Wat goed is komt snel, maar het kan je overkomen dat je er jarenlang geduldig op moet wachten. Unicorn Loves Deer, het nieuwe album van Alamo Race Track is zo’n geval; voorganger Black Cat John Brown verscheen alweer viereneenhalf jaar geleden. De wereld zag er toen in vele opzichten anders uit. De band ook, want van de bezetting die Black Cat John Brown inspeelde zijn alleen voorman Ralph Mulder en gitarist Leonard "Len" Lucieer over. Alamo Race Track heeft in de tussenliggende jaren niet stilgezeten; de band verkende nieuw terrein door de muziek te maken voor de voorstelling ‘Innenschau’ van theatermaker Jakop Ahlbom. De donkergetinte liedjes als ‘Hypnotised’ en ‘Killerlake’ uit deze voorstelling haalden Unicorn Loves Deer.
Een vol Tivoli de Helling maakt eerst kennis met Eckhardt, oftewel Rik Elstgeest. Hij speelt in Alamo Race Track al sinds jaar en dag xylofoon en vibrafoon, maar brengt vanavond ook zijn eigen muziek ten gehore. Eckhardt maakt naar eigen zeggen “cowboyliedjes”, liedjes met een diepe zuidelijk-Amerikaanse ziel. De liedjes zijn spontaan en druppelsgewijs totstandgekomen tijdens het werken aan de voorstellingen voor muziektheatercollectief De Veenfabriek, waar Elstgeest onderdeel van uitmaakt.
Eckhardt is duidelijk op zijn plek op het podium, maar heeft wat probleempjes. Hij is eerst zijn plectrum kwijt, heeft daarna moeite met de tekst van de vrouwelijke partij in duet ‘Hey Hey’ en drummer Robin Buijs is spoorloos voor zijn partij in ‘Big Blue Yonder’. Eckhardt lacht erom en het publiek met hem. Hij ontroert bovendien met het prachtige nieuwe liedje dat hij schreef voor de nog te verschijnen film ‘The Domino Effect’ van Paula van der Oest.
De gecontroleerde wanorde van Eckhardt blijkt maatgevend voor de hoofdact van de avond. Als je aan de ene zijde van het spectrum het begrip ‘geoliede rockmachine’ zet, zet je Alamo Race Track daar lijnrecht tegenover. Daar doet zelfs een heuse gitaarroadie niets aan. Het voortdurende oogcontact tussen zanger Ralph Mulder en bassist Djurre de Haan lijkt broodnodig om de atypische breaks, tempowijzigingen en koortjes die ook de nieuwe liedjes kenmerken, goed te timen. Mulder geeft de verklaring: “Djurre is een beetje zenuwachtig.” De hele band moet er nog een beetje inkomen, maar heeft overduidelijk zin in het optreden.
De liedjes van Unicorn Loves Deer zijn over de hele linie wat compacter dan de meer experimentele stukken van Black Cat John Brown, zoals het vanavond live gespeelde ‘Stanley vs. Hannah’, dat de band de ruimte biedt om ongecompliceerd los te gaan. De nieuwe liedjes geven deze ruimte minder, maar zitten weer vol met inventieve lala-koortjes, zoals in het zeemanslied ‘The Moon Rides High’ of het door banjo opgejaagde ‘Lindyshop’. Sufjan Stevens’ folkinvloeden van mijlpaalplaat ‘Illinoise’ zijn duidelijk terug te horen.
Het hoogtepunt van de set is uiteindelijke toch de ‘hit’, het liedje ‘Black Cat John Brown’, waarin Len Lucieer op lapsteel bij het door de ritmesectie flink opgevoerde tempo goed bijbeent en het kenmerkende loopje tot het einde vasthoudt.
De muisstille seconden in het midden van toegift ‘Open Sea’ bewijzen dat Alamo Race Track de aandacht eenvoudig vast heeft weten te houden. Met de woorden “If we close the door, the night can last forever” van afsluiter ‘After Hours’ van The Velvet Underground nog in het hoofd, verlaten we Tivoli de Helling. Het was een mooie avond om op de maandagmorgen aan terug te denken.
Alamo Race Track is op 19 mei 2011 te zien op Festival aan de Werf.
Gezien: Alamo Race Track en Eckhardt, zondag 13 maart 2011 @ Tivoli de Helling