De Romeijnse Tijd; de column van Aafke Romeijn

Afrosnack

Tekst: Aafke Romeijn ,

Afgelopen week vond het Amsterdam Dance Event plaats, plus bijbehorende avondjes met dj's als Afrojack en Hardwell. Jongetjes van zestien die per optreden meer verdienen dan er op dit moment in alle pensioenfondsen bij elkaar zit. Aan de foto's te zien hadden tienduizenden puberjongens en pubermeisjes de avond van hun leven: ze hadden twee uur lang de tijd om met hun iPhone foto's en filmpjes van hun lievelingsdj te maken, om ze later aan hun klasgenoten te kunnen showen.

De dj's hadden vast ook de tijd van hun leven. Binnen twee uur streken ze een paar ton op, en echt veel hoefden ze er niet voor te doen: op een podium staan achter een tafel met daarop wat ingewikkeld ogende apparatuur (waarvan ze zelf naar alle waarschijnlijkheid ook niet veel begrepen), en af en toe de handjes de lucht in werpen en er enthousiast bij kijken. Een win-winsituatie, lijkt me. 

De recensies waren echter vernietigend. De dj's zijn oplichters, want hun muziek is platvloers en niet live gespeeld. We hoorden het een paar maanden geleden ook al toen Avicii de Ziggodome uitverkocht: de beste jongen had de hele avond niet aan één knop gedraaid, zelfs niet voor de vorm. Schande! Meteen ook volgden de geijkte reacties op de zure recensies, die ik hier kort zal samenvatten:

1. "Goedzo, eindelijk zegt iemand eens waar het op staat! Waar moet het toch heen met de dancemuziek?"

2. “Ja maar, twintigduizend man ging uit zijn dak, dus zo slecht kan het niet zijn..."

3. "Zeg, als je niet van mainstream muziek houdt moet je gewoon niet naar een concert van Afrojack gaan en vervolgens een kutrecensie schrijven!"

Volgens mij gaat deze discussie verder dan dancemuziek, het Amsterdam Dance Event of het eventuele snobisme van 3voor12 en de Volkskrant. Sinds mensenheugenis is er een markt voor plat volksvermaak, en sinds er zoiets bestaat als elektronisch versterkte muziek bestaat playbacken. Is dat erg? Het is maar hoe je het bekijkt. Een concert is een soort voorstelling, net zoals een film een voorstelling is. We spreken met elkaar af dat we gedurende twee uur doen alsof de filmwereld echt is - anders is er niks aan. Wanneer je in de jaren '90 naar een concert van Britney Spears ging sprak je met elkaar af dat je gedurende een uur of twee deed alsof Britney al die gelikte hitjes live zong terwijl ze danste. Natuurlijk wisten we allemaal dat dat fysiek én artistiek onmogelijk was, maar dat deed er niet toe. Het ging erom dat we Britney live zagen, terwijl ze ons enthousiast maakte voor haar muziek, door te doen alsof ze écht zong en danste. 

Nu gebeurt hetzelfde, maar dan door jongens als Afrojack en Hardwell. Hun publiek bestaat vooral uit vijftienjarige pubers, en het kan ze echt niet schelen of hun held wel of niet echt aan knoppen draait. Ze willen hem kunnen zien, meemaken, en met 19.999 andere pubers uit hun dak gaan op zijn muziek. Daar betalen ze graag voor en ze krijgen waar voor hun geld. Natuurlijk kun je dan als 3voor12-recensent tussen de pubers gaan staan en tot de conclusie komen dat je absoluut niet begrijpt waarom ze hun zuurverdiende zakcenten willen uitgeven aan troep als Afrojack, maar dat is een kwestie van no shit Sherlock. We begrijpen als volwassenen met enige vorm van smaak ook niet waarom diezelfde pubers een fortuin uitgeven aan een shirtje van Abercrombie & Fitch, maar ze doen het wel. Pubers zijn simpelweg een andere bevolkingsgroep, waarvoor totaal andere marktregels gelden. Dat kun je proberen te duiden, maar door simpelweg te zeggen dat je niet begrijpt dat ze naar troep luisteren klink je alleen maar als een vader van puberende kinderen. Zo'n vader die er toch niks van begrijpt.

Beluister de column van Aafke in de uitzending van 3voor12/Utrecht Radio.