Na een stilte van bijna vier jaar presenteert de Utrechtse grindcoreformatie Kutschurft op 9 april in oefenstudio dB’s zijn langverwachte nieuwe album ‘Over smaak valt niet te fisten’. We zochten de vieste band van Utrecht en omstreken op voor een gesprek over Vocking-worst, schaamluizen en overige smerigheid.

De vier Vocking-worsten in mijn jaszakken voelen aangenaam zwaar aan. Bij elke stap kletsen ze tegen mijn zij en trekt er een rilling van kou over mijn rug. Het is rustig in oefenstudio dB’s aan de Cartesiusweg. Ik loop naar de bar, wenk de barman, buig me voorover en zeg dan: “De Spaanse haas heeft een paarse anus.” De barman knikt en kijkt vervolgens schichtig om zich heen. “Heb je de worsten bij je?’’ Ik wijs betekenisvol naar de bulten in mijn zakken. “Mooi’’, luidt het antwoord. ‘’Ik ben zo terug. Moment.’’

En terwijl hij verdwijnt in de dB’s-catacomben maak ik van de gelegenheid gebruik om een kopje koffie in te schenken en me mentaal voor te bereiden op dat wat komen gaat: een interview met de vieste band van Utrecht en ver daar buiten. En dan heb ik het natuurlijk over Kutschurft. Op 9 april presenteert de Utrechtse grindcoreformatie na een stilte van bijna vier jaar zijn langverwachte nieuwe album ‘Over smaak valt niet te fisten’, met nu al legendarische tracks als ‘Smegmaar niets meer’, ‘Kebab Yum’, ‘De lucht van weggeweest’ en ’Bukake Barbie’. Nummers die als een natte onderbroek in je gezicht kletsen. De barman tikt op mijn schouder en haalt me uit mijn overpeinzingen. “Je wordt verwacht in oefenruimte 1.’’ Ik sta op en begeef me in de onderbuik van dB’s. ‘’Vergeet niet te kloppen!’’ roept hij me nog na.

Het duurt even voordat mijn ogen gewend zijn aan de inktzwarte duisternis. In de hoek wordt een bureaulamp aangeknipt. “Zit.’’ Een stem die geen tegenspraak duldt. Ik neem plaats op de houten stoel die precies in het midden van de lichtbaan is geplaatst. “Welkom. Ik ben dokter Schurvt.’’ Een gedrongen man stapt naar voren, zijn gezicht verborgen achter een bizar clownesk masker. Hij vouwt zijn armen voor zijn borst en zwijgt een paar tellen. “Je zou iets meenemen.’’ Ik grijp in mijn jaszakken en haal de Vocking-worsten tevoorschijn. In het duister van de oefenruimte klinkt opgewonden gesnuif en gesmak. Dokter Schurvt lacht. Het klinkt niet vrolijk. “Begin.’’

Slik. Dit loopt niet zoals ik verwacht had. Toen ik naar dB’s fietste had ik visioenen van een ongedwongen samenzijn, waarbij we elkaar met pullen bier op de schouders sloegen en ik werd getrakteerd op het ene na het andere fraaie verhaal uit de roemruchte Kutschurft-geschiedenis. In plaats daarvan was ik de set opgestapt van de nieuwste Saw-film. Het enige wat nog ontbreekt zijn de in witte jassen gestoken doktoren die aan komen draven met injectienaalden en dwangbuizen. Maar goed, ehh… een eerste vraag om hopelijk het ijs te breken. Ik schraap mijn keel en blader nerveus door mijn aantekeningen. “Het is een paar jaar stil geweest rond Kutschurft. Wat heeft jullie doen besluiten om toch weer te gaan optreden en een nieuw album uit te brengen?’’

In de oefenruimte wordt maniakaal gelachen. Ik knijp mijn ogen dicht en ontwaar een man met een satansmasker, die monotoon heen en weer schommelt. Dat moet gitarist Dr. Smegma zijn – of verwar ik hem nu met bassist Dr. Puzzrogel, die zo te zien een vuilniszak heeft aangetrokken?

Dokter Schurvt: “In 2007 pleegden we collectief zelfmoord. Onze lichamen lagen opgeborgen in het laboratorium van de Universiteit van Utrecht – ingevroren en wel. Tot 27 oktober vorig jaar. Toen werd een transformatorhuisje naast de universiteit getroffen door de bliksem. Onze lichamen ontdooiden en we werden wakker. Klaar om Utrecht eindelijk weer eens vies te maken!” De bezonnebrilde drummer Dr. Ranzzz – van top tot teen gehuld in een zwarte parka – gromt instemmend. Ook Dr. Smegma doet een duit in het zakje en gilt: ‘’JA! JA! JA!’

Op de vraag of Nederland nog wel zit te wachten op de eetlustbedervende muziek van Kutschurft kan Schurvt kort zijn: ‘’Er kan nooit genoeg wansmaak zijn. We zien het als onze heilige taak om ranzigheid te verspreiden. De nieuwe smaak is wansmaak.’’ Dat deze missie aanslaat, is volgens Schurvt eenvoudig te verklaren. “Iedereen heeft een innerlijke smeerlap. Wij nemen hem mee uit wandelen en laten hem lekker buitenspelen. En daar blijken veel mensen behoefte aan te hebben.’’

Op het nieuwe album ‘Over smaak valt niet te fisten’ (in zijn geheel beluisteren op de Kutschuft-site) waadt de Utrechtse formatie door de vertrouwde paden vol poep en andere smerigheid. De tien nummers zijn strak, vies en behandelen thema’s als seks, poep en kebab. Voor inspiratie wordt gekeken naar de ‘kleine dingen des levens’. En dat mag je soms letterlijk nemen. Het intrigerende, ruim een minuut durende ‘Stervende schaamluis’ is bijvoorbeeld een eerbetoon aan het gelijknamige insect, dat steeds minder voorkomt en zelfs met uitsterven wordt bedreigd. Dr. Schurvt: “Iedereen heeft zijn mond vol van die fokking ijsberen en panda’s. Niemand komt echter op voor de schaamluis. Dus dan doen wij het maar.’’

Een ander terugkerend thema is kebab. “Simpel. Iedereen eet ’s nachts na het stappen wel eens een kebabrol. Maar heb je wel eens goed naar zo’n broodje gekeken in het felle tl-licht van zo’n ranzige snackbar? Het is gewoon smerigheid in een broodje! En dat geldt trouwens ook voor de onovertroffen Utrechtse smerigheid: de Vocking-worst. Heerlijk vies.” En om dat te onderstrepen wordt er luidkeels geboerd.

Zaterdag 9 april staat Kutschurft voor het eerst sinds bijna vier jaar weer op de planken. In dB’s wordt dan het nieuwe album gepresenteerd. De band heeft er zin in. “Het wordt chaos, een bacchanaal. Het wordt smerig en beangstigend. Kutschurft is terug en dat zullen we laten weten ook! Onze piemels zijn nu al kloppend paars.’’

En nadat fotograaf Herre Vermeer - tot zichtbaar ongenoegen van de heren – foto’s heeft gemaakt, nemen we afscheid. Dokter Schurvt grijnst. “Tot 9 april… als jullie durven. Blijf vies.”

Te zien: Kutschurft album-presentatie, zaterdag 9 april @ dB's