Nordic Delight Festival: een koel begin en een warm slot (deel 2)

Verslag van het muzikale programma

Tekst: Karlijn Koftijzer, Iris van Korven, Niels Spinhoven / Foto's: Eric Duijvestijn, Annemiek Haandrikman, Harold van de Kamp ,

Waar de deelnemers van onze prijsvraag vooral noordelijke gevoelens krijgen van dingen als Wicky de Viking, Björn Borg-onderbroeken en het Dagblad van het Noorden, hoopt Nordic Delight Festival diezelfde gevoelens vooral op te roepen met een uitgebreid aanbod van Scandinavische popmuziek. 3voor12/Utrecht was erbij en rende met het blokkenschema in de hand door NUtrecht om je van een compleet verslag te kunnen voorzien. Hierbij deel 2.

Burning Hearts

In de foyer van dB’s verzamelt zich een aanzienlijk aantal mensen in afwachting van het Finse Burning Hearts. De vijfkoppige band begint wat statisch en de blonde zangeres kijkt aanvankelijk wat nors, maar laat al snel weten het wel degelijk naar haar zin te hebben. Op de achtergrond worden herhaaldelijke visuals getoond, die niet meer dan schokkende beelden van een kaal bos in het vroege voorjaar laten zien. Dat gevoel, dat verlangen naar het warme seizoen, komt niet optimaal naar voren in de muziek van Burning Hearts, die gedomineerd wordt door een constante scherp aangezette snaredrum en bovendien is voorzien van donkere teksten die allerminst aansluiten bij dat langverwachte lentegevoel. De instrumentale basis is prima verzorgd en de bassist en gitarist wisselen zo nu en dan van instrument om daar het beste uit te halen, maar de opbouw van de nummers is veelal hetzelfde en neemt bijna nooit een onverwachte wending. Burning Hearts klinkt oké en laat een degelijke indruk achter, maar weet te weinig dynamiek aan te brengen in zijn optreden waardoor de nummers niet helemaal uit de verf komen. Wat Burning Hearts live bovenal mist is een zekere spontaniteit en speelsheid, die de band zich zonder twijfel laat beroven door de zwaar geladen teksten.

 Nelson Can

Na een middag die in rustig vaarwater verkeert, zorgt het Deense Nelson Can aan het begin van de avond voor wat actie in de tent. De drie dames maken stevige rock met punk- en popinvloeden en zetten met veel energie een strakke set neer. Meteen springt bassist en zangeres Signe in het oog, een grote blonde verschijning met lang haar en een zonnebril. Frontvrouw Seline trekt vervolgens de aandacht door haar energieke optreden, zo verdwijnt ze twee keer het publiek in maar staat ze tussen de zangpartijen door regelmatig met haar rug naar het publiek. Ondertussen ramt de jongensachtige Maria flink op haar drumstel. Het repertoire van het trio is tegendraads en eigenwijs, waardoor het vooraf de vraag was of de strak geproduceerde nummers op de debuut-EP door bravoure en enthousiasme op het podium staande blijven. Ondanks dat drum en bas de zang af en toe ondersneeuwen blijven de nummers zeker overeind. Deze vrouwen nemen het rocken zeer serieus: ondanks de niet al te hoge temperatuur in de zaal vindt Signe het nodig om een flesje water over haar manen te gooien en hebben de dames alle drie opvallend gefronsde wenkbrauwen.

 

Lydmor

Jenny Rossander, alias Lydmor, is nog druk aan het soundchecken als de Freya’s Boks volstroomt. Ze is van het type ‘girl next door’: draagt plateauzolen, een blauwe broek, bruine trui en draagt het haar in een staartje. Het lostrekken van het elastiekje dat het staartje bij elkaar houdt, markeert de start van haar set. Vanaf dat moment ontpopt de Deense zich tot het absolute middelpunt van de zaal. Ze trekt licht aan terwijl ze zichzelf, zittend achter haar keyboard, begeleidt in een korte set ingetogen liedjes. Het enige dat klinkt is de echo van haar hoge en heldere stem. De zaal is, voor het eerst vandaag, muisstil. 'Lamppost Light' is het vroege hoogtepunt van de set, mede door het extra mespuntje drama dat cellist Maarten Vos toevoegt. Het in het eerste, rustige deel opgenomen licht straalt ze uit in het tweede deel van haar show, waarin ze haar popliedjes verpakt in ter plekke opgenomen stemsamples en electrobeats. De momenten dat ze zich kan losmaken van haar laptop en sampler danst ze uitbundig, dirigeert ze de maat met een drumstokje of staat ze op het randje van het podium. De veertig minuten zijn kort, veel te kort, maar wel helemaal af. Lydmor laat zien wat ze kan en dat is achterlijk veel. Zonder twijfel één van de beste optredens - zo niet het beste - van het festival.

