meest dierbaar uit de reeks? 
“Ik heb een aantal favorieten. Als ik er echt één moet kiezen, dan is het de foto van St. Vincent uit 2014.” Bijna een contrastrijke zwart-witfoto, zou je haast zeggen. Maar dat kan niet. Hiensch’ concertfotografie is uitsluitend in kleur. Zwart-wit vindt hij zelfs stijlbreuk voor zijn concertfotografie. De foto is gemaakt in de grote zaal van het nieuwe TivoliVredenburg. 

“Terwijl alle fotografen in het midden stonden, kreeg ik aan de zijkant van het podium een zetje van de beveiliger - aardige gasten hoor - om op het podium te komen.“ De foto is iconisch voor zijn stijl. Esthetisch een goede foto, met veel contrast en tegenlicht. “Geen perfecte foto in technische zin - daar kun je zelfs zeker kritiek op hebben - maar het is vooral een foto waar veel gevoel en expressie in zit.”

Wat is een Juri Hiensch foto?
“Ik wil kracht en emotie in een foto leggen. Tegenlicht is hierin bijvoorbeeld een hulpmiddel, geen doel op zich. Details mogen van mij sneuvelen in het geweld van contrast. Het gaat mij om de grote lijnen, de contouren en het gevoel dat erin zit. Details kunnen voor mij zelfs een gezicht zijn van iemand of de omgeving.”

Wat was er eerder? Liefde voor muziek of fotografie?
Muziek.” Punt. “Ik kom uit een gezin met muziekliefhebbers. Mijn ouders zijn kinderen van de jaren 60. Grote Stones fans, inmiddels ook The Beatles hoor. Op zondagochtend tijdens het ontbijt luisterden we naar Paolo Conte en Leonard Cohen. Mijn oom zat in de Hifi-business en was onze huisleverancier. In mijn puberteit blies ik die speakers op. Ik luisterde veel naar punk en rock. Hard natuurlijk. 

Als puber fotografeerde ik al wel veel. Ik heb boeken vol met foto’s van mensen. Het ging me toen meer om het vastleggen van de vrienden uit mijn jeugd dan om de fotografie an sich. De kiem voor fotografie is pas echt ontsproten na mijn grafische opleiding, tijdens mijn eerste baan. Één van mijn eerste opdrachtgevers was Tivoli. De eerste concerten heb ik geschoten met een compactcamera.”

Wat betekent Le Guess Who? voor jou en wat hebben jullie gemeen?
“Le Guess Who? betekent heel veel voor mij. Het is mijn favoriete festival. Het stimuleert de ontdekking en is breed van opzet. Het heeft van die vuige kartelrandjes, waar ik van hou. Bob en Johan - de organisatoren - doen geen concessies en zetten bands neer die ze zelf tof vinden. Waarvan zij vinden dat anderen ze moeten horen en zien. Dat waardeer ik erg. Het gevoel, de mens erachter is ontzettend stimulerend en sympathiek. Dat rauwe, kartelige, het hoeft-allemaal-niet-perfect-te-zijn, dat hebben we gemeen."

Is er een band/artiest/optreden die je het meest is bijgebleven in de loop van de jaren? 
"Ik denk aan 2010, de Canadese band Caribou. Ik had de muziek al heel veel geluisterd, ze nooit gezien, ze bleven een mysterie voor mij. Het was een geweldige show en de eerste keer dat ik van achter het podium een foto schoot. Dat heb ik later nog een keer gedaan bij Suuns. Ik hou erg van hun muziek. Ook zo’n bijzondere band voor het festival, die telkens terugkomt. Die elke keer weer variatie biedt in de shows. Bij Suuns maakte ik mijn eerste backstage foto van de toetsenist Max Henry die stond te roken. Daarvoor was ik hiervoor te verlegen en het voelde bezwaarlijk. Maar ook shows in ACU, zo’n klein zaaltje waar een show dan opeens broeit. Prince Rama, dat ging helemaal los."

In de 10 jaar sinds het bestaan neemt Le Guess Who? met zijn programma en internationale aandacht een unieke plek in tussen de Nederlandse festivals'. Hoe ben je als fotograaf meegegroeid met het festival?
“Ik heb concertfotografie met veel plezier gedaan. Rondrennen met het blokkenschema van podium naar podium. Jarenlang. Tot er een verzadigingspunt kwam. Ik kon me niet meer vernieuwen en er kwamen steeds meer concertfotografen bij. De lol was eraf. Ik ben toen een tijdje gaan minderen met concertfotografie. Le Guess Who? uitgezonderd dan. 
Ik richt me nu vooral op portretten en backstage fotografie. Ik creër mijn eigen tableau in plaats van het tableau voorgeschoteld te krijgen. Het vraagt om intensievere voorbereiding dan bij concertfotografie. Er valt voor mij nog veel te ontdekken in de portretfotografie, ik voel me nog een groentje.”

Zijn er bizarre momenten die je hebt meegemaakt die je met ons wil delen?
“Dat was vorig jaar. Ik had het plan om een portret te maken van Destroyer op het dak van TivoliVredenburg.” Het ging niet zonder slag of stoot. TivoliVredenburg was volop in productie, het huis gevuld met Le Guess Who?. Een heel team moest mee naar boven, de beveiliging en het alarm moest er af. “Het dak was zeiknat vanwege stevige regen en het was lastiger dan gedacht om een goede foto te krijgen. Destroyer zei bijna aan het einde van de shoot: “misschien moesten we maar eens gaan. want ik ben net twee weken geleden ontslagen uit het ziekenhuis met een zware longontsteking.“ Daarna schoot ik de foto waarop Destroyer staat met gesloten ogen, vanwege de regen in zijn gezicht. Het heeft iets vredigs, tevreden.”

Tot slot, heb je nog tips voor Le Guess Who? 2016. Waar moeten we volgens jou absoluut bij zijn?
“In elk geval Savages en Suuns. Beiden curatoren. Ik ben een groot fan van Savages. Ze zijn al drie jaar achter elkaar geweest. Verder ben ik benieuwd naar The Ex Festival, oud-Amsterdams bandje. Elza Soares, de diva, dat wordt heel bijzonder denk ik. Deerhoof, gekke band. En, ga naar Beak. Ja, ik heb er zin in.”

Foto’s van Juri Hiensch zijn nu te zien op prominente locaties en bij festivalvenues in de binnenstad van Utrecht: de Neude, Ledig Erf, TivoliVredenburg, Nijntje Pleintje, De Helling, Domplein, Leeuwenbergh, Janskerk, Hoog Catharijne en Schouwburgplein.