In een koortsachtige zoektocht naar winstmaximalisatie zijn zuivelfabrikanten het zicht op de intelligentie van de gemiddelde consument volkomen kwijtgeraakt. De fabrikant die het begrip ‘darmflora’ tot gemeengoed maakte, promoot tegenwoordig zijn bacteriedrankje met tv-spotjes waarin acteur Jack Wouterse zijn stem leent aan darmen die complimentjes uitdelen als het betreffende drankje wordt gedronken. Het advies: "Luister naar je darmen!" Hé, bedankt voor de tip.
Belly Says-leider Erny Green lijkt dit advies wel trouw te hebben opgevolgd. Na het aflopen van de tournee van zijn Joy Division tribute-band Closer To Curtis besloot hij nieuwe liedjes te gaan schrijven. Zijn bondgenoten daarbij zijn een tweetal oude bekenden (Walter Wilhelm op bas en Chris van der Meer op drums) en een nieuweling (Thijs Heij op toetsen). De koers van Belly Says is Green’s muzikale stijlbreuk met het verleden. Dat vroeg om een nieuwe bandnaam en Belly Says was geboren. Het titelloze debuutalbum wordt op 7 november in dB’s gepresenteerd.
Dezelfde Thijs Heij die in Belly Says de toetsen verzorgt, staat in het voorprogramma en wel als Thijs Heij & Rest. De bandnaam geeft al aan dat het collectief draait om zanger en liedjesschrijver Thijs Heij. Heij doet hoofdzakelijk in droefzaken, verpakt in slepende bluesy songs. Het liedje ‘Wakker Worden’ is een regelrecht vervolg op de vaderlandse klassieker van Het, ‘Ik heb geen zin om op te staan’. Zelfs de in het vakantielied ‘We Zijn Zo Vrij’ bezongen vrijheid bevat een zweem van lamlendigheid. De beperkte stem van Heij en de aardse zaken die hij bezingt passen goed bij elkaar, maar passen beter bij een maandagmorgen dan bij een zondagmiddag.
Niet perse vrolijker maar hoe dan ook opzwepender is Belly Says. De muziek van de voorlaatste band van Erny Green, Polgate, werd gerekend tot het alternatieve country genre. Het geluid van Belly Says heeft raakvlakken met dit genre, maar heeft een vooral een warm Amerikaans hart en Britse flair. Als in Bruce Springsteen ontmoet John Cale. De puntige ballad ‘Sleepy Song’ en het melancholische en uptempo ‘Wishful Thinking’ zijn exemplarisch voor deze typering. Maar daarmee zijn we er niet. De set wordt gestart met het stuwende ‘Licking My Wounds’, samen met het fantastische ‘Sweet Anger’ de meest pakkende en dansbare nummers van de set. De kern van de set wordt gevormd door een aantal langzame songs, waarvan het verstilde ‘We’ll Take The Car’ het meeste indruk maakt. Het is de bittere constatering dat we onze auto’s koste wat het kost blijven gebruiken, ondanks de ziekmakende gevolgen.
Belly Says heeft de uren in de oefenruimte goed besteed. De band is een aangenaam rammelende maar geoliede machine. De ritmesectie trekt songs voort als het nodig is, maar gaat even makkelijk loom achter in de maat hangen in de bluesier stukken. Ook hulde aan toetsenist Heij. Hij schakelt even makkelijk tussen een subtiele en dienende plek en een positie in de frontlinie met een moddervet Hammondorgel. Frontman Green is een sobere gitarist, maar hij is gezegend met een stem die elke twijfel over de oprechtheid van het verwoorde verlies wegneemt. De grote en kleine melodieën die de debuutplaat rijk is, worden live indringend neergezet. Het concluderend advies kan dan ook niet anders luiden dan: vergeet je darmen, luister naar Belly Says!
Gezien: albumpresentatie Belly Says, support door Thijs Heij & De Rest, zondag 7 november 2010 @ dB's.