The Road To BFU: Independent Intavenshan zal Utrecht in zomerse sferen hullen

Utrechts reggaegezelschap wil divers publiek laten onthaasten en genieten

Tekst: Erwin van der Laan ,

Het Utrechtse reggae-dub gezelschap Independent Intavenshan begon in 2006 ooit als een kleinschalig studioproject van drie mensen, maar is de laatste jaren uitgegroeid tot een volwaardige en volgroeide band. Independent Intavenshan staat op 5 mei op het Vrijheidspodium tijdens het Bevrijdingsfestival in Utrecht. Een groot deel van het rondlopende publiek zal ongetwijfeld worden aangezogen en tot dansen aangezet door de zwoele dubby klanken van de band. Het hoe, wat en waarom van dit optreden en van de ontwikkelingen binnen de band wordt uiteengezet door twee van de inmiddels acht bandleden: zanger Friso Dekker (beter bekend als Ozzie Dee) en drummer Simon Flim.

Hoe zijn jullie aan dit optreden gekomen?
Ozzie Dee: We zijn gevraagd door de boeker van dB’s, Jeroen Boekhorst. Flim: Volgens mij doet dB’s samen met 3voor12/Utrecht de programmering van het podium waar wij staan. Ozzie Dee: Meestal zijn reggaebands vrij groot qua aantal muzikanten en, als de band goed is, vaak niet te betalen voor zoiets. Wij willen overal spelen; ik hou er wel van om op zo’n festival te staan en ik hoef ook niet de volle mep qua gage te krijgen. Niet dat we voor niets komen spelen natuurlijk, maar we staan wel op een festival in onze hometown en voor een breed publiek.

Jullie staan daar inderdaad voor een heel divers publiek, dat het leuk vindt om gewoon wat rond te slenteren en her en der een band mee te pikken. Wil je met dit optreden nog iets specifieks, of specifieke mensen, zien te bereiken?
Ozzie Dee: Nou ja, ik maak gewoon muziek omdat ik graag muziek wil maken, en iedereen die het leuk vindt, is van harte welkom om mee te genieten. Ik denk dat we wel een stap kunnen maken met dit festivaloptreden. Er zijn veel verschillende mensen die je zien en daar zitten ook mensen bij die zelf iets doen met muziek en waar je vervolgens weer mee in contact kunt komen waardoor je netwerk zich uit kan breiden. Sowieso vind ik dit een hele vette band voor festivals. Flim: We zitten natuurlijk in het dub/reggae hoekje. We doen wel ons eigen ding hierin, maar je staat al snel op reggaefeesten of -festivals. Mensen lopen langs, en reggae is vaak wel aanstekelijk dus het publiek blijft meestal wel even hangen, maar de kunst is om je publiek vast te houden. Dat zie ik wel als een uitdaging en met dit festival hebben we daar mooi de kans voor. Ozzie Dee: Ik heb nog steeds dezelfde insteek als toen ik 16 was: ik wil gewoon spelen. Muziek maken is één van de weinige dingen waarvan ik nooit zal scheiden.

Zijn jullie op dit moment met nieuwe nummers bezig die je ook op 5 mei wilt presenteren voor de mensen die jullie in Utrecht al kennen?
Ozzie Dee: Jazeker, we zijn nu met twee tracks bezig en er liggen nog 5 à 6 op de plank. Die krijgen we dan wel niet af voor 5 mei, maar eigenijk is onze EP (Do The Right) ook nog actueel, dus die willen we nog steeds blijven promoten. En onszelf natuurlijk. Wat is er nu mooier dan om voor de mensen die de EP al kennen, nog even iets nieuws te brengen. Toen ik in 2006 voor de grap met twee anderen dit project in een thuisstudiootje begon, kreeg ik vrij snel achter elkaar twee hernia’s en in die tijd dat ik thuis zat, kreeg Mark (voormalig projectlid) ontslag van zijn werk, en kwam iemand anders af en toe langs om weer een stukje muziek toe te voegen wanneer ik er niet bij kon zijn. Zo ontdekten we langzaam deze muzieksoort, want ik was vooral ‘standaard’ 4-kwarts nummers gewend. In die tijd hebben we 11 nummers gemaakt, waarvan we ongeveer de helft nu met de band spelen. Dit laat ook wel zien dat je dus de tijd moet nemen om überhaupt nummers in elkaar te zetten en te laten gedijen. Op ‘Do The Right’ staan 5 nummers die met het project zijn ontstaan, en 1 nummer die met de band als geheel is gemaakt.

