#LGW13: Het reuzegrote Le Mini Who? dagverslag

Terugkijken op de veelzijdigste Le Mini Who? ooit

Tekst: Karlijn Hoftijzer en Niels Spinhoven / Foto's: Armelle van Helden en Patrick Binnekamp ,

Wat een fijn festival is Le Mini Who? toch. Op een divers en verrassend muzikaal aanbod rekenen we eigenlijk al zonder in het programmaboekje te kijken. Deze editie viel vooral op door de geslaagde toevoeging van andere artistieke disciplines en dan met name de grafische. Er was DIY-digikunst te maken in modewinkel Klijs en Boon, er waren t-shirts te bedrukken in Sussies en gezeefdrukte concertposters te bewonderen in de Kargadoor. Om maar eens wat te noemen. En nog altijd zonder kijk- en luistergeld te hoeven betalen. 3voor12/Utrecht blikt terug.

We beginnen onze middag in de Kargadoor. We negeren bewust de concertposterexpositie Le Gig Poster? van Joris Diks in de lobby. Te veel posters, de een nog fraaier en bijzonderder dan de ander. En ook nog te koop... Navraag leert dat Diks er geen maagdelijke vierkante meters muur bij levert en laat dat nu net hetgeen zijn waar het ons aan ontbreekt. In de kelder presenteert het Utrechtse collectief Shaky Maracas de Sunds visual EP van Robotta. De projecties van vervormende zwart-witte draadtekeningen en eigenaardige muziek maken dat we de Kargadoor twintig minuten later enigszins gedesoriënteerd verlaten.

Even verderop in de Citroën Garage aan de Asch van Wijckskade is het koud, dus het is spelen met de winterjassen aan. Met twee oude Citroëns als decor spelen de drie dames en heer van Bird on the Wire een set met fijne folkliedjes die langzaam een climax bereikt. Sinds de oprichting in 2010 is de samenstelling iets veranderd, maar Nina de Jong en Rosa Ronsdorf zijn een constante factor in de band.  Toen Ronsdorf voor een stage in New York woonde, zagen de andere bandleden hun kans schoon om haar achterna te reizen. De Jong: “In New York hebben we dingen opgenomen, ideeën bedacht en opgetreden op verschillende locaties. Tijdens één van de optredens waren er een aantal illustratoren aanwezig die prachtige tekeningen hebben gemaakt, geïnspireerd door onze muziek. Deze gaan we als artwork gebruiken voor ons album dat in 2014 uitkomt.”  Een autogarage is slechts één van die bijzondere plekken waar de band heeft opgetreden. “In Antwerpen hebben we ooit in een atelier gespeeld waar onze spullen naar boven moesten horen getakeld. Maar deze setting hier vinden we ook erg goed!“ En met welk type auto zouden ze hun muziek het beste kunnen vergelijken? De Jong: “Ik denk dat het inhangt tussen een enorme chique zwarte, een groene mini en een Citroën CX. Geen idee waarom, ik heb niet zoveel verstand van auto’s.” “En we lijken een beetje op een Ferrari!” voegt bandlid Sven Hamerpagt daar lachend aan toe. 

Wolftone tikt ondertussen af in café Tilt. Het drietal uit het Drentse Klazinaveen laat een vertrouwd geluid horen. Gewapend met een bas, een gitaar, een krat effectpedalen en een eenvoudig drumstel bestrijkt Wolftone in een klein half uur veertig jaar popgeschiedenis. Er worden hinkstapsprongen gemaakt van The Animals via Iggy naar Nirvana en terug. Liedjes dus, met een kop en een staart die de ene keer wat langer is dan de andere. Volgens zanger en bassist Roberto Timmer is dat niet precies wat de band voor ogen had toen ze begin 2013 samen gingen spelen. “Voordat we de oefenruimte in doken hadden we verwacht dat we harde rock zouden gaan maken. Maar dit is nu eenmaal wat eruit komt op dit moment”. Kijkend naar de toekomst verwacht Timmer dat er wel wat andere invloeden in zullen sluipen. Een vleugje psychedelica was in ieder geval al te bespeuren. 

Terwijl Wolftone hun spullen pakt voor hun avondshow in Heeswijk, maken drie Japanners zich klaar voor hun gig in Moira. Hoe die show klinkt? Stel je voor: een flinke bak melodische herrie die de decibellennorm flink overschrijdt, subtiele gitaarrifs ingebed in een muur van geluid die de zaal omverblaast eindigend met een mierzoet en hijgerig “thank you”... Dat zijn de drie dames van ZZZ’s. Op het oog petit en fragiel dankzij hun Japanse afkomst, maar met het geluid van vijf woeste rockers. “Dat er zo’n groot contrast is tussen onze muziek en ons uiterlijk horen we heel vaak. Maar in Osaka zitten we in de underground muziekscene. We halen daarom veel inspiratie uit noise, industrial en experimental. Liars is een groot voorbeeld voor ons” vertelt zangeres en bassist Yukary, in het zwart gekleed en met zwarte haren tot op haar onderrug. “We horen ook vaak dat onze muziek erg filmisch is. Dat klopt wel, we zouden graag de soundtrack van een film willen maken. Het liefst voor een film van regisseur David Lynch, we houden van psycho.” Hun optreden in Moira is drukbezocht. Niet zo gek bij de gedachte dat ze diezelfde avond tijdens Le Guess Who? in ACU de verf van de muren zullen spelen. Tijd om zelf naar een optreden te gaan tijdens het festival is er daarom niet. Ze doen Utrecht aan tijdens een maand durende tournee door Europa, dus na vandaag reizen ze door naar België om daar te spelen. Over twee weken zitten ze weer in het vliegtuig naar Japan. Thank you!

