Popronde strijkt neer in Amersfoort

"Amersfoort is eigenlijk een heel intieme stad."

Tekst: Mike van Dooyeweert ,

De Utrechtse Popronde zit er al weer op, maar op 6 november is Amersfoort aan de beurt. Het is de tweede keer dat de Keistad meedoet aan het rondreizende festival. Marten de Paepe, ook bekend als singer-songwriter, is de organisator van de Amersfoortse editie. “De stad is echt in opkomst als popstad.”

"Amersfoort is eigenlijk een heel intieme stad."

“De Amersfoortse Popronde is dit jaar met 31 locaties en 62 bands de grootste van alle edities”, zegt een trotse Marten de Paepe. Hij is sinds vorig jaar de geestelijk vader de Amersfoorste editie van het festival. Wat hem vooral aanspreekt aan het concept, is het idee dat in elke plaatselijke kroeg bandjes zullen optreden. Want daarin verschilt deze editie niet van de andere. “Het is een muzikale kroegentocht. Je ziet bands optreden op een eerlijke, gestripte manier. Vroeger traden er vaker bands in kroegen op dan nu, waarschijnlijk omdat er nu strengere regels gelden in verband met geluidsoverlast. Daarom is het ook zo goed dat de Popronde gehouden wordt.”

Toch heeft de Paepe ook zijn eigen stempel gedrukt op het festival door juist ook bijzondere locaties bij de Popronde te betrekken. Zo zal hiphopformatie Represailles optreden bij de plaatselijke Kinki-kapper en vaart er een boot – de Inspiratieboot -  waarop ook bands zullen optreden. Verder doet een aantal musea mee. “Je kunt muziek horen op plaatsen waar je normaal nooit muziek hoort.”

Een groot voordeel van Amersfoort ten opzicht van Utrecht, is volgens hem dat alles makkelijk beloopbaar is. “De locaties liggen dicht bij elkaar. Het is een heel intieme stad. In Utrecht moet je toch vaak hele stukken lopen.”

Opvallend is dat er bijna geen Amersfoortse bands meedoen aan de Popronde. “Er is geloof ik een band met leden uit Amersfoort. Maar verder niet. Amersfoort heeft wel degelijk een scene, maar blijkbaar hebben de bands niet zo’n grote mond als die uit Utrecht. Misschien is het een soort minderwaardigheidscomplex.” Ook dat is voor de Paepe een reden om de Popronde te organiseren. “Het kan voor Amersfoortse bands een stimulans zijn om in het vervolg mee te gaan doen.”

De Paepe woonde tot een paar jaar terug in Nijmegen, de bakermat van het festival. Aldaar was hij actief als vrijwilliger voor de Popronde. “Ieder jaar heb ik me ook wel proberen aan te melden. Ik heb in allerlei bandjes gezeten. Uiteindelijk heb ik twee jaar geleden ook als singer-songwriter opgetreden.”

“Toen de stichting hoorde dat ik naar Amersfoort zou verhuizen, kreeg ik meteen de vraag of ik daar niet een Popronde zou willen organiseren.” En dus deed het rondreizende festival in 2009 voor het eerst de Keistad aan. “Het was eigenlijk een experiment. Ik was Nijmegen gewend en daar is het festival al een begrip. Dat is natuurlijk ook een studentenstad.” Maar in die hoedanigheid is Amersfoort ook steeds meer in opkomst, volgens De Paepe. “Er zijn steeds meer HBO-opleidingen bijgekomen, en dus komen er ook steeds meer studenten wonen. Hier zou het organiseren van een Popronde wel kunnen lukken, dacht ik dan ook.”

Op 6 november vindt de tweede Amersfoortse Popronde plaats. Een naam komt onmiddellijk bij de Paepe bovendrijven als hij moet nadenken over de bands die hij zou moeten aanraden. “Casper Adrien vind ik de beste singer-songwriter van de provincie. Echt waanzinnig.” 

Te zien: Popronde Amersfoort met o.a. Electric Alleycat, the Pikeys, Mees, I am Oak, Grizzly Adams en The  Fudge, zaterdag 6 november 2010 vanaf 14.30 @ verschillende locaties in Amersfoort