Je hebt dus nog niet zoveel nummers met alle bandleden samen gemaakt. Hoe komt dat, en is er iemand die meestal de aanzet tot nieuwe nummers geeft?
Ozzie Dee: Nee, we jammen en dan zien we wel wat er uit komt. Flim vervolgt: Het begint danwel met een akkoordenprogressie, of Angus (gitarist) komt met een paar fijne ‘chops’ aan. Paul (toetsen) komt ook wel eens met een paar leuke akkoorden en Femke (bas) draagt bijvoorbeeld een idee aan voor een nieuwe baslijn. Nog even over die nummers die al bestonden: die hebben we in het begin vaak met een cd-tje meegespeeld, maar dat is inmiddels alweer twee, drie jaar geleden. Nu zijn het echt wel nummers van de band zelf geworden. Ozzie Dee: Je moet ook vooral geen haast hebben om nummers te maken, omdat je dan al snel vervalt in geijkte dingen. Het moet goed voelen, het moet groeien. We zijn veel met het verfijnen van de nummers bezig geweest toen we door de tijd heen steeds meer bandleden kregen. Dat proces heeft sowieso natuurlijk ook tijd gekost, nieuwe bandleden inwerken en hun hun eigen toevoeging laten uitzoeken. Flim: Je maakt toch reggae-muziek, dus de ‘feel’ waarmee je het speelt is heel erg belangrijk. Dat kost tijd. Ozzie Dee: En je bent met een grote groep mensen, dus het moet voor iedereen gewoon even goed voelen. Dan pas is een nummer af.

Treden jullie binnenkort nog meer op?
Ozzie Dee: Ja, we staan bijvoorbeeld op Counter Culture in het Julianapark op 31 mei, dat is gewoon een heel leuk festival om te staan. Ik ken Dave (1 van de organisatoren) vanuit de krakersscene, die heb ik een sms'je gestuurd, en we staan er nu als opener. Gage is voor mij dan wel minder belangrijk, maar ik ben er klaar mee om voor een kratje bier op te treden. We willen wel de kosten eruit halen; bovendien wordt je uiteindelijk ook minder serieus genomen. Er zijn ook een aantal bandleden met kinderen, we moeten er genoeg dingen voor regelen en tijd voor vrijmaken. Flim: Op het moment dat je zo’n optreden krijgt, ga je er ook automatisch extra tijd in de oefenruimte en dus ook geld in investeren. Dat wil je op een bepaalde manier wel gewaardeerd zien.

Connecties en netwerken
Ozzie Dee: We hebben geen boeker of manager, ik doe het zelf allemaal een beetje tussendoor. Door de tijd heen heb ik veel contacten opgedaan, bijvoorbeeld toen ik in de hardcorescene veel shows boekte in ACU. Die contacten zijn van langdurige aard gebleken, want destijds heb ik er niet eens zoveel mee gedaan. Maar we konden ondertussen met die connecties wél twee keer per jaar touren. Voor mij is dat ook een ‘next level in muziek maken’: mensen vragen uit je circuit, kijken wie er iets wil betekenen, dan ontstaat er iets en dan is het leuk dat je nu hiér staat. Met een reggaeband, terwijl ik in het reggae-circuit helemaal niet zoveel mensen ken. Dat vind ik mooi. Dat het dan al met al misschien sneller had gekund, neem ik voor lief. Dan was het waarschijnlijk ook allemaal weer sneller afgelopen.

Voorlopig lijkt het in ieder geval nog niet afgelopen voor Independent Intavenshan. Sterker nog: we zullen onherroepelijk nog veel meer van de band gaan horen. Om een tipje van de sluier op te lichten: er is een dubby interpretatie van de debuut-EP in de maak. Maar de band doet niets overhaast, neemt de tijd die nodig is en ziet wel wat er op hun pad komt. En dat klinkt natuurlijk ook wel weer als een rechtmatige reggae-benadering. 

Te zien: Bevrijdingsfestival Utrecht met o.a. Independent Intavenshan, maandag 5 mei 2014 @ Park Transwijk, Utrecht.