De column van Aafke Romeijn

De Romeijnse Tijd; over Kane-moeders en waterballonnen

Tekst & Foto: Aafke Romeijn ,

Ik moet iets opbiechten. Toen ik 15 was, was ik fan van Kane. En niet zomaar fan: ik was idolaat. Het was toen al niet zo cool om fan te zijn van Kane. Zeker niet als je er, zoals ik, prat op ging alto te zijn, en je je doorgaans bezighield met luisteren naar Radiohead en het aanbidden van dode helden als Jeff Buckley en Kurt Cobain, en het schilderen van spinnenwebjes en traantjes onder je ogen met eyeliner.

Maar goed: ik was vijftien, wilde niets liever dan een bandje beginnen, en op een dag zat ik naar de TMF-awards te kijken en zag ik Dinand met z'n shirt tot aan zijn navel openhangend onder een soort Niagara Falls door limbodansen terwijl hij een nummer over regen zong. Zo'n muzikaal cumshot laat geen enkele vijftienjarige puber onberoerd. Ik was verkocht.

Het was 2002, en ik woonde vlakbij Nijmegen. Daar waren ieder jaar de Vierdaagsefeesten, een enorm volksspektakel waar de headliners een klein decennium lang ieder jaar uit dezelfde twee namen bestonden: Di-rect en Kane. Het kostte me enige overredingskracht, maar uiteindelijk lukte het me om Sarah, die later bassist zou worden in mijn band, te overtuigen om mee te gaan naar Kane, op strikte voorwaarde dat ze waterballonnen mocht meenemen. "Wat ga je daarmee doen?", vroeg ik nog. "Gewoon, naar Dinand gooien", zei ze. "Hij houdt toch zo van water?"

Daar gingen we. Ik wilde per se vooraan staan, dus stonden we alvast tegen het podium aangeplakt tijdens het concert van Silkstone. Hier viel het me al op dat achter ons een paar meisjes stonden te gillen met spandoeken met teksten als 'marry me'. Daaronder een foto. Niet van latere knuffelrock-singersongwriter Niels Geusebroek, maar van die mooiboy met die kaaklijn, zijn naam is me even ontschoten. (trouwens: als je op Silkstone googlet krijg je vooral plaatjes van barbiepoppen, maar dat terzijde).

Het Silkstonepubliek verdween na hun concert, maar een klein groepje mensen bood dapper weerstand tegen de verlokkingen van bier en wc's: ze bleven fanatiek tegen het podium aan staan dringen. Toen we iets dichterbij kwamen zagen we wie dit waren: de diehard-fans. Meisjes van mijn leeftijd en jonger die hun moeders hadden meegenomen. De moeders hadden een veelal roodgeverfd kaketoekapsel en straalden weinig intelligentie uit. Sterker nog: dit waren moeders die Kane-rugzakken droegen. Die bij de Hema plaatjes van Kane op een oversized wit t-shirt hadden laten drukken. En vooral waren dit moeders die Sarah en mij nogal dreigend aankeken toen we dichterbij kwamen.

Toen ontvouwde zich een scène die niet had misstaan in het SBS-programma Fans. Terwijl we daar zo stonden te wachten, Sarah en ik tussen de gillende pubers en de boze Kanemoeders, besloot Sarah om alvast een waterballon uit haar tas te halen. Nog geen vijf minuten stond ze te dralen met het ding in haar handen toen ze hem liet vallen. Pets. Het meeste water ging over onze eigen schoenen heen, maar laat nou een páár druppels terecht komen op het been van één van de Kanemoeders.

Briesend als een soort hitsige walrus draaide de moeder zich om, zodat ik ook het vervaagde kane-plaatje op de voorkant van haar t-shirt kon zien. Haar blik was dodelijk. Sarah en ik weten nog net te ontkomen voordat we uitbarsten in een slappe lach. Het voorval heeft me helaas niet genezen van mijn liefde voor Kane. Dat gebeurde pas jaren later, toen ik Nickelback ontdekte. Dát is pas een band.

Aafkes column is elke maand te beluisteren in 3voor12/Utrecht radio