De oprichters van het Utrechts Verbond over het Manifest voor de Open Ruimte

Lodewijk Rondeboom: “Utrecht moet iets meer kloten krijgen”

Tekst: Niels Spinhoven ,

‘We willen LEF kunnen tonen’ en ‘We willen RUIMTE voor experiment’. Het zijn de openingszinnen uit het Manifest Voor De Open Ruimte dat het Utrechts Verbond op 26 mei namens diverse Utrechtse culturele ondernemers aanbood aan cultuurwethouder Frits Lintmeijer. 3voor12/Utrecht sprak aan de vooravond van de raadsinformatieavond rond de actualisering van de cultuurvisie met initiatiefnemers Marlies Timmersmans en Lodewijk Rondeboom over de aanleiding en het doel van het manifest.

Marlies Timmermans is heel wat balletjes hoog aan het houden als we haar spreken. De directeur van EKKO en initiator van het Utrechts Verbond is vrij druk met de laatste voorbereidingen van Into The Great Wide Open, maar het onderwerp is belangrijk genoeg voor haar om ons uitgebreid te woord te staan.
 
Wat was de aanleiding om het Utrechts Verbond te sluiten en om het Manifest op te stellen?
“Voor mij waren er meerdere redenen. EKKO draait als poppodium grotendeels op de inzet van vrijwilligers. We zijn voor hen een leeromgeving in hun opleiding tot programmeurs, stagemanagers en geluidstechnici. Dat werkt twee kanten op, want we hebben de aanwas van deze jonge mensen in onze organisatie nodig om voeling te houden bij wat er voor nieuws gebeurt in de haarvaten van de stad. Ik merk dat veel van deze jonge makers vol zitten met energie en creatieve ideeën. Ze kunnen zich bij ons ontwikkelen, maar na EKKO is er in Utrecht te weinig perspectief. Want het is erg moeilijk om in Utrecht iets van de grond te krijgen. Nordic Delight, een succesvol voorbeeld, was tot op het laatste moment onzeker door de vergunningverlening. Het is iets van deze tijd om evenementen te organiseren op ongebruikelijke plekken, zoals in De Metaal Kathedraal en Zijdebalen, maar dat soort initiatieven zijn risicovol als het gaat om vergunningverlening. Ik spreek veel met andere partijen in het culturele speelveld van Utrecht en kwam erachter dat onze mensen niet de enigen zijn hier tegenaan lopen. Dat was de concrete aanleiding om de koppen bij elkaar te steken en om het Manifest te schrijven.”

Lodewijk Rondeboom van Vers Vermaak (organisator van onder andere Stekker in het Park) is één van de medeschrijvers van het manifest. Zijn ervaringen met de gemeente Utrecht waren zijn beweegreden om zich aan te sluiten bij het verbond. Rondeboom: “Vers Vermaak is op zoek naar een vaste locatie voor een soort cross-over tussen een restaurant, café en werkplek met incidenteel een expositie of livemuziek. Zoals Trouw in Amsterdam of Het Ketelhuis in Eindhoven. We hebben hier gesprekken over gevoerd met de gemeente. Als we dan met de vergunningverlener praten wordt ons idee geoormerkt als een verzoek om een discotheek of club te starten, met de zware administratieve last die daarbij hoort. En een horecavergunning dekt de lading ook niet, want we willen niet alleen horeca mogelijk maken. Maar een tussenweg tussen die twee mogelijkheden bestaat er niet, waardoor het strandt. Wat ik daarbij ook mis is een meedenkende houding. Als we een idee neerleggen horen we dat het daar om die reden niet kan, maar wat wel kan en waar dan moeten we vervolgens zelf maar door trial-and-error uitvinden. Dat is frustrerend. Dan kijken we wel eens met jaloezie naar de manier waarop de gemeente Eindhoven dingen wel mogelijk maakt in Strijp. Een ander punt is de vreemde scheidslijn die de gemeente trekt tussen commercie en cultuur. De evenementen van Vers Vermaak worden als commercieel beoordeeld. Daarom betalen we drie keer zoveel voor advertentieruimte in abri’s als evenementen die wel als cultuur te boek staan, zoals clubshows van bands in Tivoli. Dit zijn vaak partijen aan wie de gemeente subsidies verstrekt. Dat is unfair. Wij werken in hetzelfde veld en met even kleine budgetten.”

