Two Door Cinema Club beloofde begin dit jaar een van de grote bands te worden voor de komende jaren. De radio draaide regelmatig hun singles en het viertal werd voor alle grote festivals geprogrammeerd. Wanneer je echter niet op een van deze festivals rondliep, hoorde je opeens echter nog maar weinig van de band. Zijn de optredens saai, is het concept uitgemolken?
Voordat we hierachter komen krijgen we eerst het optreden van het relatief onbekende Chapel Club voorgeschoteld. Het vijftal uit London begint heel rustig en speelt mooie, gevoelige indie waar je waarschijnlijk thuis van kan genieten of wanneer je de band goed kent. In de zaal is de eerste gedachte bij het eerste nummer echter dat het een lange avond gaat worden. Toch krijgt het nummer na zo'n twee minuten een verrassende wending en komt er beduidend meer vaart in. Opeens kijken we naar de nieuwe Bloc Party!
Helaas verdwijnt die vaart weer snel. De wending in het openingsnummer blijkt uiteindelijk ook het enige opvallende te zijn in de hele set van Chapel Club. We horen veel rustige nummers die we van net iets te veel indie-bandjes tegenwoordig maar al te goed kennen. Ze klinken allemaal goed, worden goed gespeeld, maar boeien helemaal niet. Er gebeurt niets op het podium en alle nummers zijn een perfecte kopie van alles wat we al kennen met bovendien elk cliché erin.
Zo zwak als het optreden van Chapel Club is, zo sterk begint het optreden van het hoofdprogramma. Het geluid, het licht en vooral de podiumpresentatie van de band is ronduit goed. Als tweede nummer wordt al voor ‘Undercover Martyn’ wordt gekozen. Waar de meeste bands hun hits bewaren voor de inzakmomentjes, speelt Two Door Cinema Club meteen een van hun troeven uit. Die troef werkt dan ook goed waardoor het contrast met het voorprogramma groter wordt.
Over de hele avond speelt de band een extreem sterk programma. De hitjes ‘Something Good Can Work’ en ‘What You Know’ worden mooi over de set verdeeld. Het optreden is eigenlijk geen enkel moment saai: het is een genot om naar de springende Kevin Baird op bas te kijken of naar de drummer die net als Animal van de Muppets helemaal uit zijn dak gaat.
En dat laatste is opvallend: aangezien het album ‘Tourist History’ grotendeels zonder drummer is opgenomen, maar met een drumcomputer, verwacht je niet veel van de drumpartijen. Maar motor van de band is het strakke, sterke ritmewerk van de bas en (de snare) van de drums. Bij elk nummer van de Ieren zorgt die combinatie ervoor dat de hele zaal weer staat te springen.
Eigenlijk lijken veel nummers van de band op elkaar, maar doordat het een genot is om naar de band te kijken en je in alle nummers van de band gezogen wordt door de ritmepartijen is het uiteindelijk een perfect optreden. Wellicht is de gelijkenis van de nummers de reden dat we Two Door Cinema Club niet meer op de radio te horen is, maar de optredens bewijzen des te meer dat de band bestaansrecht heeft.
Gezien: Two Door Cinema Club & Chapel Club op 19 november 2010 @Tivoli Oudegracht