Onderweg naar RASA lezen we ‘De Nieuwe Wildernis’ op de gevel van de Citybioscoop. Dat zinnetje komt weer bovendrijven als we in RASA het freejazz ensemble Cactus Truck aan het werk zien. De band maakt onderdeel uit van Tumult, een Amsterdamse muzikantencollectief van een elftal bands die zich in meer of mindere mate met geïmproviseerde muziek bezighouden. De geluidsmuur die Cactus Truck voortbrengt is een kakafonie voor ongetrainde oren als die van ons. Jasper Stadhouders, de gitarist/bassist van het drietal, is gelukkig bereid om de vragen die het optreden bij ons oproept te beantwoorden. Zoals: met welke afspraken stappen jullie het podium op? Stadhouders: “Wat ons verbindt is veel energie geven. Tot het pijn doet en dan nog een beetje meer. Behalve dat maken we geen afspraken. We praten niet veel over onze muziek. Meer over muziek van anderen die ons inspireren eigenlijk.” Cactus Truck bestaat sinds 2010 en heeft inmiddels 150 optredens in Nederlands en daarbuiten achter de rug. Hoe voorkom je dat je als improvband in gewoontes vervalt als je zoveel samenspeelt? “Dat is het moeilijkste dat er is. De kunst is om elke keer in het moment te blijven. Je lichaam voelt altijd anders en daarmee ook de muziek. We zien onze muziek als een reis naar een plek waarvan we weten dat hij niet bestaat. Omdat we zoveel energie geven sprinten we naar dat onbekende doel. Bij sprinten hoort ook struikelen. Dat levert soms ongemakkelijke momenten op. Maar als het makkelijk zou zijn, zouden we niet trouw zijn aan onze principes. En juist uit dat soort ongemakkelijke momenten ontstaat vaak iets interessants en nieuws.”

Een straat verderop in het kleine Le Bureau in de Predikherenstraat spelen Agnes Loonstra en Frank Wolff van Wooden Soldiers op de immense tafel die een groot deel van de ruimte in beslag neemt. Hierdoor is er slechts een meter ruimte tussen hen en het publiek. “Ik was even bang dat we geen publiek zouden hebben” bekent Loonstra naderhand. “Maar gelukkig druppelde het publiek langzaam binnen en was de ruimte helemaal vol!” Het duo speelt een intieme set jazzy folknummers waarbij het bijzonder is dat Loonstra veel van de lage partijen voor haar rekening neemt, en Wolff veel van de hoge tonen pakt. Het duo gebruikt een gitaar en een xylofoon als begeleiding. Voor hun EP-release van afgelopen november hebben ze een voltallige band om zich heen laten vormen, maar bij gelegenheden als deze spelen ze met z’n tweeën. Wolff: “Zo kunnen we nummers heel klein maken, dat is leuk. In zo’n intieme setting spelen is alleen wel veel spannender dan voor een grote groep waar meer afstand is tussen podium en zaal. Het leuke aan spelen met een band is dan weer dat up-tempo nummers beter hun recht komen” “Zo’n band tilt je op” vult Loonstra hem aan. “Het is zo leuk om onze nummers te horen met zo’n bak geluid dat een band produceert. Het is fijn om te merken dat onze nummers zowel heel klein als groot werken.” Als je Wooden Soldiers gemist hebt op Le Mini Who? is er vrijdag 13 december een herkansing, want dan spelen ze (met z’n tweeën) tijdens LoFriday in de Kargadoor samen met o.a. Bird on the Wire.

“Zijn er nog maagden in de zaal?”, vraagt Teije Venema aan een vol café De Stad. We waren net op tijd. Aankomst tien minuten later had waarschijnlijk betekend dat we genoegen hadden moeten nemen met een plekje achterin bij het raam. En dan hadden we bijzondere details gemist bij het optreden van The Virgin Army.  Zoals het doodshoofdje en het kruisje op de gitaar van Teije Venema, de man achter de band. Venema verklaart: “Elke liedje gaat uiteindelijk of over God, seks of de dood. Zelfs de liedjes van Miley Cyrus. Daar staan die symbooltjes voor. Ik heb alleen nog geen goed symbooltje voor sex gevonden.” Pim van de Werken kijkt vanaf de eerste rij instemmend toe hoe Teije Venema en zangeres Jonne van de Beek de liedjes van de door hem geproduceerde EP The Virgin Army live neerzetten. Venema kwam via Tonnie (‘Broeder’) Dieleman in contact met Van de Werken. Ondanks het ontbreken van een opnamebudget besloten Venema en Van de Werken om toch een aantal nummers op te nemen. The Virgin Army heeft met de in november verschenen EP de nodige aandacht getrokken. De vier zwart omrande folksongs zijn wat Venema betreft dan ook de opmaat voor een volwaardig album in 2014. “En ik wil meer gaan spelen, liefst met een complete band, zodat we de liedjes met wat meer drama kunnen neerzetten. Het kan mij niet bombastisch genoeg.”

Met op de achtergrond de klanken van Nausica in Plato concluderen we dat we weer een fijne editie van het steeds volwassener wordende Le Mini Who? hebben meegemaakt. Het festival legt telkens nieuwe accenten en blijft daardoor verrassend en aantrekkelijk. Een betere opmaat naar de voor ons liggende Le Guess Who? zaterdagavond is er niet...


Gezien: Le Mini Who?, zaterdag 30 november 2013 @ Voorstraat en omgeving, Utrecht