 

The Good the Bad

“You’re so quiet....” merkt op gitarist Adam Olsson van The Good The Bad op tegen het publiek in het tot Thor’s Hammer omgedoopte dB’s. Ja hé, vind je het gek? Het publiek heeft de tijd tot dan toe vooral theedrinkend, worteltaart-etend en iPhonehoesjes-breiend doorgebracht, terwijl ze luisterden naar zachtaardige dames en heren die nog zachtaardiger popmuziek maakten. En nu dit; geef toe, da’s even schakelen. Er staan twee microfoons op het podium, maar die zijn vooral bedoeld om het in roze vinyl verkrijgbare nieuwe album aan te prijzen. Van zingen word je moe, dus daar doet The Good The Bad niet aan. Ook niet aan song- en albumtitels trouwens. De band steekt zijn tijd liever in het maken van nietsontziende van dik-hout-zaag-je-planken-surfrock waarvan de splinters in je trommelvlies blijven steken. De band beperkt zich daarbij tot de minimaal benodigde middelen: een lead- en een baritonegitaar, een eenvoudig drumstel met een hoofdrol voor de kickdrum en een onderkoelde attitude. En niet te vergeten; een kammetje waarmee Manoj Ramdas zijn brillantinekapsel in model houdt. Sommige aanwezigen wordt het in feedback gedrenkte gitaargeweld teveel, maar de selecte groep die blijft plakken komt uiteindelijk helemaal los op de spierballenrock van dit Deense trio. The Good The Bad is de perfecte opmaat naar Bottled In England.

 

The Eclectic Moniker

Hoewel de optredens in de Odin’s Lods vooralsnog niet echt van de grond kwamen, lijkt The Eclectic Moniker daar verandering in te gaan brengen. Men is wel een beetje klaar met de tot dan toe wel erg noordelijke temperaturen in de loods van NUtrecht en staat in de startblokken om zichzelf eens goed warm te dansen. Wanneer de uitgelaten Denen van The Eclectic Moniker hun opwachting maken, getuigen ze zich van meet af aan de ultieme festivalband. Waar de meeste festivalacts een bescheiden ‘dank je wel’ hebben ingestudeerd, opent de bebaarde zanger zijn charme-offensief met een vluchtig ‘ik hou van jou’. Ook de gitarist rechts naast hem doet verwoede pogingen enkele bezoekers zwoel in de ogen te kijken. De mix van opzwepende afrobeats en aanstekelijke indieriffjes roept veel herkenning op bij het publiek. Het duurt niet lang voor het glas enthousiast wordt geheven en de vuist wordt gebald om een herhaaldelijk ‘Hey’ mee te brullen. Los van het crowdsurf-avontuur van een van de gitaristen, die zich niet lijkt te beseffen dat de dichtheid van het publiek daarvoor eigenlijk veel te laag is, bevindt The Eclectic Moniker zich nooit in de buurt van gevaar: met opgewekte, zomerse muziek als deze kun je nauwelijks de mist ingaan. Echt spannend wordt het alleen ook niet.

 

Bottled in England

Na een korte soundcheck waarin vooral drummer August Dyrborg al tekeergaat alsof hij voor een uitgelaten mensenmassa staat te spelen, is het aan Bottled In England om het programma in Freya’s Boks volwaardig af te sluiten. Het drum ’n bass-duo maakt het soort muziek waarbij licht vulgaire woorden zich spontaan in je vocabulaire nestelen en waarop Britse jongeren massaal dronken worden (oftewel: ‘kneiterhard naar de tering gaan’). Bottled In England spreidt zijn energie niet, maar start de marathon met een sprint zonder de angst verderop te moeten inboeten aan die snelheid. Het duo laat zich daarbij meermalen vergezellen door gastmuzikanten en die toevoeging is zeker niet ongewenst. De snerpende viool van Tobias Kvæde, de raps van Michael Manky en de zang van Lydmor zorgen ervoor dat de muziek van Bottled In England de nodige structuur en variatie krijgt, waardoor de boog van het optreden langer gespannen blijft. Hoe agressief en onbeheerst drummer August Dyrborg ook oogt wanneer hij zo nu en dan opstaat van zijn drumstel en willekeurige kreten schreeuwt, zijn drumwerk is gedurende het hele optreden strak. Daniel Vognstrup richt zich bezeten tot de knoppen, grijpt naar de microfoon om zijn publiek op te hitsen en geeft de gegadigden zo een goede aanzet het verdere nachtleven in te duiken. 

 

Conclusie

Nordic Delight Festival slaagt in de opzet om popminnend Nederland in één dag kennis te laten maken met al het onbekende moois dat direct ten noorden van de waddeneilanden wordt gemaakt. De keuze voor de locatie NUtrecht is origineel, al valt het wel op dat de artiesten met ingetogener acts moeite hadden om het publiek bij de twee grotere podia, Odin’s Lods en Freya’s Boks, te blijven boeien. De aanvankelijke gereserveerdheid van het publiek viel pas in de avond weg bij de energiekere artiesten.

Hoe dan ook, het getuigt van veel lef en overtuiging om in deze tijd een festival als Nordic Delight van de grond te tillen. Voordat dit is gelukt en op deze sympathieke manier vorm heeft gekregen, verdient de organisatie niets minder dan heel veel lof.


Gezien: Nordic Delight Festival, 2 maart 2013 @ NUtrecht en dB’s, Utrecht