In ‘Our Band Could Be Your Life’ schetst de Amerikaanse schrijver en popjournalist Michael Azerrad de opkomst van de Amerikaanse indiescene in de jaren 1981 – 1991. Via portretten van bands als Black Flag, Hüsker Dü, Sonic Youth en Fugazi beschrijft hij hoe jonge kids na de neergang van de punk op hun eigen manier opboksten tegen de ontoegankelijke gevestigde platenindustrie. Met het van rebelse punkbands geleende diy-ethos creëerden ze langzaam maar zeker een ondergronds netwerk van kleine labels, bands, fanzines en podia. Het boek gaat niet zozeer over de muziek maar vooral de kameraadschap, het doorzettingsvermogen en de eigen identiteit van labels en scenes rond de bands. De bands ontwikkelden hun netwerken dichtbij: bij vrienden, klasgenoten en andere muziekliefhebbers. Dat maakte ze tegelijkertijd ook heel toegankelijk voor hun fans
Het boek stopt bij het verschijnen van Nevermind van Nirvana in 1991, een album dat voor veel indie bands de poort naar de reguliere muziekindustrie opende. In het kielzog van Nevermind kregen ook andere bands mogelijkheden die ze zonder dat album misschien niet hadden gehad. Meer nog dan een commerciële doorbraak betekende dit dat alternatieve muziek breder beschikbaar kwam. Vanaf de jaren negentig konden we ook in Nederland ruimschoots kennis maken met bands die zich buiten de begaande muzikale paden gaven.
Bands uit die periode vormen een gezamenlijk referentiekader voor de Utrechtse band Lost Bear. Alle leden hebben met meer of minder succes in andere Utrechtse bands gespeeld maar met Lost Bear doen ze het zoals veel bands ooit begonnen zijn: met vrienden die van dezelfde muziek houden in een bandje spelen. Als ze al torenhoge muzikale ambities hebben gehad zijn ze inmiddels door schade en schande wijs geworden: het hebben van plezier is minstens zo belangrijk.
Dat is ook het beeld dat naar voren komt op de presentatie van debuutalbum Limshasha in Theater Kikker. In aanwezigheid van veel vrienden en mensen rond de band en het platenlabel Snowstar spelen ze een heftige maar rommelige set. Liedjes met killer hooks worden afgewisseld met meer chaotische nummers. Flauwe grappen worden opgevolgd door een intens uitgevoerde albumtrack. De lol van het spelen en de kameraadschap lijken belangijker dan een perfecte uitvoering van de nummers.
Is het dan allemaal een grote grap? Dat zeker niet, de avond is in elk geval met zorg samengesteld. De mooie zaal van Theater Kikker vormt de perfecte locatie voor het schitterende decor dat is ontworpen door Tammo Kersbergen, één van de twee drummers (weer een staaltje onvervalste diy-mentaliteit overigens). De andere bands op de avond komen uit de vriendenkring maar zijn niet méér van hetzelfde. Thijs Kuijken geeft als Oasem een doorkijkje van het nieuwe I am Oak-album dat in mei verschijnt. Tussen zijn stemmige, elektronische folknummers refereert hij nog even aan de jaren negentig met een toffe cover van Nirvana’s Something in the Way. DS-10 Dominator krijgt met zijn Nintendo-core al snel de bezoekers in beweging en Kytopia-band La Boutique Fantastique sluit af met een dj-set.
En Lost Bear? Ondanks de soms rommelige stukken kan passie en plezier de band niet ontzegd worden en het slot van de set is gewoon sterk. Met DS-10 Dominator als achtste bandlid eindigt de band het nummer Boat zittend op het podium in een storm van feedback. Na een kort rustmoment trappen de mannen nog voor een laatste keer vol op het gas. Misschien zegt Thijs Kuijken het wel het meest treffend: “Lost Bear is bad ass”.
Gezien: release show van Lost Bear met Oasem, DS-10 Dominator en la Boutique Fantastique, zaterdag 12 maart 2011 @ Theater Kikker