Eerste editie van Roots in the Park zet zijn wortels stevig in het Julianapark

Gevarieerde programmering op samenhangend en zomers festival

Tekst: Daniel de Boer / Foto’s: Dave Stoker & Daniel de Boer ,

Hoe ziet een rootsfestival er tegenwoordig uit? Ontblote bovenlichamen liggen op kleedjes in het gras. Hier en daar swingt men mee, een drankje in de handen. Er wordt genoten van het zonnige weer, de atmosfeer en de met baarden overladen live-optredens. De eerste editie van Roots in the Park festival staat als een huis. Of kunnen we beter zeggen: als een van de bomen die het terrein van het Julianapark omringen.

Onder die bomen wordt het terrein ook omringd door stands met eten, drinken en andere koopwaar. Het verschil tussen de diverse standjes valt op. Na een aantal gewone witte saaie standjes staat er een stand gemaakt van een oude stalen caravan, met een houten bar, platenspelers, oude ventilatoren en kisten die stammen uit de Tweede Wereldoorlog. Voor deze stand staat een oude Amerikaanse tractor, De Witte Snor genaamd, waar een vrouwelijke dj plaatjes draait. Je hoort die plaatjes tussen de acts bijna niet, maar wat geeft het. Het idee alleen al geeft een geweldige sfeer. Jammer van de contrasterende saaie standjes in het begin.

Roots in the Park festival trapt af met Maison Du Malheur. De snelle en gezellige brass en jazz van de Amsterdamse band staat altijd garant voor een leuke start van de dag.

Wanneer Otis Taylor en band hun opwachting maken wordt het al drukker. De oude Amerikaanse blueszanger weet het publiek ook direct meer te betrekken. Met zijn doorleefde kop zegt hij vriendelijk: "The closer you come to me, the better I play." Een mooi contrast en een aandoenlijke aanvulling op de affiche. De kleine, maar sterke violiste danst sierlijk, de gitarist rockt, beide op een aandoenlijke, karakteristieke manier en met een grote glimlach. En dit komt aan bij het publiek, vooral wanneer Otis met zijn mondharmonica het publiek induikt.

Volgende band is The Epstein en hier laat het festival zijn diversiteit in de programmering voor het eerst zien. Het is toegankelijk, net als Maison Du Malheur, maar meer richting country en folk. Ze spelen goed en volwassen. Uptempo én rustig weet deze Britse band het publiek te boeien, maar het is duidelijk dat dit nog niet de band is waar het voor is gekomen. Ondertussen is het festivalterrein al behoorlijk volgestroomd.

Een act die, naar zeggen van een aantal bezoekers, niet heel bekend is in Nederland, is Moreland & Arbuckle. Wat een verrassing is deze drie-koppige band uit Wichita, Kansas. Vergezeld met een steengoede drummer (Kendall Newby), spelen Aaron Moreland (gitarist) en Dustin Arbuckle (zanger/harpist) het publiek van de kleedjes af. De stevige bluesrock weet de band energiek neer te zetten. Waar de gitarist losgaat op zijn gitaar gemaakt van een sigarendoos, gaat de zanger volledig loos met een van zijn vier meegenomen mondharmonica's.

De volgende geprogrammeerde band, The Excitements, was helaas verhinderd. The Originators stonden als hun vervangers prima hun mannetje. De swingende northern soul was opzwepend. Qua muzieksoort misschien niet te vergelijken met een van de andere acts, maar explosief is de band wel. Het publiek reageert er tweeledig op. Goed en/of misplaatst.

Ben Caplan and the Casual Smokers heet de volgende band, maar in realiteit komt Caplan alleen met een ondersteunende violist het podium op. Met zijn enorme baard, krullen en grote ogen is hij een verschijning op zich. Maar als hij zijn mond opentrekt verbaast hij echt. Hoewel hij pas 25 jaar oud is, klinkt hij als een 60-jarige, met whisky gevulde, asbak. Een oerzware stem, al dan niet overdreven, grapt met verhalen en liedjes over diezelfde verhalen. Verhalen die de violist uiterst goed ondersteunt. De Canadese Caplan is het meest van alle acts op zoek naar de interactie met het publiek en dat loont, maar aan het einde laat de geringe hoeveelheid opgevoerde nummers ons wel een tikkeltje teleurgesteld achter. Misschien is dat juist de bedoeling van de grappenmaker.

Later op de avond volgen de twee acts die het meeste publiek trokken. Het stond vooraan propvol bij zowel Beth Hart als Gov't Mule. Wanneer Beth Hart haar strot opentrekt snap je opeens waarom zij de hoofdact zou moeten zijn. Waarom zij international succes geniet. Wat een kracht en gemak waarmee zij haar liedjes ten gehore brengt. Voor veel bezoekers is Gov't Mule echter de hoofdact. De populariteit van deze stevige act is niet te onderschatten als je de organisatoren van Roots in the Park moet geloven. Een saillant detail is het gerucht dat Beth Hart óók een ontzettend grote fan is van Gov't Mule. Dat geeft ook direct de samenhang weer die je voelt gedurende de gehele dag in het park. Lekker.

Gezien : Maison Du Malheur, Otis Taylor, The Epstein, Moreland & Arbuckle, The Originators, Ben Caplan, Beth Hart, Gov't Mule, zaterdag 8 juli 2012 @ Roots in the Park