In 2013 werd de Utrechtse indierockband Coppersky door 3voor12/Utrecht verkozen tot “meest veelbelovende act”. Na de releaseshow van hun debuutplaat Relief, Be Around The Bend die koppen deed keren hield de buzz enige tijd aan en speelde de band menig festival, naast Europese tours. Op 18 april komt hun 7” EP uit, een voorproefje van de LP die volgt in het najaar. Onder het genot van een biertje en de warmte van een knapperend vuurtje spraken we de “band of brothers” op een frisse vrijdagavond aan de Oudegracht over hun nieuwe plannen.

In februari trokken de gebroeders Zwart zich met gitarist Benjamin Buitenhuis, drummer Ray Kornet en producer Jurriaan Sielcken een week lang terug in een woonboerderij in Zuid-Gelderland. Er werden twaalf liedjes opgenomen waarvan drie op 7” vinyl worden uitgebracht volgende maand. “De EP wilden we als een soort voorloper van de plaat uitbrengen,” vertelt Marty, lead gitarist en backing vocalist. “We komen weer met een nieuwe plaat en dit is ongeveer wat je kan verwachten. De EP is zeg maar een goede weerspiegeling, het is divers: een lang nummer, een kort nummer een snel nummer...” Ray: “We wilden eerst een album uitbrengen in het najaar en toen hadden we zoiets van “fuck it, we hebben zoveel nummers, we gaan er gewoon kijken of we er meer uit kunnen brengen.”

De langspeler verschijnt in het najaar, maar de vorm is nog niet helemaal bekend. Erik: “Het kunnen tien liedjes worden, maar ook veertien. Die EP is echt iets op zichzelf, maar het valt samen met het album.” Marty: “Je kunt ze niet los van elkaar zien, het is één geheel. We wilden gewoon niet zo lang wachten om iets uit te brengen, want als je in februari iets opneemt en je brengt het pas in oktober uit dan ben je gewoon heel lang in een soort twilight zone.” Ray voegt toe: “En in de tussentijd heb je waarschijnlijk weer meer nummers geschreven.”

De 7” wordt in eigen beheer uitgebracht en ook alle shows rondom de release boeken de jongens zelf. Met de nieuwe liedjes hoopt Coppersky interesse van de industrie te trekken. Marty licht toe: “De EP is ook een soort demo voor onszelf naar een eventueel boekingskantoor of label die met een deal aankomt die wij zien zitten voor de plaat. Dit is wat we hebben, hier gaat het heel erg op lijken: this is it. Als jij een plaat wilt met negen van dit soort nummers of tien of elf, dan is dit wat je gaat krijgen.” 

Het zesde bandlid en de overheerlijke saus
De EP is self-titled. “We dachten eerst aan Hometown Show, maar we vonden dit gewoon het mooist,” zegt Erik. “Het was eigenlijk Benjamin die zei: ‘ja, je moet ook een keer een self-titled doen, dus, dan doen we gewoon deze.’” Benjamin voegt toe: “Er staan drie knallers op, enne, ik denk niet dat je één van die tracks kan kiezen als titel.” Marty haakt daarop in met “dit is onze ‘This Is Who We Are’ plaat, maar we maken zelf normaal grapjes over bands die hun plaat zo noemen, haha. De reden dat we de EP denk ik self-titled hebben gehouden is ook omdat de drie nummers heel dicht bij onszelf komen.”

Het opnameproces in de oude boerderij was een ervaring op zich voor de jongens. “Elke dag hout hakken, voor het vuur zitten, vieze grappen maken en heel veel drinken,” vertelt Benjamin. “We hadden zelfs een sauna!” Samen met Jurriaan Sielcken, tevens bassist van Aestrid, namen ze twaalf nummers op. “Het was heel bijzonder om dat met z’n zessen te doen,” vertelt Marty. “Jurriaan is een genius die écht een producer is, hij is een componist. We hebben de meeste nummers natuurlijk zelf gecomponeerd, maar hij heeft voor nummers waar wij het heel moelijk hadden dingen bedacht dat wij zoiets hadden van ‘fuuuuuck’.” “Hij is een soort zesde bandlid,” voegt Benjamin toe. “Zo hebben we hem ook altijd gezien,” zegt Marty. “Hij heeft de vorige plaat ook geproduceerd, maar nu is hij echt los gegaan. Één nummer heeft hij zelfs bijna herschreven qua akkoordenprogressie, die komt op de plaat. Dat vond ik altijd wel een leuk liedje, maar hij is echt een stuk beter gemaakt.”

“Vooral met de gitaren heeft hij erg geholpen,” vertelt Marty. “Bij elk nummer hebben Benjamin en ik onze sound opnieuw uit zitten zoeken. Misschien hoor je het op de plaat niet zo, het is best één geheel. We hebben niet 600 versterkers uitgeprobeerd, maar we hadden wel bijna 600 effect pedalen, haha! Elke keer was het van: ‘Wat is hier vet?’. En vooral met Benjamin’s sound hebben we veel diversiteit in de plaat kunnen brengen. Hij had een oude Strat meegenomen, die eigenlijk afgeschreven was, een oud rotding. Die heeft veel van die diversiteit ingebracht.” Benjamin: “Die gitaar heet ‘de overheerlijke saus’; een blauwe Strat met loshangende delen, verkeerde intonatie, alles. Die heeft mijn deel van de plaat gered.” 