Hoe verklaren jullie de weerstand die jullie ervaren bij de gemeente
Timmermans: “Ik denk dat het deels wordt veroorzaakt door angst. Het trapincident tijdens de Botenparade in 2006 laat zijn sporen nog altijd na. De regulering rond evenementen is daardoor stevig aangescherpt. Maar volgens mij is de balans daarin momenteel niet juist. Maar dat is niet de enige reden. Ik denk ook dat de samenwerking tussen afdelingen binnen de gemeente verre van optimaal is. Om een voorbeeld te noemen, in de Cultuurnota (pdf) wordt de Cartesiusdriehoek aangemerkt als culturele hotspot, maar het bestemmingsplan dat daar van kracht is staat nauwelijks culturele initiatieven toe. Cultuurbeleid vraagt in dit geval ook om een bijpassend ruimtelijk beleid.” Rondeboom: “Ik zie angst ook als angst voor klagende burgers, op voorhand. Om de initiatieven rond De Metaal Kathedraal nog maar eens aan te halen als voorbeeld: de buurt was blij met het initiatief. Het ontgaat mij dan wie de gemeente met strenge handhaving beschermt en tegen wat precies?”

Jullie hebben het manifest op 26 mei aangeboden aan Frits Lintmeijer. Wat hebben jullie bereikt en wat willen jullie nog bereiken?
Timmermans: “We hebben allereerst een dialoog willen starten. Daar is de toon van het manifest op gericht. Het is geen klaagzang en bevat geen verwijten. Het is ook nadrukkelijk geen vraag om meer subsidie. Die dialoog is opgestart en we zitten als Utrechts Verbond aan tafel. We hebben inmiddels alle politieke partijen gesproken. Iets waar we momenteel over spreken is de culturele kaart van Utrecht. We zijn van mening dat de kaart die de gemeente tot nu toe heeft gehanteerd een verre van compleet overzicht gaf van het veld en misschien ook wel het verkeerde beeld, met zeer prominente plekken voor het Muziekpaleis, Vredenburg en de Stadsschouwburg. Om de gemeente hiervan bewust te maken zijn we zijn daarom gestart met het maken van een nieuwe kaart, gebaseerd op relaties die de verschillende partijen in de stad met elkaar onderhouden. Deze kaart brengt ook de kleine partijen aan de onderkant van de markt in beeld. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat de kaart die wij maken meer inzicht geeft. In deze tijd komen bezoekers meer voor het product dat wordt geboden en minder voor het clubgevoel, zoals voorheen. Partijen in het veld zullen steeds meer tijdelijke samenwerkingen aangaan rond de totstandkoming van dat product. Als je met dat netwerkperspectief naar het speelveld kijkt zie je dat de HKU een bijzondere positie heeft met de vele lijntjes naar andere partijen op de kaart.”

Hoe zien jullie de toekomst van het Utrechts Verbond?
Timmermans: “We willen geen protestclub zijn, maar een klankbordorganisatie die bestaat uit een vitaal netwerk van mensen in de culturele sector met kennis en ervaring op allerlei gebieden. We zijn daarvoor in staat om bij allerlei onderwerpen de juiste mensen naar voren te schuiven om te adviseren, gevraagd en ongevraagd. Op die manier willen we een relevante gesprekspartner zijn en blijven, ook bij onderwerpen als het ontwikkelen van een passende citymarketingfilosofie. We willen ons uiteindelijk niet alleen richten op de gemeente, maar ook op ondernemers, horeca en wijkraden, om ook met hen mogelijkheden te verkennen”.

Tenslotte, wat is het lonkende perspectief? Hoe ziet Utrecht er, als het aan jullie ligt, over – zeg – vijf jaar uit?
Timmermans: “Ik wil hier bewust niet mee bezig zijn. Ik wil niet te ver vooruit kijken en dingen in beton gieten. Er gaat teveel tijd verloren met plannenmakerij. Ik wil vooral bezig zijn met wat we vandaag al kunnen aanpakken en kunnen bereiken.” Rondeboom: “Ik zie een stad voor me waarin ruimte is voor gewaagde initiatieven die Utrecht meer tot leven brengen en daardoor een mooie en fijne leefomgeving maakt voor de inwoners van de stad. Kortom, minder truttig en iets meer kloten....”

Tot de initiatiefnemers van het Utrechts Verbond behoren onder andere EKKO, Vers Vermaak, Van de Domme, Cultdealer Enzo en Vechtclub XL. Kijk voor een volledig overzicht van de aangesloten partijen op de site van het Utrechts Verbond.