I’m with the band: Teo Skaffa

“Ik ben niet zomaar entourage, ik ben een professional”

Tekst: Renate van Roosmalen / Foto’s: Sanja Harris ,

Vrijwel elke band of muzikant heeft een schare trouwe aanhangers om zich heen. Buiten de spotlight, aan de rand van het podium, bewijzen zij elke keer weer hun loyaliteit. Sommigen vallen haast net zo veel op als de artiesten zelf. Wie zijn deze vaste gasten? In de rubriek ‘I’m with the band’ lees je hun verhaal. Deze keer: beeldend kunstenaar en zelfverklaard entourage-professional Teo Skaffa.

“Ik ben niet zomaar entourage, ik ben een professional”

“Je hebt gelijk dat je mij benadert voor deze rubriek”, zegt Teo Skaffa. “Ik ben de verpersoonlijking van ‘I’m with the band’.” De half-Griekse, donker bebaarde kunstenaar toont de binnenkant van zijn linkeronderarm, waarop in grote letters ‘Zeedijk’ is getatoeëerd. We zitten in zijn atelier aan diezelfde Zeedijk, in het pand waarin ook stichting Habek gevestigd is. Vanuit de studio naast ons klinken de beats van C-mon & Kypski.

In het atelier staat een werktafel vol verfspatten. De muur is bezaaid met manga-achtige schetsen van katten. Toch is het bij de eerste aanblik vooral de studentikoze zithoek die de sfeer bepaalt. Op de licht versleten bank nemen met grote regelmaat mede-Zeedijkers als Arts the Beatdoctor, Kyteman en Boemklatsch plaats. Bij Skaffa staat de deur altijd open, of hij nu aan het werk is of niet. Voor een praatje, een biertje of een potje Duck Hunt op de NES. Hij is, zo zegt hij, ook vaak degene die wordt ingeschakeld als er onenigheid is in het pand. Reden voor Kyteman om hem liefkozend aan te duiden als ‘de burgemeester van Zeedijk’.

Zoals die titel al doet vermoeden, is Skaffa niet zomaar een band-aanhangsel. Integendeel: hij neemt zijn taak uiterst serieus. “Ik doe het professioneel. Momenteel ben ik de officiële entourage van Arts the Beatdoctor, Kyteman, Skip ’n Die, Boemklatsch en VJ-collectief de Kijkbuiskinderen. Met Black Sun Empire, die hier sinds kort ook in het pand zitten, ben ik nog in onderhandeling. Ze willen mij wel, maar ik weet nog niet of ik hen wil.” Want dat doet de beeldend kunstenaar: hij laat bands bij hem solliciteren. Na een avond optreden en nafeesten, neemt hij zijn beslissing. Gaat hij akkoord, dan gaat hij met zoveel mogelijk optredens mee. Hij doet geen roadiewerk, betaalt geen entree en speelt niet mee. Wat hij wel doet? Gratis drinken, feesten en backstage rondhangen. “De sfeer neerzetten”, aldus Skaffa.

Volgens Skaffa is ‘professioneel entourage’ een ondergewaardeerde tak van de muziekindustrie. “Van de artiesten wordt verwacht dat ze nuchter blijven”, legt hij uit. “Als professioneel entourage hoef ik dat niet. Ik kan wat drinken en losser zijn. Zo zorg ik ervoor dat de sfeer goed is. Bovendien toon ik support voor de artiest, zowel in het publiek als backstage. Ik ben de vriend die meegaat. Je kunt het zien als het informele equivalent van wat de tourmanager doet.”  

Zoals zoveel professionals, is Skaffa klein begonnen. Enkele jaren geleden, toen hij nog in Hilversum woonde, deed hij het artwork voor de door Habek georganiseerde hiphopavond Rof!. Hij raakte bevriend met Mark Gademan (alias perCeptie), toenmalig Habek-woordvoerder en tourmanager van Kytemans Hiphop Orkest, die hem uitnodigde mee te gaan op tour. Zo kwam het balletje aan het rollen. Skaffa begon geleidelijk deel uit te maken van de groep rondom Kyteman. In november 2009, op zijn verjaardag, verhuisde hij naar de Zeedijk en werd hij officieel onderdeel van de familie. 

Met zijn ervaring, weet Skaffa zich te onderscheiden van amateurs. “Ik weet op welke momenten ik een ouwehoer mag zijn, op welke momenten ik beter niet backstage kan zijn en ga zo maar door. Ik ken mijn plek in het geheel.” En dat werpt vruchten af. “Als entourage neem je een bevoorrechte positie in. Je staat niet op het podium, maar bent ook niet gewoon publiek. Je bent als het ware een erebezoeker.” Een mooi voorbeeld daarvan is de avond van de Edison Awards, waar Kytemans Hiphop Orkest in de prijzen viel. “Na afloop overnachtten we met z’n allen in het Rotterdamse vijfsterrenhotel Manhattan. Ik had een kamer voor mezelf, inclusief gratis minibar.” Hoewel deze ervaring een uitschieter is, maakt hij meer uitzonderlijke dingen mee. Zo belandde hij min of meer per toeval als gitarist bij Kyteman op het podium van een uitverkocht Carré en zong hij onder zijn muzikanten-alias ‘Bob Lee Swagger’ drie woorden mee op het album van Dazzled Kid.

Is hij gewoon vaak op de juiste plek op het juiste moment, heeft hij puur geluk of is het zijn aimabele karakter dat hem zijn succes bezorgt? Skaffa zou het niet durven zeggen. Wel wil hij zijn kennis graag delen. Zo denkt hij erover een handboek op de markt te brengen, gevuld met geïllustreerde adviezen. Als hij er, tussen al zijn entourage-werkzaamheden, aan toe komt...