Creatieve sfeer
De nieuwe nummers zijn wederom live opgenomen. Tijdens hun vorige studiosessie was de band zo goed voorbereid dat ze tijd over hadden. Op die laatste dag is nog het nummer Andre geschreven en opgenomen. “Dat gevoel wat we toen hadden deed ons beseffen dat we nooit meer anders willen opnemen. Dat gevoel kun je niet creëren, dat moet je overlaten aan toeval,” zegt Ray. Om een omgeving te creëren die dat gevoel versterkt hebben ze de woonkamer van een woonboerderij in Zuid-Gelderland omgebouwd tot studio. Ray vertelt: “Je komt in een ruimte, dat is dan gewoon een woonkamer, waar je band klinkt zoals die daar klinkt. Dat zorgt er eigenlijk al voor dat je anders gaat spelen. En dan zorgt die plek er voor dat je nog meer inspiratie krijgt dan in een kut-oefenhok waar we elke zondagavond ons de pleuris zitten te werken. Ik denk dat dat, met Jurriaan samen, ervoor heeft gezorgd dat er een soort van creatieve sfeer kwam. En die sfeer kunnen we eigenlijk alleen bereiken met Jurriaan. Jurriaan zorgt ervoor dat je je zó op je gemak voelt dat je nergens anders over hoeft na te denken dan ‘wat wil ik met dit nummer vertellen?’. Als hij dat dan ook nog eens begrijpt, dan weet hij gewoon heel goed zijn vinger erop te leggen.”

Ook voor Erik is dit dé manier om op te nemen, het helpt hem beter te presteren. “In Reservoirs hoor je aan het einde van die hoge uithalen, die waren live opgenomen en dat kan ik ook niet bereiken zonder band. Dat gevoel wat je krijgt, ik werd helemaal gek op dat stuk. Ik wist gewoon ‘dit is de take’. Het voelde zo ontzettend goed: ik zie natuurlijk de hele band voor me en dan kijk ik naar Ray en dan zie ik hoeveel energie daar vanaf komt. Dat stuwt die vocals dan naar een hoger niveau. En dat is voor mij als band opnemen. Dat je uit elkaar voeding haalt en niet alleen maar bezig bent om je partijtje te doen om het kloppend te hebben, maar dat het gevoel er is van een band die speelt.” Robert-Jan voegt toe: “[Deze sfeer stimuleert] ook om vijf minuten voor het opnemen nog iets nieuws toe te voegen, of ter plekke, en dat is te gek.”  


Emotionele waarde
Relief, Be Around The Bend werd door Coppersky bestempeld als een echte familieplaat. Vooral liedjes als Andre en Since ’74 betekenen veel voor de jongens. Toch wordt dit thema niet helemaal doorgetrokken op de nieuwe plaat. “De EP zou ik meer een liefdes- en kameraadschapplaat [noemen],” zegt Benjamin. Liedjes over liefde en relaties kwamen op Relief, Be Around The Bend niet echt aan bod, maar zullen veelal aanwezig zijn op het komende album. “Dat is voor mij nieuw,” zegt Erik. “Voor ons allemaal,” vult Marty aan. “Erik schrijft alle teksten in principe en wij zien hem van heel dichtbij; we wonen allemaal dicht bij elkaar en zien elkaar best veel ook buiten de band. Dan herken je ook de situatie [waar hij over schrijft]; dan hebben we het er al een keer over gehad.” Benjamin haakt aan: “De EP alleen al is gevuld met onderwerpen en gevoel die ik zelf alleen terugvind in bands waar ik graag mee vergeleken zou worden. Daar zit een heftige emotionele waarde aan.” Ray: “In één zin kun je gewoon zeggen dat we allemaal donders goed weten waar het over gaat.” Producer Jurriaan ontvangt hier wederom lof van de jongens. “Het gevoel ontstond ook in de studio,” zegt Benjamin. “Je bent maandenlang bezig met allemaal nummers en ik vind dat hóndsvervelend, omdat je cónstant aan het herhalen bent. Ik kan dat gewoon niet handelen; ik speel liever één keer een nummer en dan probeer ik het wel op het podium. Maar pas in de studio had ik door ‘het gevoel wordt wel heel erg mooi neergezet’, eigenlijk nog mooier dan dat we bedoelden, en dat komt mede door Jurriaan die het zo goed heeft kunnen sturen.

Geert van der Velde (The Black Atlantic) noemde Coppersky’s muziek “Great melodic punk infused indie rock” en een paar weken terug gaf ook Marty aan dat de nieuwe plaat hun eigen interpretatie van punk is. “Ik houd van oude hardcore, jaren 90 punk,” vertelt Marty. “Sowieso vind ik de jaren 90 heel tof, heel inspirerend hoe rauw dat allemaal was. De bands die punk maakten, maar ook anti-punk bands zoals Fugazi, die eigenlijk heel erg gingen experimenteren met het idee punk rock, terwijl zij wel als punkband gezien worden. Ze hebben ook reggae durven doen. The Replacements is onze lievelingsband aller tijden, want zij maakten de muziek die wij willen maken. Zij maakten punk, maar in die scene werden ze eigenlijk raar aangekeken in die tijd van ‘wat de fuck zijn jullie aan het doen?’ want ze maakten glamrock-achtige classic rock dingen met americana; alles door elkaar.” Erik zegt: “Het zit meer in de inspiratie, in de houding. Want punk is vaak een soort trucje, vind ik. Het is juist altijd geweest dat van ‘fuck it, we gaan doe wat we willen’ en mensen vinden je misschien raar of niet tof of niet écht punk, maar weet je: schijt aan!”

Te Zien: 16 april vindt de pre-release van de 7” plaats in De Molen voor vrienden en familie (op uitnodiging). Op Record Store Day, 18 april, viert Coppersky de release in ACU. Tickets zijn aan de deur verkrijgbaar voor €5.