Experiment en toegankelijkheid ontmoeten elkaar bij The Night Of The Unexpected warm-up

Dunne grens tussen luchtige muziek en vingers in de oren

Tekst: Frank Gesink / Foto’s: Herre Vermeer 7 september 2012 ,

Dit jaar werd er een jubileum gevierd, de tiende editie van The Night Of The Unexpected is een feit. Voor de muzikale veelvraten die altijd maar meer en meer willen, was er, voorafgaand aan deze Night, een warm-up in museum Speelklok. Een bijzondere en mooie locatie. Hoe bijzonder en verrassend waren de acts die hier hun opwachting maakten?!

Museum Speelklok is één van de vele locaties die meedoen aan de Gaudeamus Muziekweek. Het staat vol met leuke en vreemde klankinstallaties.

Bij binnenkomst is er wat twijfel; waar te gaan zitten? Er staan aan twee kanten stoelen opgesteld, maar wat begint er als eerste? De eer om te beginnen is in elk geval voor Felix Thorn, met zijn altijd evoluerende installatie Felix’s Machines. Verschillende instrumenten (drums, klokkenspel, belletjes) en andere attributen worden geheel mechanisch aangestuurd, ze hebben hun eigen ritme en gekleurde verlichting.

Op de website van het project legt Felix uit dat, hoewel de nadruk bij zijn installaties ligt op het ontwikkelen van akoestisch geluid, hij veel inspiratie haalt uit elektronische muziek. Dat blijkt. De set begint rustig klingelend en doet denken aan de filmmuziek van Yann Tiersen (Amélie). Al snel wordt er ritme toegevoegd en is Nannou (Aphex Twin) niet ver weg. Op het moment dat het licht wordt gedimd, wordt de aandacht meer gevestigd op het visuele aspect van de show. Elk element van de installatie heeft zijn eigen gekleurde lampje en naarmate de muziek versnelt ontstaat er een heuse lichtshow. Sfeervol. Rustige stukken worden afgewisseld met snelle en op de climax is het tempo zelfs van een snelheid die je eerder zou verwachten van breakcore. Door de link met elektronische muziek, herkennen we al die afzonderlijke geluiden makkelijk als een geheel. Een prachtige analoge soundscape om naar te luisteren en te kijken.

Dan schuiven we snel door naar de andere hoek van de kamer. Eli Keszler (drums en zaag), Geoff Mullen (gitaar) en Ashley Paul (klarinet, saxofoon, elektronica) laten een stuk improvisatie horen dat voor veel mensen een stuk moeilijker te verteren blijkt. Keszler’s stijl lijkt wel een beetje op die van Paal Nilssen-Love, de free-jazz drummer die veelvuldig opduikt bij experimentele projecten. Mullen en Paul beginnen, in contrast met Keszler’s drums, met een rustige drone. Mullen gaat steeds meer over zijn snaren krassen, de klarinet gaat hoger klinken en het drummen wordt intenser. Paul creëert een statisch geladen geluidje, denk aan een los contactje dat stoort, maar toch ritmisch met de muziek meedoet. Dit doet zij middels een combinatie van elektronica en een mechanisme op de grond.

Dan is het tijd voor een instrumentwissel. Keszler pakt een zaagje en Paul de saxofoon. De feedback en het hoge geluid dat de zaag veroorzaakt, zorgt voor een wat irritant geluid. Tel daarbij op dat de saxofoon hoog klinkt en de gitaar lustig krast en dronet. Voor veel mensen iets teveel van het goede. Ze grijpen naar hun oren. Begrijpelijk, maar het haast grensoverschrijdende, piepende geluid beviel ons wel. Pas als de saxofoonlijn muzikaler wordt en Keszler weer gaat drummen, komt de normalere structuur terug in de muziek. Grenzend aan free-jazz komt de muziek zo tot een climax. Was dit vernieuwend en onverwachts? Ja, al zal niet iedereen daar blij mee zijn geweest.

Al met al een fijne warm-up voor de bijzondere avond die nog zou volgen. Eentje waar experiment en toegankelijkheid elkaar soms tegenkwamen, maar nooit helemaal vonden.

Gezien: The Night of the Unexpected warm-up, donderdag 6 september 2012 @ Museum Speelklok